vrijdag 26 april 2013

Dokter Wie? (nee, in het Nederlands klinkt het lang niet zo spannend)


Fred en ik houden van goede series. De avonden dat wij samen op de bank tv kunnen kijken zijn er weinig en dus moet het kwalitatief wel goed zijn als we dan eenmaal getweeën neer kunnen strijken. Zo hebben wij jaren geleden braaf 'the X-files' gevolgd. Spannend vonden we dat! En mocht het dan zo zijn dat Fred middag-of nachtdienst had, dan nam ik het op, met een VHS videorecorder. Ik durfde niet alleen te kijken met een nacht-alleen-in-huis-zijn voor de boeg. Alleen kijken zou ook muiterij zijn. Later kwam Buffy, the vampire slayer, hebben we ook gevolgd. En nog wat later CSI, CSI-Miami en House. Er is echter één serie die ik helemaal alleen moet kijken en dat is Doctor Who. Ik ben in huis, en hoogstwaarschijnlijk in Nederland, de enige die dat leuk vind. Om die reden, en wil je de blog toch verder kunnen lezen, neem ik het risico dat je hier afhaakt omdat het je niet interesseert en ga ik toch het één en ander uitleggen over de serie. Want het idee achter The Doctor is zowel simpel als  geniaal.

Doctor Who is een Timelord van een andere planeet. Voor degene die nu nog aan het lezen zijn, even doorbijten, de theorie valt best mee en het loont de moeite. Hij is na een tijdoorlog nog de enige in zijn soort en hij doorkruist tijd en ruimte met zijn ruimte schip de Tardis. Dat staat voor Time And Relative Dimension In Space. De Tardis lijkt op een ouderwetse telefooncel en is groter van binnen dan van buiten en naar het schijnt zit er een zwembad, bibliotheek, een enorme kledingkast met kleding voor elke, maar dan ook echt elke gelegenheid, tijd en planeet. Als je eenmaal in de Tardis bent geweest en zolang je op reis bent met de Doctor, versta en spreek je foutloos elke taal van waar dan ook in het universum. Doctor Who kan niet dood, waarschijnlijk uiteindelijk wel maar zolang de serie in Engeland zo populair is zal hij blijven re-genereren. Wat zoveel inhoud als dat hij zichzelf opnieuw uitvindt. Wat weer betekend dat hij vanaf zijn regeneratie gespeeld wordt door een andere acteur.

Alleen al in de uitleg hierboven komt de genialiteit van de serie naar boven. Want; je kan de Doctor overal naartoe sturen, taal, tijd en dimensie zijn absoluut geen obstakel. En mocht er een moment komen dat een acteur geen Doctortje meer wil spelen dan laat je hem regenereren en ga je verder met een andere acteur. Probleem opgelost. Het is ook mede hierdoor dat Doctor Who de langstlopende SF-serie op tv is en dit jaar zijn 50e verjaardag viert. De Doctor zelf is echter ruim 900 jaar, maar dat terzijde. Ik haakte ergens begin jaren '80 in en maakte kennis met een vreemde man in lichte kleren, een lange jas en een bleekselderij als corsage. Ik zal negen geweest zijn en lag al wakker van de begintune. Die vond ik eng.  En dan de naam: Doctor Who. Maar hoe heet hij nou echt? De serie verdween van het scherm en ik dacht er niet meer over na, tot ergens in 2007. Ik lag continu in het ziekenhuis en de VARA deelde mede dat er elke zaterdagavond nieuwe afleveringen van Doctor Who te bezichtigen waren op Nederland 3. "Jeetje", zei ik tegen Fred, "das lang geleden, dat keek ik vroeger ook al. Hebben ze hem weer van stal gehaald?" Ik heb me één aflevering in kunnen houden, tot mijn nieuwsgierigheid het won en ik aan de beeldbuis gekluisterd zat toen aflevering twee werd uitgezonden. Ik ben sindsdien al aan mijn derde doctor bezig maar officieel is deze Doctor al de 11e.

