donderdag 20 juni 2013

De Zwemvierdaagse Countdown

We tellen af naar de zwemvierdaagse, nog 4 nachtjes slapen en dan is het zover. De weersvoorspellingen zijn niet goed. Het wordt hooguit een graad of 17 maar Fred is optimistisch. ‘Dan voelt het water tenminste warm’, zegt hij. Ik zwem de vierdaagse niet alleen gelukkig. In het originele plan zou ik alleen met mijn lieve buurvrouw gaan. Toen het moment van inschrijven aanbrak en wij gezamenlijk achter de koffie zaten vertelde mijn buurmeisje dat zij ook graag mee wilde zwemmen. Schorvoetend melde de buurman zich ook gevolgd, door Jasper. Nu zijn we dus met z’n vijven. Ik heb mijn plannen al aan iedereen die mij behandeld gemeld. Ik ben braaf bij de huisarts geweest om naar mijn hart te laten luisteren voor ik de koude plomp inspring. Ik heb mijn fysiotherapeut voorgelicht, maar dat had vooral te maken met het feit dat ik volgende week niet langs kan komen voor een behandeling. Dat zwemmen vergt al genoeg van energievoorraad. De mensendiecktherapeute wil dolgraag aan het einde van de rit de bij elkaar gezwommen medaille bewonderen. En allemaal zijn ze terughoudend enthousiast, fijn dat je dat weer kan maaaarrr het zal een enorme aanslag op je lichaam zijn als je niet voldoende rust neemt. Daar ben ik me goed van bewust, het komt erop aan de komende week. De enige die ronduit afkeurend was, was mijn osteopaat.

Gisteren was ik op sessie. Hoe het met me ging (stabiel), of ik het volhield de voedingsmiddelen van de verboden lijst te laten staan (steeds iets makkelijker, zeker nu ik hele lekkere alternatieven gevonden heb en de weegschaal zes kilo minder aangeeft) en hoe het met mijn energie gesteld was (heel wisselend maar nog geen wonderbaarlijke vooruitgang helaas). Ik lag op de bank de behandeling te ondergaan toen ik haar van mijn voornemen vertelde. ‘Ik weet niet of ik dat wel zo’n goed idee vind’, zegt ze. ‘Jouw gezondheid is zo kwetsbaar dat ik heel bang ben dat de balans aan het einde, of tijdens de vierdaagse doorslaat naar de verkeerde kant. Je hebt nogal de neiging om over je grenzen heen te gaan en ik ben bang dat je dat nu juist gaat doen door dit te willen’,  gaat ze verder. ‘Ik moest regelmatig over mijn grenzen heengaan omdat ik anders net zo goed de hele dag op bed kon gaan liggen’, vertel ik haar. ‘Ik kreeg maar geen structuur in mijn leven door de onregelmatigheid die mijn buik en de pijn met zich meebracht. Ik heb verschillende therapieën gehad de afgelopen maanden en ik heb geleerd niet alles meer te willen (was heel moeilijk), mijn rust te nemen door duidelijk afgebakende rustmomenten in te bouwen aan de hand van mijn agenda. Ik ben er qua energie niet veel mee opgeschoten maar wel qua rust in mijn hoofd.’ Ik moet even pauzeren omdat ik in een houding gelegd word die onherroepelijk tot een luide kraak in mijn rug gaat leiden.  Ze vraagt me diep in te ademen en bij het uitademen mijn kin op mijn borst te leggen. Ik doe braaf wat me opgedragen word en bij het uitademen geeft zij een druk op mijn borst die beloond wordt met een pijnlijke krak ergens tussen mijn schouders. ‘De zwemvierdaagse volgende week wordt voor mij een ijkmoment om te zien of ik al het geleerde in de praktijk kan brengen. Ik weet het niet eerder dan dat ik het doe en ik ben me heel goed bewust van het feit dat ik naast de vierdaagse niets van mijzelf hoef te verwachten. Ik vind het goed, ik kan het loslaten en ben voornemend de dagen dat ik moet zwemmen grotendeels in bed door te brengen.’ En dan krijg ik, zij het onder een bedenkelijke blik, haar zegen.


