donderdag 19 december 2013

De Vloek

Ons leven is prachtig, werkelijk waar. Fred is niet mijn High School Sweetheart maar we hebben elkaar wel jong leren kennen. Voor de huidige begrippen dan. En omdat we allebei wisten dat het echte liefde was besloten we dan ook om heel snel samen te gaan wonen. Ik vermoed dat het daar begonnen is, bij onze allereerste aankopen. We hadden een flat, vier hoog zonder lift, die ingericht moest en waarvoor huishoudelijke apparaten aangeschaft moesten. En zo kwamen we op een mooie winterdag aan bij mijn schoonouders met een gloednieuwe stofzuiger.
Die moest bewonderd worden en dus haalden wij hem uit de doos en het plastic wat er ter bescherming nog extra omheen zat. Wat glom die nog mooi en alle knopjes zaten waar ze moesten zitten. Nadat we hem even uit geprobeerd hadden wilde Fred hem weer in het plastic doen. Hij dacht echter dat het om een zak ging terwijl het eigenlijk een omhulsel was en trok zo de stofzuiger omhoog om hem met een enorme vaart op de grond te laten stuiteren.Wat een harde knal gaf en verschrikt riep ik: “hee joh, wat doe jij nou?” We stonden allebei beduusd te kijken, er zat nog geen krasje op de stofzuiger. Een klein wonder. Maar toen we hem toch voor de zekerheid wilden aanzetten klonk hij wel heel erg kapot. Wat een zonde van zo’n gloednieuwe stofzuiger. We keken elkaar aan en besloten terug te gaan naar de winkel. Niet sjiek nee, daar waren we ons heel goed van bewust toen we met een stalen gezicht bij de kassa verkondigden dat de stofzuiger wel een heel raar geluid maakte en of dat zo hoorde? Maar we waren jong en hadden niet veel geld om van rond te komen, wat zou jij doen? En dus kregen we een nieuwe stofzuiger mee. Volgens de winkelmedewerker gebeurde het wel vaker dat er een artikel toch een te grote klap had gekregen tijdens het vervoer. Met een gloednieuwe stofzuiger en het schaamrood op de kaken verlieten wij de winkel.

Er moest nog meer aangeschaft worden en zo gingen wij winkel in, winkel uit. Een bankstel, eethoek, ons allereerste tweepersoonsbed, vloerbedekking en ga zo maar door. Op een dag staan we in de Nettohallen. Een goedkope interieurwinkel vergelijkbaar met de Leen Bakker en Fred vraagt mij wat ik van die lamp vind die hij aanwijst. “Kijk”, zegt hij enthousiast, “Het is een treklamp!” En om het te demonstreren trekt hij de lamp  naar beneden, niet wetende dat de lamp in kwestie niet erg goed vast gezet is door het personeel. Verschrikt staat hij met de lamp aan het handvat in zijn hand, terwijl ik over de grond rol van het lachen. Net op dat moment komt er een winkelbediende aan uit het magazijn. Die overziet de situatie en trekt zich met een beginnende lach om de lippen discreet terug en niet veel later hoor ik een schaterlach uit de opslagruimte komen. In de maanden voordat wij uiteindelijk bij elkaar introkken hebben wij een spoor van verwoesting achtergelaten bij de middenstand van Apeldoorn. Noem het klungelig maar wij vonden het na een tijdje niet leuk meer dat wij het altijd waren die in praktisch elke winkel de slechte kwaliteit in handen kregen.

De dag nadat onze flat klaar was en de vloerbedekking net gelegd  en wij nog geen bankstel hadden maar wel een salontafel zaten mijn lief en ik samen tv te kijken. Hij op een eetkamerstoel en ik op de grond. Ik had lekker sjippies gekocht met een rode dipsaus en wij genoten van een film. Mijn lief zat door de stoel iets verder van de chips en dipsaus af en natuurlijk kwam er een moment dat hij het bakje dichterbij trok waardoor die pardoes van de tafel viel, op de kop, zo op onze nog-geen-dag-oude vloerbedekking. Een enorme rode vlek smeerde zich alleen maar verder uit toen wij die vakkundig wilde weghalen en het was daar en toen dat ik me realiseerde dat nieuw spul aan ons niet besteed was.

Zo modderde wij een tijdje aan, en maakten we in het begin nog wel eens de fout dat we, in vol vertrouwen van het aanschaffen van een goed product, de bonnetjes weggooiden. Dat dat niet zo verstandig was kwamen we gaandeweg vanzelf achter. Zo hebben wij in de twintig jaar dat we samen zijn zes wasmachines versleten. En niet omdat we zoveel wassen maar wel omdat ze net buiten de garantieperiode dusdanig stuk gingen dat het aanschaffen van een nieuwe goedkoper was. Soms kregen we een vergoeding van de leverancier. Dat de nieuwe ook binnen no-time stuk was spreekt voor zich,….toch? En dan kregen we weer een nieuwe want ze waren nooit zomaar stuk, ze waren echt total loss. Alles wat hier aan meubels of apparatuur binnenkomt is vaak binnen een jaar gemaakt of vervangen. Zo hebben wij een heel nieuw bankstel gekregen omdat onze ene nieuwe bank naar een maand of drie al doorzakte. De vervangende bank had een kleine kleurafwijking en dus werd de andere bank die nog in onze kamer stond gelijk vervangen, waarvoor hartelijk dank. Onze stoomreiniger ontplofte drie weken voor de garantietermijn verstreek en zo konden wij een nieuwe uitzoeken bij de Blokker. Onze nieuwe tv gaf een andere dimensie aan de kleur wit en zo hadden wij een monteur over de vloer die, behalve het beeldscherm, alles wat aan de achterkant van de tv zat verving. In onze gloednieuwe bij een prijsvraag gewonnen keuken deed de vaatwasser alles wat hij niet moest doen en zo hadden we wederom een monteur over de vloer die concludeerde dat er een stekkertje niet aangesloten was. Toegegeven, dit was wel de minste reparatie die we ooit meegemaakt hadden.


En zo wilden Fred en ik onlangs onze kerstboom optuigen. Een neppert, vorig jaar gekocht dus gloednieuw. Ik had er zin in. In een wereld vol gestylde bomen hebben wij een boom waarin niet één dezelfde bal hangt. Het is een verzameling van zorgvuldig bij elkaar gezochte kerstversiering waar ik trots op ben. Het was lang sparen om het zo te krijgen. Maar ik had het kunnen raden. Wij zijn bezig de boom in elkaar te zetten en Fred vind het hilarisch om de top en de onderste takken als eerste te doen en zo een boom met anorexia te creëren. Dat moet op de foto. Ik sta ongeduldig met de volgende laag takken te wachten en als hij eindelijk zover is wil ik ze in de stam steken maar de ring waar ik de takken in moet steken is afgeknapt. Natuurlijk.
In de tijd van pais en vree kunnen wij weer naar de Intratuin klepperen om ons gelijk te halen. Zelfs een kerstboom is niet veilig in dit huis. En dus staat er voor de tweede keer binnen een jaar tijd een gloednieuwe kerstboom te pronken in onze kamer. Heel eerlijk gezegd vind ik deze mooier dan de vorige, die was een tikkeltje te groot. En nu de vingertjes gekruist houden dat ie maar vele jaren mee mag gaan. Nutteloos te zeggen dat het ons enig lijkt eens iets aan te schaffen wat het gewoon jaren en jaren doet. Je zou na zoveel pech bijna niet meer weten hoe dat voelt.

dinsdag 3 december 2013

Een geheime blog.....

Ik kan heel slecht geheimen bewaren, eigenlijk kan ik zo slecht geheimen bewaren dat het er alle schijn van heeft dat ik geen geheimen kan bewaren. Als je perse wilt dat iets uitkomt moet je het vooral aan mij vertellen. Het lukt me vaak nog net mijn mond te houden als iemand wat verder van mij af staat en ik een geheim moet bewaren over mensen die ik niet of nauwelijks ken. Maar daar houd het dan ook op. Voor mij staat het hebben van een geheim gelijk aan liegen, je verzwijgt immers iets. Voor Fred is dat reuze handig, hij weet dat ik hem altijd no-matter-what de waarheid vertel en dat vind hij plezierig. Voor elk ander is het vaak minder leuk, het kost mij namelijk heel veel moeite om met een stalen gezicht “heel mooi” of “wat knap” te zeggen als ik er geen bal van meen. Mensen zien gelijk aan mij dat ik het ergens niet mee eens ben of iets niet leuk vind. Ik oefen mij dan tegenwoordig ook in het niet hebben van een mening en een zo neutraal mogelijke houding aan te nemen. Of ik los het met een grapje op.