Doctor who is voor mij de ultieme avonturier. Hij kan werkelijk overal naar toe reizen ongeacht tijd en ruimte. Hij kent alle werelden en zijn bewoners. Natuurlijk snap ik ook wel dat het verzonnen is maar dat houd me niet tegen om elke week precies op tijd voor de tv verzeilt te raken en de nieuwe aflevering op te slurpen. En jammer genoeg ben ik gezegend met een fikse fantasie. Dat is in de wintermaanden, als het donker is en ik de straat nog op moet met Djoy, niet handig want achter elke boom schuilt gevaar en films en boeken waar ik van onder de indruk ben echoën nog weken door in mijn hoofd. Hetzelfde geld voor Doctor Who. Ik heb het hier thuis al besproken. "Het spijt me lieve Fred", zei ik, "maar als de Doctor met de Tardis voor mijn neus staat stap ik in." Fred keek me verbouwereerd en ontgoocheld aan. "Nou hoef je niet zo zielig te kijken. Doctor Who zet mij namelijk een minuut later weer netjes thuis af terwijl ik misschien maanden weg ben geweest. Je hebt niet eens de kans me te missen omdat je niet weet dat ik weg ben geweest", ga ik verder. Fred begint bezorgd te kijken en ik kan het hem niet kwalijk nemen. Maar ik ga mee als hij voor mijn neus staat, het is maar dat jullie het weten.


Want verzonnen of niet, hij zet mij aan het denken. En natuurlijk zitten er tal van schrijvers achter de prachtige zinnen die hij uitslaakt over leven en dood en het universum en onze rol in dat plaatje. Maar het blijft goed verzonnen. Zo heb ik kennis gemaakt met wetenschap en alles wat daar bij hoort en leerde ik 'Weeping Angels', 'Dahleks' , 'Cybermen' en 'the Silence'  kennen en vrezen. Maar het mooiste aan de serie vind ik de uitspraken waarmee alles continu in perspectief wordt gezet, met deze twee quotes voorop;

All the elements in your body were forged many many millions of years ago in the heart of a faraway star that exploded and died. That explosion scattered those elements across the desolations of deep space. After so, so many millions of years, these elements came together to form new stars and new planets. And on and on it went. The elements came together and burst apart, forming shoes and ships and sealing wax and cabbages and kings. Until, eventually, they came together to make you. You are unique in the universe. There is only one Merry Galel *maar hier mag je ook lekker je eigen naam invullen hoor!*. And there will never be another. Getting rid of that existence isn't a sacrifice, it's a waste!

I'm not running away. But this is one corner of one country on one continent on one planet that's a corner of a galaxy that's a corner of a universe that is forever growing and shrinking and creating and destroying and never remaining the same for a single millisecond, and there is so much, so much, to see. Because it goes so fast. I'm not running away from things, I am running to them. Before they flare and fade forever.

'T is maar dat je het weet! Nog een kleine notitie: deze week trof ik een stukje op de website van de BBC dat aan het einde van dit seizoen de naam van de Doctor bekend wordt gemaakt. In Engeland stuitte dat idee op hevige weerstand. In tegenstelling tot Columbo wiens voornaam te googlen is (geloof me, ik ben er een taart aan verloren) is de echte naam van doctor Who in al die 50 jaar dat de serie bestaat nooit bekend gemaakt ook al beweerd men op internetforums anders. Dat bekend maken is volgens mij de doodsteek voor de serie en lijkt me zeer onverstandig. Want was het te weten komen wat zijn naam is, 30 jaar geleden de reden om te kijken, nu wil ik het niet meer weten. Dat kan alleen maar eindigen op een teleurstelling vrees ik.