Vanmorgen fietste ik zowat tegen mijn lieve buurvrouw aan. ’Heb je morgen wat te doen’,  vroeg ik haar. Ze keek me argwanend aan. ‘Misschien is het een idee om morgen even naar malkander te gaan en daar te kijken hoe koud het is in een buitenzwembad te zwemmen. Dan hebben we een idee wat ons volgende week te wachten staat’, probeer ik haar maar vooral mijzelf te overtuigen. We besluiten nu al kippenvel te hebben maar het er toch op te wagen. Het hoort immers ook bij de voorbereiding. Nog 4 nachtjes slapen………..


dinsdag 18 juni 2013

De zwemvierdaagse

Volgende week dan is het zover, dan word ik geacht aan de start van de zwemvierdaagse te verschijnen. Ik zie er naar uit. Zoals eerder gemeld wil ik eens in mijn leven een sportieve prestatie neerzetten en dat de prestatie gedegradeerd is van een marathon lopen naar de zwemvierdaagse mag de pret niet drukken. Ik heb het losgelaten en realiseer me eens te meer dat het uitzwemmen van de vierdaagse lichamelijk voor mij op dit moment gelijk staat aan het lopen van de marathon. Ik ben inmiddels ‘in training’ wat zoveel betekend als: ik kuier eens wat op de loopband in de sportschool en probeer mijn armen en schouders te trainen op de handbike.  Omdat ik niet aan de gewichten mag hangen blijft de training een halfslachtige poging straks, als het er op aan komt, niet al te veel op mijn bek te gaan. Maar ik vrees dat ik daar niet in ga slagen.
Eén blik in mijn agenda van die bewuste week laat zien dat de zwemvierdaagse  in een voor mij beroerde week valt. Eerst de zwemvierdaagse, dan op vrijdag het drakenbootconcert van de Golden Earring en op zaterdag een familiebarbecue. Ik krijg het er maar druk mee. Ik had natuurlijk ook iets beter in mijn agenda kunnen kijken voor ik al die afspraken maakte. Ik vrees dat ik een week voor de boeg heb van eten, zwemmen en slapen…..veel slapen. Vervelend genoeg heb ik door al die afspraken ineens geen vijf dagen om de vierdaagse te zwemmen, zoals elke deelnemer,  maar vier. Op vrijdag 20 baantjes zwemmen en daarna nog eens rocken bij een concert is voor mij een onmogelijke opdracht. Volgend jaar toch beter opletten voor ik afspraken noteer. En nu maar hopen dat het niet gaat onweren. 

De zwemvierdaagse is voor mij echt een dingetje. Ik wil heel graag een medaille voor een sportieve prestatie. Daarover schrijvend moest ik ineens aan mijn lieve vriendin denken die ik onlangs aan de telefoon had. Ons gesprek werd zwaar verstoord door uitvallende telefoons en werkzaamheden aan het netwerk. We moesten ons gesprek meermalen opnieuw beginnen omdat één van ons beiden ineens in het luchtledige aan het praten was en de verbinding dus was verbroken. We hadden het over een bucketlist, een lijst van dingen die je graag in je leven gedaan of gezien wilde hebben. Zij vertelde net dat ze heel graag nog een keer naar New York wilde toen we weer werden onderbroken en ik mijn mobiel erbij pakte.
Weer verbonden besloten we dat mobiel bellen te duur werd en dat we ons gesprek op een ander tijdstip voort zouden zetten. Maar het gaf me te denken, ik heb namelijk geen  bucketlist. Ik ben van mening dat je de dingen die je graag wilt gewoon moet doen en als dat niet binnen je vermogen ligt je jezelf niet moet pijnigen met een ooit, maar beter kan kijken wat dan wel haalbaar is. Ik hoef niet naar New York, ik kan begrijpen waarom mijn lieve vriendin er wel heen wil. Het is een prachtige levendige stad. Maar ik houd niet van drukte, daar gedij ik niet. Sterker nog….ik zou er gillend gek worden. Maar wat wil ik wel graag nog doen of gedaan hebben in mijn leven?