Maar als avonturier moet je ook eens dingen uitproberen die buiten je comfortzone vallen en zo had ik de afgelopen week ineens een groot geheim. Dat begon toen de kinderen vroegen of we dit jaar nog iets aan Sinterklaas gingen doen. “Nou”, antwoorde ik, “we doen wat we elk jaar doen, we gaan de film ‘Sint’ kijken.” De teleurstelling was groot, geen cadeautjes, geen verrassingen alleen maar film. Ik begreep dat maar voelde geen enkele aandrang om iedereen op de hoogte te stellen van mijn plannetje. Namelijk dat ik stiekem cadeautjes zou halen, de mand met verrassingen op de kiek zou zetten en een post doen op facebook als we er klaar voor waren. En dan maar wachten wie van hun drieën het het eerst in de gaten zou hebben. Nee, dit zou ik echt voor me houden, echt waar! En zo liep ik de hele week te broeden op mijn geheime plan. Wanneer ik het zou kunnen uitvoeren (op het allerlaatste moment), wat ik voor iedereen in de cadeautjesmand zou doen (kleinigheidjes) en waar ik het zou verstoppen (rommelkamer onder het dekbed, daar vinden ze het nooit!!). Het enige wat ik wél verteld heb is dat onze sinterklaasavond op 3 december moest zijn, dit in verband met Freds ploegendienst. Ik wilde ze er allemaal bij hebben natuurlijk.

En zo toog ik vanmorgen in alle vroegte, toen iedereen de deur uit was, richting de winkels. Ik had met mezelf afgesproken dat het kleine cadeautjes moesten worden, we doen immers ook nog aan kerst en het gaat om het idee. En zo winkelde ik er vrolijk op los, me verkneukelend over het feit dat  niemand wist wat ik aan het doen was. En ik moet zeggen, dat was een lekker gevoel. Eenmaal thuis zag ik na een blik op de klok, dat ik me toch een klein beetje moest haasten. Ik zou op zijn minst tot een uur of twee het huis voor mij alleen hebben maar stel je voor dat één van de kinderen toch ineens uitval heeft. Mijn tijdsmarge was in mijn hoofd dus niet zo heel groot en ik had nog veel te doen. Met Muse op de achtergrond heb ik de cadeautjes ingepakt, op de foto gezet en ze ergens in huis verstopt. Missie geslaagd.


Mijn volgende plannetje was deze blog. Als je eenmaal aan het geheimen bent moet je het goed doen. Normaal gesproken promoot ik mijn blog op facebook. Zo weet iedereen dat ik weer een aantal van mijn hersenspinsels op het internet heb gezet. Maar met deze blog doe ik dat niet. De reden? Ik post hem al voor ons heerlijk avondje. De kans dat één van mijn lieverds er tegenaan struikelt is niet zo heel groot maar desalniettemin aanwezig. Maar ik kan nou eenmaal mijn mond niet houden en ik klap zowat. Mocht het nou zo zijn dat je nu zit te lezen dan vraag ik je met klem dit geheim samen met mij stil te houden tot ongeveer 6 uur vanavond, rond die tijd maak ik mijn verrassing wereldkundig en mogen jullie Fred en de kinderen een hele fijne avond gaan wensen (dat kan hier -->https://www.facebook.com/freddy.tenhove?ref=ts&fref=ts ). En mocht je het nou net als ik heel erg moeilijk vinden het tot die tijd stil te houden dan verzoek ik je een liedje op mijn tijdlijn te plaatsen met het woord ‘secret’ in de titel. Is dat ook weer uit je systeem. Alvast heel erg bedankt, ik weet wat ik van je vraag.........

zaterdag 30 november 2013

Een blog van niks

Wie mijn vorige blog gelezen heeft en even door gescrollt heeft zag dat ik in een kleine discussie terecht kwam met mijn schrijfmaatje Jeroen. Jeroen vond dat ik er niet verstandig aan deed mijzelf zo te pijnigen en bedacht dat het wellicht handiger was als ik rustiger activiteiten opzocht. Ik schreef terug dat dat wat jullie hier lezen mijn uitspattingen zijn en dat ik van mening ben dat als ik zou schrijven over wat ik daadwerkelijk doe op een dag niemand mijn blog zou lezen. Voor Distortion was bijvoorbeeld de, tijdens die hele erge storm van een paar weken geleden, omgevallen boom waar ik altijd langsloop tijdens mijn rondje met Djoy, het hoogtepunt van mijn dag. Eens kijken of ik gelijk heb en de teller blijft steken. Maar pas op, het wordt saai.  


* Wat ik normaal gesproken doe, of kan doen, op dagen dat ik jullie niet mee laat kijken:





Jullie begrijpen dat ik na Distortion op zoek moest naar een nieuw hoogtepunt van de dag. De omgewaaide boom is inmiddels weggehaald en Djoy en ik vervelen ons tijdens onze wandelingetjes. Gelukkig schoot de gemeente mij te hulp afgelopen vrijdag en was er ineens een heleboel bedrijvigheid op onze route. Jasper meldde 's avonds bij thuiskomst dat er een boom omgezaagd was. Ik wist niet hoe snel ik Djoy aan  moest lijnen terwijl ik heel zachtjes in haar oor fluisterde: "kom op wijffie, we gaan op avontuur!!"


donderdag 28 november 2013

De nasleep

Al dat ge-avonturier gaat me niet in de koude kleren zitten. Het is nu een aantal dagen na het Distortionfest en ik voel me ziek. Natuurlijk weet ik dat er altijd een nasleep zit aan de dingen die ik doe maar het valt me elke keer weer tegen. In tranen zeg ik tegen Fred dat het zo demotiverend is om iets te gaan ondernemen als je weet dat je het naderhand moet bezuren. En het wrange is dat ik nooit van te voren weet hoe hard de klap zal zijn. Als dat wel zo was dan had ik misschien nog een beetje het idee gehad dat ik er grip op had omdat ik dan geweten had waar ik me op voor moest bereiden. Maar niets van dat alles, mijn lijf doet pijn, ik heb nul energie, sta bij tijd en wijle te trillen op mijn benen en in mijn buik is sinds zondagnacht een bankschroef aangebracht die steeds een beetje strakker draait. Kortom,  ik voel me niet zo lekker.

Maar gelukkig ben ik avonturier en kies ik er deze dagen voor om mezelf te oefenen in het herstellen. Sinds zondag weet ik namelijk na zes jaar eindelijk hoe ik me het beste voor kan bereiden op dit soort feestjes. Het is net of ik een enorme puzzel op heb gelost en heel eerlijk gezegd ben ik daar reuze trots op. Voor dat het zover was is het namelijk een behoorlijk aantal keren mis gegaan door een verkeerde inschatting van mijn kant. Daar krijg je nare situaties van die niet echt een opsteker zijn voor je zelfvertrouwen. Midden in de Efteling een zouttekort oplopen, bijvoorbeeld, en niets bij je hebben om dat op te vangen is geen aanrader en drukt de dag behoorlijk. Een dagje uit staat of valt bij de voorbereidingen en na zes jaar is het me eindelijk gelukt ze op zo’n manier te perfectioneren dat ik op het moment supreme kan knallen. Jammer genoeg is het gebrek aan energie naderhand de reden dat ik de ‘hoe-kan-ik-de-nasleep-zo-beperkt-mogelijk-houden’ nog niet uitgevogeld heb en alle bijkomende ellende nog lijdzaam moet ondergaan.

En zo zijn de afgelopen dagen dagen geweest van zelfonderzoek. Wat vind ik plezierig en waar ben ik bij gebaad als ik me zo beroerd voel? Hoe kan ik het mijzelf zo comfortabel mogelijk maken? Dat ik ziek ben van vermoeidheid is één ding, maar de kunst is dat te accepteren en niet te bevechten merk ik. Het “niet willen” van de nasleep kost ontzettend veel energie en veranderd niets behalve dan dat het nog langer duurt voor ik me weer een beetje mens voel en dat was nou net niet de bedoeling. Ik wil efficiënt herstellen. Niet mijn zorgvuldig bij elkaar geharkte energie verkwisten met nutteloos gepieker over waarom het is wat het is. Me dat realiseren zorgt ervoor dat ik ineens geconfronteerd word met mijn eigen gedachtes. Ik denk wel heel vaak op een dag dat dit niet is wat ik wil. Maar nergens denk ik aan wat het is wat ik wél wil. Ja, me beter voelen, maar voor het zover is moet ik het dan misschien doen met een lijf dat even niet meer kan maar waar nog wel, zij het hele beperkte, mogelijkheden inzitten. Misschien moet ik eens kijken naar wat de mogelijkheden zijn (in plaats van wat de onmogelijkheden zijn) en die omzetten in slow-recovery activiteiten. Zodat ik waarschijnlijk een beetje het idee heb dat ik leef in plaats van overleef. 