donderdag 18 april 2013

Het avontuur dat Knientie heet


"Aaah dat is toch leuk voor de verjaardag van de kinderen", riep mijn moeder ongeveer 13 jaar geleden. Het ging om een konijntje. Teun had op het land net jonge konijntjes en mijn moeder wilde heel graag een konijntje aan Amanda en Jasper geven voor hun verjaardag. De kinderen waren in nog geen velden of wegen jarig maar de konijntjes waren nu jong. Ik streek met mijn hand over mijn hart, eigenlijk wilden we niet meer huisdieren maar hoe oud wordt een konijn nou helemaal? En zo kwamen mijn ouders een week later op visite met een zelf uitgezocht konijn en toebehoren. Het konijn kreeg een plekje onder de trap. Dat was zorgvuldig uitgezocht door Amanda die had besloten dat het diertje van daaruit alles goed kon bekijken. En sindsdien woonde ze bij ons. Het verzinnen van een naam ging niet zonder slag of stoot, Knientie heeft de afgelopen 13 jaar meerdere identiteiten uitgeprobeerd, zoals snuffie, stampertje, wollig en nog ongeveer 7 andere namen waar ik nu even zo snel niet op kan komen. Amanda en Jasper konden het maar niet eens worden over hoe het konijn "nou echt" moest gaan heten. Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt. "Ze komt van het land en uit Heerde en vanaf nu heet ze Knientie", zei ik tijdens het avondeten tegen de kinderen en mijn lief. Natuurlijk kreeg ik de nodige tegenstand, hoe kon ik nu beslissen hoe konijn ging heten, hij was toch niet van mij? Waarop ik antwoorde dat als het dier na 5 (?!) jaar nog geen vaste naam had het tijd werd dat er één werd aangewezen en dat ik dan degene was die dat ging doen. En zo woonde Knientie onder onze trap. Regelmatig deed ik het hok open om haar in de kamer vrij te laten hupsen en toen we nog gras in de tuin hadden stond ze daar op mooie zomerdagen als grasmaaier te fungeren. Knientie had één groot nadeel: omdat ze van het land kwam was ze moeilijk tam te krijgen. je moest het niet wagen je vinger in het hok te steken om haar te aaien. Ze kon zich vliegensvlug omdraaien en nam zo een hap. Ik grapte wel eens dat Knientie slechte ogen had en vingers aanzag voor wortels.

13 Jaar, had ik al gezegd dat dat een uitzonderlijk hoge leeftijd is voor een konijn? Knientie kwam toen we al wel poezen hadden maar nog geen hond. Misty kwam een paar jaar nadat Knientie haar intrede in huis had gedaan. Knientie heeft Misty groot zien worden. Knientie heeft de kinderen groot zien worden. En Knientie heeft mijn moeder, Teun, de poezen en Misty overleefd. De afgelopen maanden ging Knientie sukkelen, het begon met ontstoken ogen. Daar had ze wel vaker last van maar nu ging het niet over. De dierenarts grapte dat het vast hooikoorts was. Gelukkig had hij een oplossing in de vorm van oogdruppels en een vitamineprik én omdat Knientie al zo oud was hoefden we niet te betalen. Wat we erg aardig vonden. Vorige week zag ik tijdens het verschonen dat Knientie aangekoekte poep aan haar achterste had. Ik heb het heel voorzichtig losgeweekt en schoongemaakt. En gisteren was Knientie verlamd. Ik heb de dierenarts gebeld, we mochten gelijk komen. "Ik had begrepen dat u haar wilde laten inslapen", zei de dierenarts. Ik antwoorde: "Ja hoo eens even, als ze geen pijn heeft en zolang ze zich kan redden in haar kooi hoeft het niet van mij." Ik heb namelijk een enorme moeite met afscheid nemen. Ik wil de beslissing voor het beëindigen van het leven van een dier wat zo lang deel heeft uitgemaakt van ons gezin, gewoon niet nemen. Ik kan dat niet, punt. Tenzij het echt niet anders kan en de dieren waar wij zoveel plezier van hebben gehad en waar we met hart en ziel van hebben gehouden uitzichtloos lijden. De dierenarts moest mij verzekeren dat Knientie echt niet door kon zo. "Mevrouw, een konijn is een vluchtdier, als er gevaar dreigt moet ze weg kunnen. Het feit dat uw konijn dat nu niet kan zorgt voor enorm veel stress bij het dier. Het is beter haar in te laten slapen." Mijn lip begint te trillen. "Deze beslissing maken we nu samen, u bent daar niet alleen verantwoordelijk voor. Ik als dierenarts zeg u dat het beter is voor het dier nu te stoppen." Mijn lief en ik stemmen toe en ik dank haar voor de gedeelde verantwoordelijkheid. Knientie is rustig ingeslapen terwijl wij haar bleven aaien. "Het is fijn voor haar als ze jullie geur tot het laatst bij zich heeft", zei de dierenarts......