Die vraag zou ik vijf jaar geleden zonder nadenken hebben beantwoord met: Oma worden! Toen zag mijn leven er heel anders uit en had ik een doel nodig om me aan vast te houden toen het allemaal heel erg slecht ging. Ik wil nog steeds oma worden, heel graag zelfs. Maar eerst lijkt het me geweldig om veertig te worden. Nooit gedacht dat ik het zou halen. Ik roep nu al dat ik veertig ben terwijl ik nog een week of zeven moet wachten voor het echt zo is. En ik zou graag een surpriseparty hebben. Dat alle mensen die mij zo dierbaar zijn zich verstoppen in één of ander zaaltje waar ik, me van geen kwaad bewust, naar toe gelokt word en waar ik prompt flauwval van pure schrik en emotie als iedereen ineens tevoorschijn springt en heel hard SURPRISE!!  roept. Ik wil, samen met Fred, mijn kinderen de wereld laten zien. En dan niet de steden maar echt de wereld. Ik wil ze laten zien hoe mooi de wereld is als er nog geen mensen tussengekomen zijn. En dus wil ik bijvoorbeeld met ze naar de Grand Canyon, Yellowstone Park, Schotland, de fjorden van Noorwegen, Nieuw Zeeland en Afrika. Zolang het maar groots en uitgestrekt is met veel ruige natuur.  Trouwens, als we toch in Afrika zijn buurten we ook even in voormalig Rodhesië, de oorsprong van Djoy. Dat is waar ik haar mee naar toe zou nemen, naar haar roots.  En nu ik er toch op los aan het fantaseren ben: ik wil graag met mijn gezin naar een plek waar geen lichtvervuiling is zodat wij ’s nachts de melkweg kunnen zien. Als we dit op een noordelijke plek doen pakken we met een beetje geluk ook nog het noorderlicht mee. Dit zijn dingen die ik graag zou willen doen tijdens mijn leven maar vind ik het een  bucketlist? Nee. Of misschien toch?

Het is voor mij geen moeten, ik kan rustig sterven in de wetenschap dat ik al die dingen niet gezien heb. Weten dat het er is vind ik op dit moment al voldoende. Weten dat ik er ooit, mochten we op de een of andere gelukzalige manier de postcodeloterij winnen, heen zou kunnen gaan, ook. Misschien komt het ook wel door de negatieve associatie die ik heb met het woord bucketlist. Ondertussen ga ik onverminderd door met het beleven van avonturen. Nou vooruit. Er is één ding dat ik heel graag zou willen durven maar waar ik mijzelf waarschijnlijk ongelooflijk in de weg ga lopen.
In Texas is niet zo lang geleden de skyscreamer geopend. Een zweefmolen die tot honderdtweeëntwintig meter hoogte komt. Niks veiligheidsriemen, beugels en extra sloten om jou aan het einde van de rit weer veilig op de grond te zetten maar, net als in de zweefmolen op de kermis, een stoeltje en een stang die je langs de ketting van de schommel naar beneden trekt. That’s it. Alleen al het filmpje op internet bezorgt mij kippenvel. Ik zou heel graag geen angst hebben voor hoogtes en ik zou heel graag in de skyscreamer willen stappen. Ik zou gillend tot honderdtweeëntwintig meter hoogte getrokken willen worden en ik zou met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid mijn ogen niet open durven houden. Ik zou het hele ritje aan de mensen denken die het apparaat gebouwd hebben en die het moeten onderhouden en ik zou me afvragen of ze niet ergens een boutje of schroef gemist hebben. En aan het einde van de rit, als ik weer veilig met knikkende knieën op de grond sta, zou ik mezelf inprenten dat ik toch iets meer vertrouwen moet hebben in de kunde en expertise van andere mensen. Maar dat is sinds 2008 ook nog wel een dingetje………