En zo vind ik mijzelf The-Day-After,  en de dagen daar weer na, lekker in bed liggen. Dit keer zonder mij schuldig te voelen dat ik Fred in de steek laat maar me realiserend dat het bittere noodzaak is uit te rusten en bij te slapen. Schrijf ik, welliswaar in de campingstand op de bank, een blog. Niet mijn allerbeste en ik moet mezelf regematig verbeteren, maar toch. Ik probeer met mijn bankschroefbuik toch zoveel mogelijk ritme te houden qua eten, al is het dan in kleine beetjes gevolgd door medicijnen en heel veel laxeermiddelen. Ik hang een inspirerende tekst op de vriezer en loop zo lang als maar kan in mijn pyama rond. Ik kijk met Jasper de 50th anniversary episode van Doctor Who (2x) en we besluiten (beide keren), met kippenvel op de armen en tranen in de ogen, dat dit de allerbeste aflevering ooit is. Verwen ik mijzelf met het paperloversboek van Flow en vind ik mijzelf even later al kleurend terug aan de keukentafel (heel rustgevend ben ik achter). Maar bovenal kijk ik om de haverklap op youtube de filmpjes terug van Satyricon en Papa Roach op Distortionfest. Daar stond ik tussen, tussen al die feestende, springende mensen. Was alles heel even normaal en had ik geen zorg in de wereld. En al kijkend komt dat heerlijke trotse gevoel weer naar boven. Dat heb ik toch maar mooi gedaan! Nu heel hard vasthouden dat gevoel.

maandag 25 november 2013

Een dagje hel en verdoemenis

En zo kon het dus gebeuren dat Jeroen mij op een grijze herfstmiddag ophaalde om een stevig potje te gaan rocken in Eindhoven. Ik had alles gedaan wat ik moest doen, ik had de organisatie verwittigd van mijn komst, ik had al dagen van tevoren geen bedenkelijk voedsel gegeten uit angst voor een stevig potje buikpijn op het moment supreme (en was zowaar een kilo afgevallen), ik had afspraken afgezegd en was de avond ervoor heel vroeg naar bed gegaan om er veertien uur later pas weer uit te komen zodat ik zo fit was als ik menselijkerwijs maar zijn kon, Ik had mijn tassen gepakt, één voor in de auto voor voor én na Distortion en één tas voor tijdens Distortion die ik kon achterlaten in een kluisje, kortom: ik was er klaar voor!

Frevarometalpics
Volgens de routeplanner van de ANWB zou de rit naar Eindhoven zo’n krappe anderhalf uur in beslag nemen maar dankzij Jeroens sportieve rijstijl konden we de afstand in een ruim uurtje overbruggen. We parkeren de auto en sluiten aan in de rij om gefouilleerd te worden voor we naar binnen mogen. De beveiligingsman vraagt of hij misschien in mijn tas mag kijken. “Maar natuurlijk”, antwoord ik,  “al zal je niets anders vinden dan schone kleren en stomamateriaal.” Daar jaag ik de arme man de schrik mee in de benen en ik mag prompt ongefouilleerd doorlopen. Tot grote hilariteit van Jeroen mag hij ook doorlopen zonder dat hij aan een rigoureus onderzoek wordt onderworpen. “Das voor het eerst”, zegt hij triomfantelijk, “dat komt door die tas van jou.” “Heel graag gedaan hoor”, antwoord ik terug. Ik haal een sleutel voor een kluisje en vraag me, eenmaal bij de kluisjes aangekomen, af of alles wat ik mee heb wel in dat piepkleine kastje past. Maar na het nodige aandrukken gaat het deurtje dicht en kunnen we op weg naar de zalen.  

Frevarometalpics
Ik mag rustig wennen van Distortion want als wij de zalen binnenlopen speelt er even geen band. We kuieren langs de merchandisestandjes en proberen ons te oriënteren. Jeroen grijpt een flyer met de timetable mee, die gaandeweg de dag zijn nut zal bewijzen. We kijken wanneer we waar moeten staan en welke bands we willen zien. Het valt allemaal mee, we kunnen alles meepikken als we dat willen. Is in de ene zaal een band klaar dan begint in de andere zaal een optreden van een andere band. Heel handig, maar ik voorzie een drukke dag met veel staan, iets wat ik niet lang vol kan houden zo zonder fatsoenlijke buikspieren. We beginnen bij een band met een illustere naam die ik hier niet neer durf te zetten. Die beginnen redelijk rustig, van mij mag het best wat harder, ik ben niet voor niets gekomen toch? Alsof ze mijn gedachten via de geluidstoren opgevangen hebben gaan de mannen los. Ik schiet er eerst van in de lach om vervolgens met open mond te staren naar het tafereel dat zich voor mij afspeelt. Ik kan niet anders dan met diep ontzag kijken naar wat er op het podium gebeurt.  Dit bevalt me wel, hier kan ik wat mee. Als Jeroen besluit dat het voor mijn eerste kennismaking met metal voor nu even genoeg is en we op weg gaan naar de volgende zaal om een goed plekje te bemachtigen voor de volgende band, kan hij het niet nalaten en vraagt: “En?” Ik kijk naar hem op en antwoord naar eerlijkheid: “Zo, dat lucht lekker op!”

We staan in de andere zaal te wachten als ik mijn goede vriend Ernst ineens ontwaar. Ernst is fotograaf en is veel bij metalconcerten te vinden om de bands in hun volle glorie op de kiek te zetten. Ik vlieg hem om de nek: “Ha, daar ben je, ik zocht je al!” zegt hij tegen me als hij me terug knuffelt. We staan even te praten en ik zie ineens dat hij oordopjes in heeft. “Hee speel jij vals?” vraag ik hem. “Nou, die zijn geen overbodige luxe”,  antwoord hij. “Hier krijg je morgen last van hoor als je ze niet hebt, volgens mij kun je ze bij die stand daar halen”, gaat hij verder. Inmiddels speelt Hypocrisy en ik bedenk me dat hij wel eens gelijk kan hebben vooral omdat mijn oren al aardig toeten. “Ik loop even die kant op”, zeg ik tegen Ernst, “pas jij even op Jeroen?”

Frevarometalpics
Ik vraag heel vriendelijk om oordopjes en krijg een paar stoere rode in een prachtig doosje in de handen geschoven. Als ik vraag wat ik ervoor betalen moet is het service van de zaak. “Hartelijk bedankt hoor”, roep ik vriendelijk. “U hebt mijn dag gered”, mompel ik erachteraan. Weer terug op mijn plekje en met oordopjes in krijg ik weer een beetje grip op het geheel. Al ‘ja’-knikkend sta ik het eens te zijn met de zanger. Jeroen loopt wat naar voren en ik besluit mijn energie te sparen en een plekje op te zoeken waar ik even leunen kan, wat meer achterin de zaal. Van hieruit heb ik goed overzicht op het hele gebeuren en het valt me op dat vooral de mensen die midden in de zaal staan helemaal uit hun dak gaan bij deze band. Naar de linkerkant, waar wij staan, is iedereen redelijk tam aan het luisteren.  Als het optreden voorbij is komt Jeroen enigszins teleurgesteld naar me toe lopen. “Ik had er toch wat meer van verwacht”, zegt hij. Ik zeg hem dat ik denk dat hij verkeerd stond omdat ze rechts naast mij helemaal los gingen. Een kwestie van beleving besluiten we uiteindelijk. Door naar de volgende band…..