Djoy wilde gisteren niet mee wandelen en staat regelmatig op de plek onder de trap naar de leegte te kijken. Knientie heeft Djoy ook groot zien worden. Het is stil onder de trap, geen kooi daar hebben staan slaat letterlijk een gat in de huiskamer. Ow ja ik hoor jullie denken: het was maar een konijn. Maar natuurlijk, daar ben ik me goed van doordrongen. De kinderen kregen Knientie van mijn moeder maar toen zij overleed heb ik me Knientie toegeëigend. Dat is, op een maand na, 10 jaar geleden. De kinderen waren toen al ouder en hadden hun interesse in Knientie al lang en breed verloren.  Ik niet, dankzij Knientie had ik het gevoel dat mijn moeder nog heel dichtbij was. Als ik haar miste keek ik onder de trap. Kinderachtig? Misschien, maar Knientie was alleen al om die reden niet zomaar een konijn, maar een stukje troost, een lekker zacht stukje en een werkelijk prachtige opvulling onder de trap. Dank je lief konijn voor al die jaren waarin ik nooit helemaal afscheid heb hoeven nemen van mijn moeder. Volgende maand ga ik op de sterfdag van  mijn moeder naar haar graf en leg ik daar, net als elk jaar, vergeet-mij-nietjes. Bij thuiskomst zal het stil zijn onder de trap..........

maandag 15 april 2013

Het Gardense avontuur, met een klein beetje Putten in twee spannende delen! (voor deel 2: klik op de link onderaan deze blog)


Normaal gesproken komen wij bij elkaar om onszelf de stuipen op het lijf te jagen tijdens een enge film, maar dit keer kwam het verzoek van Nanda en Jeroen of we misschien een keertje zin hadden om af te spreken op de camping alwaar zij een voorseizoensplaats hebben weten te bemachtigen. Mits het weer goed was, zo was de afspraak. Daar gingen we dan, ergens in de middag, op weg naar Garderen. Het was de hele week al spannend; kan het doorgaan of gaat het te veel regenen? Wij hielden elke dag het weer nauwlettend in de gaten, vooral de langetermijnverwachting was een week lang enorm populair. Maar gelukkig werd gaandeweg de week duidelijk dat het avonturen in Garderen door kon gaan. Met de instructies op zak vertrokken we vol verwachting naar Garderen. "Bel maar als jullie op de parkeerplaats staan, dan halen we jullie daar op", zei Nanda en dat deden we. Daar stonden we dan, bepakt en bezakt te wachten tot we voorbij de slagboom mochten. Natuurlijk moest er eerst gekust en geknuffeld worden, we hadden elkaar immers lang niet gezien. Toen we allemaal weer even aan elkaar gesnuffeld hadden konden we op weg naar de caravan van Nanda en Jeroen.

Koffie, taart, thee en fris. we zitten buiten aan een tafeltje en kletsen. Amanda staat in de diva-stand en baalt dat er wel wifi is maar dat daarvoor betaald moet worden en dat papa en mama dat niet van plan zijn voor één dagje. Ik kijk eens even lekker om me heen, het is gezellig druk op de camping en we zitten op een prachtig plekje waar we alles goed kunnen overzien. De vogeltjes fluiten, Jasper is in afwachting van het klimbos en Kynan en Luna zijn ergens op een speelplaats heel druk met het bouwen van van alles. Voorzichtig gluur ik achter mijn lief langs naar de caravan van de buren om getrakteerd te worden op een boze blik van de buurvrouw. Zij zit pontificaal voor het raam van de voortent onze kant op te loeren en doet dat niet eens zo stiekem als dat ik probeer te doen. Ze kijkt "not-amused". Ik leer van Nanda dat dat buurvrouw Toos is en dat als je wat wilt weten over iemand hier op de camping, je dan bij haar moet zijn. Zij is degene die alles in de gaten houd. Jeroen verdenkt haar van een spionnetje thuis aan het kamerraam. Ik draai mijn stoel een tikkeltje zodat ik niet iedere keer als ik naar mijn lief wil kijken geconfronteerd word met dodelijke blikken, het helpt een beetje. We zijn hier immers voor onze ontspanning, als ik een boze blik wil dan kijk ik wel even naar Amanda, die nog niet over het wifi-gebeuren heen is. We besluiten een wandelingetje te maken over de camping, alwaar je kunt slapen in een safaritent en dino-eieren, heel inventief allemaal. Het is een hele luxe camping, zo'n eentje waar ik ook nog wel zou durven kamperen. Dat veranderd na de avondwandeling in het bos als Jeroen zegt: "Toch raar dat de camping 's nachts op twee plekken gewoon vrij toegankelijk is." Aangezien ik er 's nachts altijd wel een keertje stoma gerelateerd uit moet is dat niet een plezierige gedachte na wat ons in het bos overkomen is.

