We tellen af naar de zwemvierdaagse, nog 4 nachtjes slapen
en dan is het zover. De weersvoorspellingen zijn niet goed. Het wordt hooguit
een graad of 17 maar Fred is optimistisch. ‘Dan voelt het water tenminste warm’,
zegt hij. Ik zwem de vierdaagse niet alleen gelukkig. In het originele plan zou
ik alleen met mijn lieve buurvrouw gaan. Toen het moment van inschrijven
aanbrak en wij gezamenlijk achter de koffie zaten vertelde mijn buurmeisje dat
zij ook graag mee wilde zwemmen. Schorvoetend melde de buurman zich ook gevolgd,
door Jasper. Nu zijn we dus met z’n vijven. Ik heb mijn plannen al aan iedereen
die mij behandeld gemeld. Ik ben braaf bij de huisarts geweest om naar mijn
hart te laten luisteren voor ik de koude plomp inspring. Ik heb mijn
fysiotherapeut voorgelicht, maar dat had vooral te maken met het feit dat ik
volgende week niet langs kan komen voor een behandeling. Dat zwemmen vergt al
genoeg van energievoorraad. De mensendiecktherapeute wil dolgraag aan het einde
van de rit de bij elkaar gezwommen medaille bewonderen. En allemaal zijn ze terughoudend
enthousiast, fijn dat je dat weer kan maaaarrr het zal een enorme aanslag op je
lichaam zijn als je niet voldoende rust neemt. Daar ben ik me goed van bewust,
het komt erop aan de komende week. De enige die ronduit afkeurend was, was mijn
osteopaat.
Gisteren was ik op sessie. Hoe het met me ging (stabiel), of
ik het volhield de voedingsmiddelen van de verboden lijst te laten staan
(steeds iets makkelijker, zeker nu ik hele lekkere alternatieven gevonden heb
en de weegschaal zes kilo minder aangeeft) en hoe het met mijn energie gesteld
was (heel wisselend maar nog geen wonderbaarlijke vooruitgang helaas). Ik lag
op de bank de behandeling te ondergaan toen ik haar van mijn voornemen
vertelde. ‘Ik weet niet of ik dat wel zo’n goed idee vind’, zegt ze. ‘Jouw
gezondheid is zo kwetsbaar dat ik heel bang ben dat de balans aan het einde, of
tijdens de vierdaagse doorslaat naar de verkeerde kant. Je hebt nogal de
neiging om over je grenzen heen te gaan en ik ben bang dat je dat nu juist gaat
doen door dit te willen’, gaat ze
verder. ‘Ik moest regelmatig over mijn grenzen heengaan omdat ik anders net zo
goed de hele dag op bed kon gaan liggen’, vertel ik haar. ‘Ik kreeg maar geen structuur
in mijn leven door de onregelmatigheid die mijn buik en de pijn met zich
meebracht. Ik heb verschillende therapieën gehad de afgelopen maanden en ik heb
geleerd niet alles meer te willen (was heel moeilijk), mijn rust te nemen door
duidelijk afgebakende rustmomenten in te bouwen aan de hand van mijn agenda. Ik
ben er qua energie niet veel mee opgeschoten maar wel qua rust in mijn hoofd.’
Ik moet even pauzeren omdat ik in een houding gelegd word die onherroepelijk
tot een luide kraak in mijn rug gaat leiden.
Ze vraagt me diep in te ademen en bij het uitademen mijn kin op mijn
borst te leggen. Ik doe braaf wat me opgedragen word en bij het uitademen geeft
zij een druk op mijn borst die beloond wordt met een pijnlijke krak ergens tussen
mijn schouders. ‘De zwemvierdaagse volgende week wordt voor mij een ijkmoment
om te zien of ik al het geleerde in de praktijk kan brengen. Ik weet het niet
eerder dan dat ik het doe en ik ben me heel goed bewust van het feit dat ik
naast de vierdaagse niets van mijzelf hoef te verwachten. Ik vind het goed, ik
kan het loslaten en ben voornemend de dagen dat ik moet zwemmen grotendeels in
bed door te brengen.’ En dan krijg ik, zij het onder een bedenkelijke blik,
haar zegen.
Vanmorgen fietste ik zowat tegen mijn lieve buurvrouw aan. ’Heb
je morgen wat te doen’, vroeg ik haar.
Ze keek me argwanend aan. ‘Misschien is het een idee om morgen even naar
malkander te gaan en daar te kijken hoe koud het is in een buitenzwembad te
zwemmen. Dan hebben we een idee wat ons volgende week te wachten staat’,
probeer ik haar maar vooral mijzelf te overtuigen. We besluiten nu al kippenvel
te hebben maar het er toch op te wagen. Het hoort immers ook bij de
voorbereiding. Nog 4 nachtjes slapen………..