En zo wisselen we de uren daarna de ene zaal voor de andere en staan we uiteindelijk naar Satyricon te luisteren. Een showmannetje volgens Jeroen. Dat kan dan wel zijn, hij weet het publiek wel uit de startblokken te krijgen en verrek begin ik daar mee te deinen en mijn handen in de lucht te steken uit pure enthousiasme? Satyricon heeft er zin in en zo missen we jammerlijk het begin van de band waar ik het meest naar uit heb gezien: Papa Roach. Als de laatste tonen uit de versterkers gieren rennen wij al naar de andere zaal om zoveel mogelijk  mee te krijgen. Satyricon heeft de mensen dan misschien uit de startblokken gekregen maar Papa Roach brengt ons allemaal naar een heel ander niveau. Ik ben mezelf heel erg dankbaar voor het leunen tegen alles wat mijn gewicht maar dragen kon deze dag want ik heb nog energie. Dus ik kan knallen. Ik spring, rock, zing en schreeuw enorm mee. Kennelijk ben ik redelijk makkelijk op te zwepen. Weer wat geleerd. Jeroen vind dat we wat avontuurlijker moeten worden en neemt me mee naar voren alwaar we aan de rand van een circle pit staan. Een tikkeltje eng want ik ben altijd bang voor een klap op mijn buik, maar Jeroen gaat breed voor me staan zodat ik niet geraakt zal worden. Ik probeer het geheel  voor het nageslacht vast te leggen maar net als ik sta te klungelen met mijn camera trekt Jeroen aan mijn arm en zie ik de zanger de security gek maken door het publiek in te gaan en vlak langs ons heen lopen richting de pit. Het dak gaat eraf en ik ben erbij!! Na een, in mijn ogen, veel te kort optreden is het tijd om de energie op te laden. Wat zoveel betekend als: eten.

Frevarometalpics
We gaan voor de pizza, schreeuwend duur en heel erg onverantwoord, dit ga ik morgen bezuren maar vooruit. Jeroen vind een plaatsje en we strijken neer aan een picknicktafeltje. Ik heb echt even tijd nodig om te eten maar Jeroen heeft, voor ik ook maar een stukje op, heb zijn hele pizza al achter de kiezen. “Heb je het wel geproefd?” vraag ik hem. Als ik ein-de-lijk klaar ben met eten pakken we nog een klein stukje Death mee maar lopen eigenlijk vrij snel naar de hekkensluiter van de dag ‘My Dying Bride’. Jeroen wijst mij op een vrijstaande paal maar ik vertel hem dat ik me goed genoeg voel om zonder ondersteuning vooraan te staan. Dat kan want we zijn vroeg en het is nog aardig rustig. Ik weet dat hij hier de hele dag naar uit heeft gekeken, ik kan hem niet afschepen met een plekje achteraan. Precies op tijd beginnen ze te spelen maar ik ben heel eerlijk als ik zeg dat ze mij niet weten te overtuigen. Ik heb sterk de indruk dat de zanger in zijn depressieve periode zit. Het is ook een showmannetje, overduidelijk, maar in dit geval niet in de goede zins des woords. Het is mij iets te veel drama. Jeroen maakt er voortijdig een eind aan, “we gaan naar huis”, zegt hij. Kennelijk heeft My Dying Bride hem ook niet weten te overtuigen……


LIFESAVERS
Op de terugweg door Eindhoven houd Jeroen zich verbazingwekkend goed aan de snelheid. “Dat komt omdat ze hier van dié dingen hebben”, zegt hij terwijl hij wijst op een flitspaal. Ik wijs hem op een mooi aandenken aan deze dag mocht de bekeuring op de mat vallen. We rijden wederom op een sportieve manier terug naar huis. Onderweg zie ik lichten aan de hemel, volgens mij zijn het van die lasers maar zekerheidshalve check ik even of de radio het doet en vraag ik Jeroen of de auto normaal functioneert. We bespreken dat als we dan toch door aliens ontvoerd worden deze avond, we dan wel de ervaring willen zoals in de X-files gezien natuurlijk. En we praten over nog veel meer, over andere tv-series, muziek en schrijverij enzo. Voor ik het weet heeft Jeroen me weer veilig thuis afgezet. Ik geef hem een knuffel en bedank hem voor de geweldige dag! Volgend jaar weer? (mits de programmering goed is uiteraard)

donderdag 21 november 2013

Voorbereidingen

Een paar maanden geleden plaatste collegaschrijver Jeroen (die toevallig vandaag jarig is, jullie kunnen hem hier àJ en hier feliciteren à Jarige Job  )een oproep op facebook. Distortionfest Eindhoven: wie gaat er mee? Ik had werkelijk geen idee waar hij het over had maar als avonturier kan je natuurlijk geen nee zeggen op dit soort open uitnodigingen dus schreef ik me in en mocht zowaar mee. Ik blij natuurlijk, het is al jaren een grote wens van me een festival mee te maken. En als die gelegenheid dan langs komt is het fijn dat je mee mag. Fred vond het hilarisch. “Weet je wel waar je ‘ja’ op hebt gezegd?”  “Nee eigenlijk niet, maar ik heb wel een donkerbruin vermoeden”, antwoorde ik. En jawel hoor, na een kleine googlesessie was mij een hoop duidelijk: dat wordt een heftig dagje. Maar ik ben niet voor één gat te vangen én ik houd wel van een uitdaging.

Even voor de mensen die nu denken: ‘waar gaat het eigenlijk over?’ Distortion betekend volgens de wikipedia: (lett. vervorming) is een speciaal geluidseffect dat voornamelijk wordt gebruikt voor de elektrische gitaar en de elektrische basgitaar. Ook voor zang gebruikt men vaak overdrive en distortion om het stemgeluid te verrijken of om een radiostem na te bootsen. Het woord komt uit het Engels, maar omdat het een zeer bekend woord is onder gitaristen, wordt het tegenwoordig ook wel als een term beschouwd. Distortion wordt voornamelijk gebruikt door muzikanten uit het Rock/Punk/Metal genre. En dat wordt dan weer vrij vertaald door verschillende bands in, als ik even Jeroens vrouw Nanda mag quoten: pokkeherrie.
Tijdens één van onze filmavondjes met Nanda en Jeroen (die jullie al eens eerder tegen zijn gekomen in één van mijn blogs namelijk hier --> gardens avontuur) vertelde Nanda dat ze het heel dapper van mij vond dat ik meeging. “Want”, zo zei ze, “van mij hoeft het niet meer.” En omdat ik nou eenmaal graag bewondering oogst werd mijn zin in het festival alleen maar groter. Niet dat ik nou zo’n fan ben van het genre, maar dat even terzijde.

De weken daarop gaf Jeroen muziekles. (Hoe dat ging lees je hier --> Muziekles van Jeroen ) Dat was in dit geval geen overbodige luxe, ik weet echt niets van de subcultuur metal. En ik voelde me een tikkeltje vereerd, iemand die eens een blog voor mij schreef. Maar echt geruster werd ik er niet op. En de filmpjes afkijkend kwam Nanda’s omschrijving toch als ‘right on the money’ in me op. Maar je groeit erin he? Dat kwam dan weer voornamelijk door Fred. Die vond dat als ik toch naar Distortion kon, ik thuis ook wel deze muziek kon verstouwen. En daar kon ik hem geen ongelijk in geven, wie A zegt…….En zo luister ik al weken naar heftige muziek en merk ik dat ik mee begin te deinen als er een interessant liedje langs komt. Ging ik eerst mee omdat ik dit als avonturier toch gedaan wilde hebben, nu heb ik er hele erge zin in. En kan ik niet wachten om sommige bands live te zien. Dat ik de drumpartijen en het grunten eigenlijk een kunst op zich vind waar ik me best een dag aan kan vergapen, is een mooie bijzaak.


En zo konden deze week de voorbereidingen beginnen. Bij mij is dat toch iets bewerkelijker dan ‘heb-ik-geld-en-de-kaartjes-bij-me?-Oke-we-kunnen-gaan.’ En liep ik tegen één klein dingetje aan, nou ja een paar kleine dingetjes. Zoals: hoe ga ik dit feest energietechnisch overleven, waar laat ik in hemelsnaam mijn extra spullen voor calamiteiten en wat doe ik mocht ik onverhoopt toch een lekkage krijgen? Vragen die best makkelijk op te lossen zijn als je contact hebt met degene die je daar antwoorden op kan geven.
Dacht ik eerder deze week nog dat het één en ander makkelijk opgehelderd kon worden door een simpel telefoontje naar het Klokgebouw in Eindhoven, alwaar de festiviteiten plaats gaan vinden, kom ik daar op terug nu zij mij doorverwezen hebben naar de organisatie van Distortion en ik de grootste moeite heb om daarmee in contact te komen. Jammer, het energietechnische stuk kan ik makkelijk oplossen door de komende dagen in bed te blijven er alleen uit te komen als het echt noodzakelijk is. Maar het stuk daar in Eindhoven….daarin ben ik toch afhankelijk van de welwillendheid van anderen.  Of moet ik ineens zelf een heleboel vindingrijkheid aan de dag gaan leggen. Ik had kunnen raden dat de stress hem niet zou zitten in het type muziek dat ik voorgeschoteld krijg maar wederom in dit lijf wat met zo’n gebruiksaanwijzing komt.

vrijdag 15 november 2013

Najaarsblues.... (of de ode aan het Molenpad)

Daar is het dan, een writersblock. Ik vroeg me al af hoelang het zou duren eer ik daar tegenaan zou lopen. Ik wilde een blog schrijven over mijn laatste avontuur, beleefd met mijn lieve hartsvriendin Marion. Ik wilde vertellen over de geweldige dag die wij samen hadden in de sauna. Maar hoe ik ook mijn best deed, het lukte niet om een leuke vrolijke blog te schrijven. Je houd hem van me te goed, want hij komt er uiteraard, maar pas op een moment dat ik die dag eer aan kan doen en niet alles zie door een donkere waas. Want het was een geweldige dag en wat heb ik gelachen met die lieve Marion.