We willen iets spannends gaan doen met z'n allen. Aan de overkant van de weg zit een klimbos, maar daar eenmaal aangekomen blijkt dat er eerst gereserveerd moet worden en dat het bos nu vol zit met klimmers. Ik ben opgetogen. ik had even van een afstandje staan kijken naar hoe hoog het allemaal is, wat er geklommen moet worden en hoe iel zo'n harnas eigenlijk is en heb ter plekke verzonnen dat er grenzen zijn aan het beroepsavonturier zijn en dat ze wat mij betreft hier even liggen. Putten heeft in het landgoed Schovenhorst een prachtige uitkijktoren van 40 meter hoog, heel degelijk allemaal, waar we allemaal in mogen en wat, hoe Hollands, die vele malen goedkoper is dan een uurtje klimmen in het bos. Wij stappen in de auto en nog geen 10 minuten later staan we bij de kassa kaartjes te kopen. Een kleine wandeling later zien we de toren opdoemen tussen de bomen. Jeroen is gewapend met een fototoestel en ik met mijn videocamera, we gaan de klim aan alle kanten vastleggen. Maar ik sta nog niet in de toren onderaan de trap of mijn batterij begeeft het. "Die had ik nog nagekeken voor we van huis gingen Fred," roep ik verbouwereerd. Ik baal er stevig van en enigszins mopperend begin ik aan de klim. Ik lig gelijk al achter, Nanda gaat in een straf tempo voorop met de kinderen. "Dat had ik mooi kunnen filmen", mopper ik in mijzelf en ik stap stevig verder. misschien raak ik zo mijn boosheid om mijzelf een beetje kwijt. We komen bij de eerste uitspanning op 10 meter hoogte hier zitten aan de buitenkant van de toren allemaal nestkastjes en kan je in de toren door een gaatje naar binnen kijken. Helaas voor ons zijn er geen nestjes in de kastjes en we klimmen verder. Op 27 meter hoogte komen we bij de tweede uitspanning. Hier geen gewone vloer maar deze uitspanning bestaat volledig uit net, de klimkooi. Stevig, dat wel, maar je kijkt, als je er op loopt, zo naar beneden en dat is wel een heel eind........
De kinderen vinden het geweldig en springen en rennen over het net alsof de hoogte waarop we zitten er niet toe doet. Daar kan ik nog een puntje aan zuigen. Ik kijk even naast me en zien Nanda een tikkeltje groen naast me staan. toch pakt ze de zijkant en doet een paar stappen het net op. Ik vind haar reuze dapper. Het is mijn derde klim naar boven, ik vind de bostoren helemaal geweldig maar de klimkooi is voor mij een enorm groot obstakel. We klimmen door naar boven en eenmaal op 40 meter aangekomen is het uitzicht adembenemend. Het is helder weer dus we kunnen in de verte Almere zien, Amersfoort, de Utrechtse heuvelrug. De kinderen rennen langs de reling terwijl ik mijn roestige pijlsnelle verrekijker erbij pak en probeer nog meer en nog verder te zien. Kynan wil ook even gluren door de verrekijker, wat natuurlijk mag en daarna is Luna aan de beurt. Amanda staat ontspannen in de verte te koekeloeren en ik zet haar op de kiek. Amanda is nog nooit bang geweest voor hoogtes. Nanda krijgt meerdere hartverzakkingen als de kinderen op de onderkant van het hek willen staan om eroverheen te kunnen kijken. Jasper plaagt mij door steeds tegen het hek aan te duwen en net te doen of de bouten loszitten. Iets wat razendsnel door de mannen opgepikt wordt die nog even lekker mee gaan duwen en roepen: "Hij zit nog maar aan één boutje vast!" Het is overduidelijk tijd om naar beneden te gaan. Amanda en Nanda gaan voorop, Nanda hardop de treden tellend om iets te hebben om zich op de kunnen concentreren zodat het minder opvalt dat het zo hoog is. We komen weer langs de klimkooi en ik wil liggend op het net op de foto zodat ik, eenmaal thuis, net kan doen alsof ik heel stoer was en kan zeggen: "Kijk eens wat ik durfde!" Heel dapper ga ik zover naar het midden als ik durf en ga liggen terwijl Jeroen zijn best doet niet alleen mij schappelijk op de foto te krijgen maar ook de hoogte waarop ik lig. Ik probeer zo ontspannen mogelijk te liggen, wat niet lukt. vervolgens probeer ik er dan maar zo ontspannen mogelijk uit te zien voor de foto en stel me mijn hangmat thuis voor op 10 centimeter van de grond.
 Na wat een eeuwigheid lijkt is het klaar en kruip ik met het kippenvel op de armen naar de kant, blij dat ik de steunbalk van de toren weer vast kan houden. Vanaf hier valt het weer mee en zijn we binnen een paar tellen allemaal beneden waar Nanda en Amanda ons staan op te wachten. Tuurlijk zijn we er vol van als we naar de auto lopen.