Een writersblock dus. Op dit moment geen joligheid en avonturisme in mijn hartje maar een grote zwarte bal. Zelfs mijn schamele vermogen tot tekenen en zelfspot is even ver te zoeken. Maar wat veroorzaakt dat zwarte gat? Ik zou bijna roepen: “Stephen Hawking”, maar die heeft hier niets mee te maken. De afgelopen dagen  waren niet de leukste, vooral omdat ik gepest werd door een bijholteontsteking en als klap op de vuurpijl volgens de huisarts daarbovenop best de griepprik kon ontvangen. Mijn lijf was het daar niet mee eens en dus lag ik veel op bed bij te komen van de overdosis ziektekiemen die ik te verwerken kreeg. Soms is ziek zijn heel handig, zeker als je niet weet waar dat nare gevoel waar je al weken mee rond loopt toch vandaan komt. In mijn overuren aan slaap droomde ik namelijk maar over één ding…..mijn ouderlijk huis.

Ik droom dat de kamers nog niet leeg gehaald zijn en dat mijn vader, mijn zus en ik te midden van alle dingen die we nog uit moeten zoeken de ene schat na de andere vinden. Ik droom dat de kamers groter zijn dan ze in werkelijkheid waren en dat ik ze al lopend met mijn zus uit meet terwijl we er proberen achter te komen hoe dat nou toch kan. Ik droom dat ik ronddool in het huis en moeite heb de deur te vinden. Ik droom dat ik rondloop in het huis terwijl ik weet dat het al verkocht is en ik er eigenlijk niet meer binnen mag zijn. Ik word al twee weken lang  leeg en verdrietig wakker. Vorige week waren we met z’n allen bij elkaar en ik vertelde mijn vader van mijn dromen. Mijn zus viel me bij, zij had ze ook. Ik was zo opgelucht dat ik niet de enige was die moeite heeft met de verkoop van het huis waarin ik mijn jeugd heb doorgebracht en dat altijd een deel is geweest van mijn leven.

Ik voel me ontheemd. Als jullie je afvragen waar bij mij de hang naar avontuur vandaan komt dan kan ik jullie vertellen dat dat daar op dat kleine plekje van de wereld is ontstaan. Om dat te kunnen begrijpen moet je de plek een beetje kennen. Daarom een klein, saai, maar heel belangrijk, stukje geschiedenis:

Het huis of de grond, heeft namelijk nogal een historie. In 1924 toen er nog een boerderij stond en een watermolen ging alles verloren in een grote brand. De historie van de plek gaat nog veel verder terug. Ergens in Heerde in de bossen ontstaan sprengen en die zijn doorgetrokken tot de wijerd achter de molen. Die wijerd monde uit in een waterval waaraan een waterrad bevestigd zat.  Van oudsher werd er middels een waterrad graan gemalen voor het brood, voedsel voor de dieren bij de boeren enz. Ik heb mij laten vertellen dat je de geschiedenis terug kan lezen tot aan 1600. Maar goed, de grote brand.
Het huis en de molen zijn herbouwd maar het waterrad bleef achterwege. Mijn opa was in dienst van meneer Willemsen, een molenaar. En toen Willemsen er mee ophield kocht mijn opa het huis en de molen. Mijn vader heeft er praktisch zijn hele leven gewoond en kwam in dienst van zijn vader om het huis en de molen over te nemen toen mijn opa de pensioengerechtigde leeftijd bereikt had. Ik zal anderhalf geweest zijn toen dat gebeurde en wij verhuisden naar het Molenpad. Tot zover de geschiedenisles.

Iedereen die er ooit geweest is zal het met mij eens zijn dat ik, hoewel we het financieel niet breed hadden, in grote rijkdom ben opgegroeid. Vanuit mijn kamertje keek ik uit over de wijerd en als ik de voordeur uitliep zag ik de waterval en de enorme kastanjeboom die er bij stond. Ik ken niemand met een waterval in zijn voortuin. Ik realiseerde me nooit hoezeer ik aan dat geluid gewend was tot ik met Fred ging samenwonen en ’s avonds in slaap probeerde te komen. Ik heb leren schaatsen op de wijerd, ik kon als de beste over het amper één meter brede bruggetje naar de molen fietsen. En avontuurlijk als kinderen zijn hadden mijn zus, mijn nicht en ik binnen no-time de grot onder de waterval ontdekt. Ontelbare foto’s zijn er gemaakt van de waterval als de winter zijn intrede had gedaan en de waterval verstopt ging achter een enorme hoeveelheid ijs. Een magistraal gezicht.
En wij maar met z’n allen van de heuvel af sleeën als de sneeuw hoog genoeg was. Tot we op onze sokken nat waren. Met een rubberbootje varen. Visjes vangen met een schepnetje. Lopen door het hoge gras op zoek naar mooie bloemen. Van de heuvel afrollen. Picknicken onder de kastanjeboom. In de oude Bedford van mijn vader spelen, of gered worden door de brandweer die de winkel (de molen was inmiddels verbouwd tot dierenspeciaalzaak) een uitstekende locatie vonden voor een oefening. Onbevangen kind kunnen zijn. Onder de kastanjeboom in de oude Ford mijn allereerste zoen van Fred.

Niet alle herinneringen aan de plek zijn even leuk of zorgeloos. Het huis en zijn bewoners hebben de nodige klappen te verwerken gehad. Zo was er bijvoorbeeld de blikseminslag, pal boven mijn slaapkamertje. Cynisch is het wel dat het allereerste liedje dat ik hoorde toen de radio het weer deed ‘Thunderstruck’ was van ACDC. Er is meermalen ingebroken, wat een aanranding is voor je gevoel van privacy en veiligheid. Het is ook het huis waar ik zo ziek werd, waarin ik nachtenlang alleen in het donker en de kou op de wc me zat af te vragen wat er nou in hemelsnaam mis was met mijn lijf. En we hadden geen wc boven. Op mijn top moest ik dat hele enge huis tien tot twaalf keer per nacht door.
Het is het huis waar mijn moeder overleed. Borstkanker, ze had geen schijn van kans ook al wilde ze nog zo graag. Hier sprak ik haar voor de laatste keer en zei ze de woorden die mijn leven veranderde.  In dit huis verzorgde mijn zus en ik haar voor de allerlaatste keer, hielden we haar nog één keer vast. En konden we in de dagen na haar dood nog even rustig bij haar gaan zitten als we de behoefte hadden. We zagen vanuit dit huis mijn vader in de rouwauto stappen, bij zijn vrouw. Een ontluisterend gezicht en een intriest moment als je weet dat het vanaf nu zo zal zijn, je vader zonder je moeder. De winkel sloot en mijn vader verhuisde.


Vorige week is de akte gepasseerd bij de notaris, zoals dat zo mooi heet. De sleutels zijn ingeleverd. Ik zal er nooit meer binnen lopen. Toen we het huis aan het leeghalen waren voor de verkoop heb ik uren doorgebracht met het rondlopen door het huis, in elk hoekje zit wel een herinnering. En ik probeerde ze wanhopig in me op te slaan uit angst ze te vergeten. Onbegonnen zaak. Ik weet dat menigeen die dit nu leest denkt: “het is maar een huis”, en je hebt gelijk. Het zal wel slijten, maar hier ligt ém nu juist mijn angst. Hoewel het huis al geruime tijd te koop stond kon ik nog altijd even terug. Even ruiken, even luisteren, even proeven. Het was een grote bron van inspiratie voor mij. Als ik een writersblock had (de afgelopen maanden tijdens mijn avonturierscarriere) of even vast zat in mijn leven dan hoefde ik maar langs te gaan om de onbevangenheid in me op te nemen en ik kon er weer tegen. Dan stroomde ik weer. En vanaf nu moet ik dat ergens uit mijzelf gaan halen. Dat wordt nog wat…….. 



maandag 4 november 2013

Stephen Hawkings Universe (en hoe ik jullie hoofdpijn bezorg)

Ik heb een haat/liefde verhouding met dingen die ik niet begrijp. Aan de ene kant intrigeert het me verschrikkelijk en aan de andere kant irriteert het me als ik het niet snap. Er is echter één uitzondering en dat is het heelal. Ik vind het heelal een prachtig, mysterieus gegeven. Ik kan uren naar een sterrenhemel kijken op zoek naar planeten, satellieten en sterrenbeelden. Ook start ik regelmatig de dvd op van de Hubbletelescoop en zit vol verwondering te kijken naar alles wat er boven ons hoofd hangt. Het heeft vrij lang geduurd voor ik mijn allereerste vallende ster zag en pas deze zomer heb ik, tijdens onze vakantie, voor het eerst de melkweg gezien. En heugelijk moment. Het heelal is een ding dat ik niet hoef te begrijpen. Ik ken mijzelf zo onderhand redelijk goed, iets willen begrijpen en daar uitleg over krijgen roept bij mij alleen maar meer vragen op. En aangezien het heelal voor iedereen een mysterie is zal ik nooit antwoord krijgen op alles wat ik weten wil…….wat weer irritatie oplevert.

Maar sinds een paar dagen knaagt het aan mij. Wij hebben namelijk netflix, een online database waar vanuit je films, series en documentaires kan streamen. Geweldig!  Wij houden op druilerige zondagmiddagen een ‘Lost’-marathon, kijken films en de complete Doctor Who serie staat erop. Nou dan heb je me! Vorige week, toen we klaar waren met de slaapkamers en ik dringend toe was aan rust, liggen en low-impact input, startte ik netflix op, op zoek naar een licht verteerbaar programma. En dus stuitte ik in al mijn onschuld op Stephen Hawkings Universe.  Lekker al liggend het heelal op mij af laten komen, kijken naar de geboorte en dood van een ster, vliegen langs de nevels, ik zat geramd. Dacht ik. Vooral omdat Stephen Hawking himself de boel aan elkaar kletste (voor zover hij dat kan dan) Ik was van mening dat deze astrofysicus mij een knip en klaar verhaal met mooie plaatjes voor zou schotelen, maar nee. Of eigenlijk ja, dat deed hij wel, het was meer mijn hoofd dat op de loop ging met de informatie die mij ter ore kwam.

The Story of Everything (link), zo heette de documentaire die ik lag te kijken. Meneer Hawking nam mij mee naar het begin van het universum, de oerknal. Van daaruit gingen we verder en verder tot we in het nu waren. Het was allemaal even fascinerend en, wat ik heel knap vond van mijzelf, ik begreep precies wat hij mij uitlegde. Ik begreep het ontstaan van alles, ik snapte het precies toen hij vertelde dat alles eigenlijk bij toeval en stom geluk is ontstaan. “Als het allemaal net even anders was geweest”, zo vertelde meneer Hawking mij, “dan was er van het hele universum niets terecht gekomen.” Ergens aan het einde viel ik in slaap, ik kan nou eenmaal maar zoveel informatie per keer verwerken en het ontstaan van alles verwerken vraagt veel energie. Het gesodemieter begon toen ik weer wakker werd. Ik dacht na over wat Stephen zei over het dopplereffect. Dat kennen jullie wel toch? Heel in het kort betekend het volgens de Wikipedia dit: Het dopplereffect is de waargenomen verandering van frequentie van geluid, licht of andere golfverschijnselen, door een snelheidsverschil tussen de zender en de ontvanger. Volgens Youtube klinkt dat zo:   


En volgens Stephen Hawking (en zijn vriendjes) weten we dankzij het dopplereffect dat alles in het universum zich van ons af verwijderd en dus dat het heelal zich uitdijt. Het dopplereffect is namelijk ook zichtbaar, zouden wij hele goede ogen hebben dan zouden we kunnen zien dat dingen die zich naar ons toe bewegen een blauwachtige kleur hebben en dingen die zich van ons af bewegen een roodachtige kleur hebben.

Aangezien elk sterrenstelsel dat we, tot op heden, ook maar onder de hubbletelescoop gehad hebben een roodachtige kleur heeft weten we dus dat alles van ons weg beweegt. Hier bleef ik niet hangen, dit snap ik en ik mag wel zeggen vrij gemakkelijk. Maar als ik me niet vergis is het dopplereffect tweeledig, voor alles wat zich nu van ons af beweegt is er ooit een moment of tijd geweest dat het op ons afkwam. Volgens wetenschappers begonnen we met een oerknal maar, zo lig ik daar al dagen over na te denken in bed, was de oerknal niet gewoon een op ons afkomend/imploderend of uit elkaar scheurend universum? Ik kan er namelijk niet bij dat er voor de oerknal he-le-maal niets was, er is namelijk altijd wel iets. Zitten wij niet vast in een golfbeweging met ons hele universum? We dijen uit, we krimpen in, we dijen uit, we krimpen in…..zoiets? Het is wel eens moeilijk hoor om met mijn hoofd te leven.

Hier ben ik dus nog niet uit en dat zal waarschijnlijk ook wel nooit gebeuren maar als jullie denken dat dit het enige vraagstuk is dat mij wakker houd dan hebben jullie het behoorlijk mis. Ik denk, sinds ik dat programma gekeken heb, ook veel na over zwaartekracht. Iedereen weet wat zwaartekracht is, namelijk een aantrekkende kracht die twee massa’s op elkaar uitoefenen. Mocht dit principe je vreemd zijn denk dan maar aan de laatste keer dat je tegen de grond viel, dat is zwaartekracht in werking. Volgens een oude bekende van mij, Albert Einstein, is zwaartekracht in het heelal een vervorming van het ruimte-tijd continuüm. Dat ziet er zo uit:  

Wij maken, als we weer eens een ruimteschip ver het heelal in willen slingeren, gebruik van de zwaartekracht van een planeet die dan, door middel van zijn zwaartekracht, dat ruimteschip een zwengel de goede kant op kan geven. Om nu precies aan te geven wat nou mijn probleem is met zwaartekracht is het misschien handig om even dit filmpje te kijken. Het kost je hooguit iets meer dan een minuutje.


Klaar? Nou daar gaat ie: Zoals je gezien hebt vervormt de zwaartekracht ‘the fabric of space and time’ ofwel de ruimte om de planeet, ster of sterrenstelsel. Hoe meer massa hoe groter de vervorming. Je hebt ook gezien dat je niet kan zien dat dit gebeurd, maar we weten zeker dat het er is. Ik vraag me af waarom we in een rechte lijn het universum in kijken en roepen we dat het oneindig is terwijl we weten dat er enorme vervormingen zijn door zwaartekracht. Dat je niet kan zeggen wat boven, onder, links, of rechts is dat snap ik. Dat je niet precies aan kan geven waar we ons bevinden in het heelal (niet de melkweg, we weten precies waar we in de melkweg zitten ) kan ik ook nog in komen. Maar dat ik in geen enkel gerenommeerd natuurkundig blad tegenkom dat we hoogstwaarschijnlijk met z’n allen om een hoekje zitten te kijken vind ik jammer. Ik had dat namelijk graag geweten. Nu moet ik zelf het internet op, op zoek naar antwoorden en ik kan je melden dat die niet te vinden zijn.

Nou nog eentje en dan houd ik op. Ik krijg er hoofdpijn van. Wij leven met ons planeetje ergens in een arm van de melkweg. In het middelpunt van de melkweg zit een enorm zwart gat. Zo heb ik me laten vertellen door mijn grote vriend Stephen Hawking. Dat zwarte gat heeft een enorme zwaartekracht en dat is de reden dat wij met de totale melkweg heel langzaam in rondjes daar omheen draaien. Als je goed kijkt naar plaatjes van de melkweg dan zie je dat onze melkweg, maar eigenlijk alle sterrenstelsels, wel wat weg hebben van orkanen. Let op, nou komt het: Orkanen hebben op aarde twee draairichtingen. Op het noordelijk halfrond draaien ze tegen de wijzers van de klok in en op het zuidelijk halfrond draaien ze met de wijzers van de klok mee. En ik vraag me dan af of dat ook zo is met sterrenstelsels. Draaien sterrenstelsels in het heelal allemaal dezelfde kant op of hebben zij ook verschillende draairichtingen? En waar zijn die draairichtingen van afhankelijk? En zouden wij misschien aan de draairichtingen van de sterrenstelsels kunnen zien waar we ons in het universum bevinden, net als dat je aan een orkaan kan zien of je op het noordelijk of zuidelijk halfrond bent?