Terug op de camping maken we ons op voor het eten. Wij worden echt vreselijk verwend door Nanda en Jeroen met patat, frikandellen, kroketten kipfingers en meer. Na het eten ga ik even met Luna badmintonenenenen. We besluiten zo vaak als we kunnen over te slaan en we komen tot twaalf. wat echt heel veel is gezien Luna's badmintonracket. En weer even later staan we met zijn allen te lummelen en hebben we ineens een nieuwe spelvariant bedacht: lummel met tikkertje. (Spelregels zijn op te vragen) Als iedereen moe gespeeld is worden we nog verder verwend met ijs en drinken we koffie. Jeroen checkt buienradar en speelt voor onheilsprofeet als hij regen voorspeld. We willen nog een boswandeling maken in het schemer om zo de kans op het zien van wild te vergroten. "Als we wat willen moeten we nu gaan", zegt hij. En zo trekken we de schoenen en jassen aan, pakken we de zaklampen, nemen we zekerheidshalve ook nog maar het GPS apparaat van Freddy mee.  En kan je hier lezen hoe spannend dat avontuur was en dat we ternauwernood ontsnapt zijn aan iets waar we geen idee van hebben wat het geweest is:   http://hoevindjemijn.blogspot.nl/2013/04/overleven-in-de-garderense-bossen.html


maandag 8 april 2013

Avontuurlijk eten en de zwem-4-daagse. En dat die twee niets met elkaar te maken hebben.

In het kader van het avontuur heb ik onlangs besloten het niet alleen meer bij de reguliere geneeskunde te houden maar mijn heil ook te zoeken in een alternatieve geneeswijze, in mijn geval:Osteopatie. Nou mag ik kennelijk niet meer zeggen: baat het niet, dan schaad het niet, want volgens velen kan een alternatieve geneeswijze enorm veel schade aanrichten. Maar dat kan de reguliere geneeskunde ook. Geloof me, ik ben een goed voorbeeld van hoe mis het allemaal kan gaan. Het is de arrogantie en het elkaar dekken van de reguliere artsen die voorkomt dat hun fouten veelal breeduit in de pers en voor het gerecht komen, maar dit terzijde. Ik ga dus sinds kort naar de osteopaat. Ik had van een aantal mensen in mijn omgeving goede berichten gehoord, zeker als het op buikklachten aankwam. Het enige wat mij tegen hield was dat ik het grootste gedeelte van de behandelingen zelf moet betalen en wij niet zo financieel bemiddeld zijn dat ik kan zeggen: nou ik ga eens even lekker elke week. Maar mijn nood is zo hoog, mijn buikpijn zo erg dat ik in dit geval aanspraak moet maken op reservepotjes e.d. Dit jaar kan ik, hebben we uitgerekend, 7 keer voor een behandeling gaan. Mijn eerste behandeling was vorige week. Het is allemaal wat zweveriger dan bijvoorbeeld een huisarts of fysiotherapeut, maar wat ze mij vertelde was in zekere zin best begrijpelijk.