In plaats van dat ik knip en klaar weet wat er speelt in ons universum heb ik er dankzij de heer Hawking ineens een heleboel vragen bij. Vragen waar ik, en hoogstwaarschijnlijk wij allemaal, nooit een antwoord op zullen krijgen. En een heleboel mensen geen antwoord op hoeven, de bofkonten. Ik kan dat niet. En dus snap ik ineens de mans gedrevenheid in zijn zoektocht naar de antwoorden. Ik wilde dat ik wat beter opgelet had bij wiskunde en natuurkunde. Maar ik kon op mijn 14e toch ook niet voorzien dat ik in mijn latere leven zo’n interesse zou ontwikkelen voor astrofysica? Nu ik veertig ben en niet meer op een middelbare school zit durf ik best toe te geven dat ik nerd-achtige trekjes vertoon. Maar de oplettende lezer wist dat waarschijnlijk al. En sorry voor de opkomende hoofdpijn.

maandag 28 oktober 2013

De slaapkamer

Over avontuur gesproken. Al maanden zijn de slaapkamers van de kinderen mij een doorn in het oog. Ze zijn met recht flink aan het puberen en dat uit zich met name in rotzooi om hun heen. Iedere poging tot opruimen en schoonmaken wordt binnen een dag of twee, wat ik al heel ruim aanhoud, teniet gedaan. Het betreden van hun slaapkamers was een avontuur op zich. Vooral de vraag “hoe-tref-ik-het-nu-weer-aan?” bekroop mij elke keer als ik voor de deur van één van beiden stond met de handen vol schone was. Soms viel het mee en kon ik rechtstreeks naar hun klerenkast lopen maar even zo vaak moest ik acrobatische toeren uithalen om de klerenkast te kunnen bereiken. Uiteindelijk gaf ik maar op en legde ik de was op mijn eigen bed met de mededeling dat het ’s avonds als ik wilde slapen weg moest zijn. Wat dan ook wel het geval was, eerlijk is eerlijk.

Maar sinds Jasper naar de middelbare gaat volstaat een kinderkamer niet meer. Hij is toe aan zijn eigen ‘mancave’, dat was hij al een tijdje maar ja, waar haal ik de energie vandaan? De gelegenheid deed zich voor in de vorm van Amanda die met haar vriendje en zijn familie op vakantie ging. Ik zag het aankomen in de agenda en greep de gelegenheid met beide handen aan. Eén kamer extra vrij geeft toch iets meer speelruimte als het op opslag aankomt. En zo begon de voorbereiding al weken van tevoren. Jasper had namelijk nogal wat uitzoekwerk te doen. Lego, Playmobiel, radiografisch bestuurbare auto’s en niet te vergeten zijn zorgvuldig bij elkaar gespaarde miniatuurtreinen. Oude Donald Ducks, treinenencyclopedieën, zijn mecanoauto. Alles is bekeken, even weggelegd, weggedaan, weggegeven of te koop aangeboden. Ik vond het net zo moeilijk als hij, het is echt het einde van zijn kindertijd nu veel van zijn speelgoed niet meer terug zou komen in zijn toekomstige nieuwe slaapkamer.

De voorbereidingen beperkten zich niet alleen tot Jaspers kamer. Amanda uitte al tijden de wens van een ‘nieuwe’ kamer maar daar waren wij niet zo voor. Dat zou namelijk de derde keer zijn dat we de muren zouden verven alleen omdat onze dochter lichtelijke vandalistische trekjes vertoond heeft de afgelopen jaren. Wij trokken de grens, dat wil zeggen openlijk naar haar. De rest van haar omgeving was op de hoogte van een enorme verrassing die wij gepland hadden als zij in Spanje verkeerde. En zo gingen we naar de IKEA zogenaamd voor de kamer van Jasper maar kochten we ondertussen ook gordijnen voor de kamer van Amanda. Die we vervolgens moesten verstoppen bij mijn schoonouders om maar niet door de mand te vallen. En vroeg ik tijdens een verjaardag mijn schoonvader om te helpen met schilderen op het moment dat Amanda eventjes naar het toilet moest. Dat we het stil hebben weten te houden tot ze weg was mag een wonder heten, ik kan namelijk geen geheimen bewaren.

We zwaaiden Amanda uit en diezelfde dag veranderde ons huis in een waar slagveld. De kamer van Jasper had natuurlijk prioriteit, daar moest het behang nog van de muren. Een ieder die dat ooit heeft moeten doen snapt de verschrikking die wij tegen kwamen. Drie lagen van hetzelfde behang niet door ons aangebracht maar nog van de vorige bewoners kan een enorme woedeaanval opwekken. Maar we ploeterden door, maakten de muren schoon en verfklaar en verplaatsten ook nog eens even alles uit Amanda’s kamer zodat beide kamers gelijktijdig geverfd konden worden.
We hadden er ruim de tijd voor uitgetrokken maar alles ging zo voorspoedig dat na één dag verven het grootste gedeelte klaar was. Dat was maar goed ook, mijn energiepeil stond al ver in het rood na het behangdebacle, wat zich vooral uitten in hilarische blunders zoals proberen te verven met het plastic nog om de nieuwe kwast. Maar nu alles voor op schema lag konden we het inrichten en ophangen van plankjes, kastjes en gordijnen in een redelijk rustig tempo doen.

Na maanden de deuren niet durven openen, na dagen in de troep, na het afkrabben, schuren, verven, boren, het op maat maken van de gordijnen, het nogmaals uitzoeken van het speelgoed, schoonmaken, puinruimen, om hulp vragen en heel veel aan een ander overlaten omdat ik niet meer kon was het opeens klaar.
Ik kan het nog niet geloven, het was een enorme aanslag op mijn lijf en een ieder die mijn blogs leest weet dat ik de komende weken niet tot veel in staat ben, maar wat een resultaat! Jaspers kamer hebben we op zijn verzoek legergroen met wit geverfd en hij heeft grijze meubels en gordijnen. Zijn treinbaan is verdwenen, die moest plaatsmaken voor een bureau, maar zij hebben hun eigen kastjes aan de muur gekregen alwaar zij prachtig uitgestald staan. Zijn sterrenkijker staat prominent in zijn kamer en alles heeft een plekje en is niet meer langs de muur opgestapeld . Hij heeft geen afscheid kunnen nemen van zijn Lego en daar ben ik stiekem wel een beetje blij om, hij verzint geweldige dingen en bouwt net zolang tot hij het voor elkaar heeft. Nutteloos te zeggen dat zijn bouwsels niets te maken hebben met de bouwsels die Lego ooit verzonnen heeft. Al dagen grijp ik elke gelegenheid aan om zijn kamer binnen te lopen. Ik geniet als ik Jasper zie bouwen achter zijn nieuwe bureau.


En dan het moment waar ik de hele week al zenuwachtig voor ben geweest, Amanda komt thuis en we proberen haar richting haar kamer te krijgen zonder iets te verklappen.  Dat valt nog niet mee, Amanda kan je niet zomaar voor de gek houden en nog voor ze haar deur open heeft weet ze al dat ook haar kamer een metamorfose heeft ondergaan. “Je mag opa wel bedanken”, zeg ik tegen haar, “hij heeft jou hele kamer geverfd.” Opa staat te glunderen, mijn schoonouders zijn speciaal voor de onthulling overgekomen. Hij krijgt een dikke knuffel voor ze de deur open doet.
Nu mag ze dan eindelijk haar nieuwe ‘volwassen’ kamer in. Ze weet niet waar ze kijken moet, de kamer is precies zoals ze me al zo vaak verteld had dat het worden moest. Donkerbruin met wit, nieuwe gordijnen en vitrage en de felbegeerde plank boven haar bed. Haar zelf in elkaar gepuzzelde schilderij, die al twee jaar achter haar verwarming stond, heeft eindelijk zijn plekje gevonden aan de muur en dat geld ook voor haar passpiegel, een onontbeerlijk stuk in een meisjeskamer. ’s Avonds pak ik de zaklamp en schijn op het schilderij. “Weet je nog dat het glow in de dark is?” vraag ik aan Amanda. Ze doet het licht uit en als ik denk dat het schilderij genoeg opgeladen is doe ik hetzelfde met de zaklamp. Samen kijken we naar de oplichtende lijnen. “Ik vind het echt heel mooi geworden mam’, zegt ze.

vrijdag 20 september 2013

In de krant

Het is alweer even geleden dat ik een advertentie in de Telegraaf zag. Men was op zoek naar vrouwen die een mooie foto van hun buik wilden. Sinds ik avonturier ben kan ik moeilijk nee zeggen op gelegenheden die zich voor mijn neus voordoen dus natuurlijk schreef ik me in. De mail die ik stuurde was kort en, zo vond ikzelf, redelijk arrogant. Dat was met een reden, ik vond het namelijk best wel een beetje eng. Stel dat ik wel werd uitgezocht, wat dan? Kortom, ik had last van koudwatervrees (wat op zich wel weer grappig is voor iemand die bij 14 graden Celsius de zwemvierdaagse uit gezwommen heeft) en de overheersende gedachte was er vooral één van liever niet uitgezocht worden maar wel een mooie blog schrijven over hoe ik me voor van alles en nog wat inschrijf. Toen ik een paar dagen later een mailtje terug kreeg met de boodschap dat mijn mail doorgestuurd was naar degene die de uiteindelijk keuze ging maken was ik dan ook nog niet bezorgd. Dat werd ik pas een weekje later toen ik de mail binnen kreeg dat ik een hele goede kandidaat was voor het beoogde artikel en of ik nog steeds wilde. Ik was flabbergasted!

Maar wie A zegt…..en zo antwoorde ik dat ik nog steeds wilde. Natuurlijk. En toen het idee dat ik echt in een landelijke krant kwam te staan met mijn blote buik enigszins bezonken was vond ik het zowaar leuk. Meestal als ik nieuws heb over mijn buik is het slecht, mijn huisarts krijgt bijvoorbeeld al zweetaanvallen als ik binnenkom met de mededeling dat ik buikpijn heb. Dit was een mooie gelegenheid om mijn buik eens een beetje positiviteit mee te geven. Sinds ik meegedaan heb aan de Colitis Collectie en naar de osteopaat ga kijk ik heel anders naar mijn buik. Na alles wat ermee gebeurd is vind ik het namelijk wonderbaarlijk dat hij het nog zo doet. Dat ik daar eerst mijn CT-scans voor moest bekijken heeft wel degelijk een verandering in mijn denken teweeg gebracht. 

De weken daarna vlogen de mails over en weer. Met do’s en don’ts , met welke kleren mee te nemen, instructies over hoe te verschijnen op de dag van de shoot (zonder haarlak en make-up!) en, belangrijker nog, waar ik zijn moest zijn en hoe laat. Fred had speciaal een dagje vrij gevraagd van het werk omdat de reis en de hele dag een enorme aanslag zouden zijn op mijn energie, dus hij was mijn chauffeur. Nutteloos te zeggen dat ik me op de dag zelf heel wat voelde. En zo reden we in alle vroegte de straat uit op weg naar Amsterdam. Nadat ik de mail met het adres binnen had gekregen kon ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en vond ik via Google Earth uit dat we verwacht werden in de havens.  

We komen ruim op tijd aan op een industrieterrein en Fred neemt afscheid met de mededeling dat ik hem moet bellen als ik klaar ben. Hij heeft voor zichzelf een dagje Amsterdam gepland. Ik ga naar binnen en beland vrijwel gelijk in een andere wereld als ik de fotostudio inloop. Aan de zijkant is een trap, boven hoor ik mensen praten en dus loop ik maar de trap op. Daar word ik hartelijk ontvangen door Audrey, de vrouw met wie ik de afgelopen weken mailcontact heb gehad. En krijg ik de andere dames te zien die ook uitgekozen zijn. Allemaal net als ik een tikkeltje zenuwachtig over wat er komen gaat. Audrey komt gelijk in beweging en gaat koffie voor me halen terwijl ik de omgeving en de mensen in mij opneem. “Zal ik jou gelijk maar interviewen, ik denk dat je straks na de fotoshoot misschien te moe bent?” Het is altijd fijn als mensen met je meedenken en zo zitten we al snel te kletsen over mijn buik en welk effect dit heeft op mijn leven. Audrey is een innemend persoon maar waarschijnlijk moet je dat ook zijn als journalist, anders vertellen mensen je nooit iets. Ik voel me welkom en vertel haar wat ze weten wil. “Achteraf krijg je te lezen wat ik geschreven heb en mag je altijd aanpassen als je het er niet mee eens bent hoor”, stelt ze me gerust. Ik vraag haar wanneer de geplande datum is voor het artikel. “Twintig september”, antwoord Audrey

Ondertussen wordt me door de styliste gevraagd alvast mijn bh uit te doen en mijn onderbroek wat naar beneden. “Anders krijg je van die rode striemen op de foto”, zegt ze. Ik kan het niet helpen dat ik ineens heel dankbaar ben voor de fatsoenlijke kleren die ik die morgen uit de kast getrokken heb en een groot jaren 60 gevoel maakt zich van mij meester. En wat een rare gedachten kan je op zo’n moment krijgen, ik zie ineens allemaal dolle Mina’s voor me die hun bh op de brandstapel gooien. De styliste staat inmiddels al klaar om mij eens flink onder handen te nemen. Wat ik normaal aan make-up draag vraagt ze. “Nou alleen als ik er zin in heb en nooit zoveel’, antwoord ik haar. We kiezen voor de naturel look en ik verbaas mij erover hoeveel make-up er op je gezicht moet om een naturel look te creëren. Mijn wenkbrauwen worden flink uitgedund en met de nodige lijm blijven ze ook nog eens mooi op hun plaats. Mijn haren worden gekapt en mijn decolleté opgepoetst. We zijn inmiddels een uur verder als alles geknipt, gekapt en op zijn plaats gehouden wordt, hoezo naturel? Terwijl ik in de stoel zit om opgemaakt te worden begin ik een praatje met de andere dames die ook uitgekozen zijn. We komen erachter dat we uitgekozen zijn uit 450 inzendingen en dat de lengte van de ingestuurde mails waarschijnlijk doorslaggevend was. Die had ik niet aan zien komen. Dan mag ik naar beneden voor de shoot.

De fotografe bekijkt me eens goed, vraagt me voor ze foto’s gaat maken een beetje te bewegen zodat ze kan zien wat mijn ‘goede kant’ is. Dan zet ze muziek op, beyonce kweelt Halo door de boxen en ik krijg instructies om sexy te kijken. Dat vind ik niet zo makkelijk zo voor een vreemde. Ik klap dicht. “Doe maar net of ik je man ben”, glimlacht de fotografe. Uhhu piep ik uit. Nou vooruit, trap ik mijzelf onder de kont, en nu los want ik wil wel een beetje schappelijk in de winkels liggen en het is niet het moment voor verlegenheid. En dus begin ik langzaam mee te deinen op de muziek probeer belachelijk verleidelijk in de camera te kijken maar vooral alle instructies van de fotograve te onthouden en uit te voeren. Ontspan, armen naar voren, hoofd een beetje schuin, wel blijven bewegen, buik een beetje naar voren en het liefst allemaal tegelijk. Een hele klus. Honderd foto’s verder zijn we klaar. Ik ben kapot maar het resultaat mag er zijn. We zoeken de beste foto’s eruit en daar maken ze bij de krant dan weer een selectie van. Nog één keer met vier andere dames op de foto en ik ben klaar.


Ik sta te trillen op mijn benen als ik weer naar boven loop. Audrey schrikt zich een hoedje en fluistert dat ze geen idee had dat een dag als deze zo’n impact op mij zou  hebben. Ze haalt nog snel wat eten en een kopje koffie voor me terwijl ik me weer aankleed en blij ben dat mijn bh weer aan mag. Als ik naar buiten loop staat mijn lief al te wachten. “Was het leuk, ik hoorde je al lachen”, vraagt hij. “Ik ga zo niet met jou naar huis rijden”, vervolgt hij als hij me eens goed bekeken heeft, “je moet eerst een klein beetje bijkomen.”
We stappen in de auto en hij rijd naar het IJ, daar heeft hij een koffietentje gevonden bij de reddingbrigade waar hij, naar eigen zeggen, zich de hele dag al op verheugd heeft om met mij hier wat te drinken. We gaan naar boven en hebben fenomenaal uitzicht over Amsterdam. Ik adem flink in, probeer wat energie terug te krijgen en voel de spanning van de hele dag een beetje van me afvallen. We kijken bootjes, proberen ons richtingsgevoel uit en worden door de serveerster op de foto gezet. Op de terugweg rijden we ondanks de Tomtom twee keer fout. We lachen erom. Eenmaal op de snelweg zet ik de stoel in de ligstand en val in een diepe slaap. Gelukkig is het nog lang geen 20 september.