Ik kreeg nogal wat do's en don'ts mee. Zo moet ik 's morgens op de nuchtere maag een glas lauw water drinken met een eetlepel olijfolie erin. Is leuk bedacht niet? Olijfolie laxeert immers. Het is alleen zo jammer dat hoe hard je ook roert, de olijfolie gewoon niet mengt met het water en dus drink ik 's morgens een glas lauw water met een laagje olijfolie erop. Verder moet ik het eten van varkensvlees beperken tot helemaal schrappen. Datzelfde geld voor suikers (helemaal de nepsuikers), gist, koolsoorten en melkproducten met uitzondering van de Biogarde staan inmiddels ook op de verboden lijst. Wie mij een beetje kent en weet wat er gespeeld heeft de afgelopen jaren krabt zich inmiddels flink achter de oren en vraagt zich af wat ik dan nog wel mag en kan eten. Nee lieve bloglezers en lezeressen, er blijft op deze manier bar weinig over. Want alles waar ook maar een beetje vezels in zit is al spannend, johannesbroodpitmeel is een uitdaging (laat ik het vooral positief benoemen) en E153 is uit den boze. Ik daag jullie uit om met de bovengenoemde restricties naar de supermarkt te gaan en terug te komen met iets dat eetbaar is, redelijk gezond met een voedingsgehalte EN lekker! En zo is brood inmiddels vervangen door zuurdesembrood, wat De Echte Bakker wonder boven wonder tot een feestje heeft weten te maken, waarvoor dank!! Ik eet vis, kip en vegetarisch. Drink ongezoete soyamelk (is even wennen) en eet nu ongeveer 6 keer per dag kleine maaltijden. Kortom, ik geef me helemaal over aan het regime dat de osteopaat voor mij heeft uitgezet de komende weken. Maar het resultaat mag er zijn. Mijn buik lijkt wat minder opgeblazen en dat alleen al geeft letterlijk ademruimte. En mocht het een placebo-effect zijn dan heb ik daar toch lekker plezier van. Ik verwacht geen wonderen, die zijn me ook niet beloofd door de osteopaat. Wat er in mijn geval op neer komt dat het hoe dan ook een win-win situatie is. Iemand nog een kopje kruidenkoffie met een likje ongezoete soyamelk??

Ondertussen avontuur ik er net als Bolke de Beer gewoon verder op los. Zo heb ik met mijn lieve buurvrouw het plan gevat om deze zomer mee te doen met de zwem-4-daagse. In mijn beleving moest je dan een verschrikkelijk stuk zwemmen, maar even zoeken op internet leert ons dat de zwem-4-daagse niet meer is dan 4 dagen lang 250 of 500 meter zwemmen. Hier krijg je een uur de tijd voor. Ik kan redelijk makkelijk 500 meter zwemmen, als je de nasleep van twee dagen extreme vermoeidheidheid en bijkomen niet meerekend. Dit houd mij niet tegen elke week met mijn lieve buurvrouw het zwembad in te springen. De moeilijkheid zit 'em dus niet in de 250 of 500 meter, het zit 'em in 4 DAGEN achter elkaar die afstand zwemmen. Een uitdaging en daar houd ik van. Sinds ik avonturier ben geworden is de tijd van negatieve uitdagingen (zoals het weerstaan van pijn, hoe kom ik de dag door en wat ga ik nou weer eens eten zonder in de problemen te komen??) voorbij vind ik zelf. In mijn pubertijd had ik ooit eens het plan gevat een marathon te lopen. Dit moest al heel snel bijgesteld worden naar een halve marathon. Ik zou dat dan lopen op het liedje "King Of Sunset Town" van Marillion. Geen idee waarom, maar in mijn hoofd was de hele film al rondom dat lied afgemonteerd vanaf de training tot aan het moment dat ik glorieus over de streep zou komen. Nutteloos te zeggen dat deze plannen ook de ijskast in konden en ik toen het weer eventjes beter ging vond dat ik dan maar de avond-4-daagse van Nijmegen moest lopen, wederom op Marillion. Ik ben er nooit in de buurt geweest, het was gewoon domweg geen optie met mijn lijf.......En toen kwam het catastrofale jaar 2008, het jaar waarin ik bijna het leven liet en mijn enige wens nog overleven was. Daarna...tja...een marathon zal het nooit meer worden, ook geen halve. Voor mij ook geen 4-daagse van Nijmegen meer, ik ben van mening dat mijn lijf genoeg lange-afstand-prestaties heeft neergezet in het ziekenhuis. Ik ben er nog, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik wil nog zo graag een sportieve prestatie neerzetten al is die nog zo klein en komt die in de vorm van een zwem-4-daagse. En dus ga ik vanaf volgende week "in training", voor zover dat kan voor een zwem-4-daagse, en zal ik trouw mijn videocamera meenemen. Zodat er over een tijdje een filmpje op mijn computer staat waarin ik op "The King Of Sunset Town" van Marillion train, zwem en uiteindelijk glorieus aantik op de laatste avond van de zwem-4-daagse en met tranen in mijn ogen een medaille in ontvangst neem voor de geleverde prestatie.

"Watch a big wheel turning round

Some go up and some go down

Some go thirsty, some just drown

That's the law round here

Said the king of sunset town"

http://www.youtube.com/watch?v=EMBRjiyN9-E