Mijn schrijfmaatje en vriend Jeroen wist niet wat hij in
werking zette toen hij een aantal maanden geleden een oproepje plaatste op
facebook met de vraag of er misschien iemand was die zin had om mee te gaan
naar Distortion. Ik als doorgewinterde beroepsavonturier kon zo’n buitenkansje
niet laten gaan ook al was ik van mening dat de muziek die de bands ten gehore
zouden brengen niet echt ‘my-cup-of-tea’ waren. En zo reisden wij af naar
Eindhoven. Dat daar het laatste woord thuis nog niet over gezegd was had ik
gemakshalve maar even weggelaten. De onenigheden in onze echtelijke sponde zijn nou niet
bepaald iets wat ik aan de grote klok wil hangen. Maar mijn lief had wel een
punt, namelijk het volgende: als ik vond dat ik een dag kon toeven tussen de
zware metalbands kon ik er thuis ook prima naar luisteren. Iets wat normaal
gesproken amper gebeurd. Ik kon mij er enigszins uit kletsen door te melden dat
ik metalbands live beter te verteren vind dan van een cd omdat je dan lekker
mee kan schreeuwen. Dat ik mijzelf daarmee danig in een hoekje kletste werd een
paar weken geleden pijnlijk duidelijk……..
Want wat was het geval? Mijn lief was een aantal dagen voor
wij Distortion aan deden met mijn dochter afgereisd naar Amsterdam voor een
concert van Volbeat. Uiteraard kwamen ze vol verhalen terug, het was geweldig
zeiden ze in koor. Het enige waar mijn beide lieverds het niet over eens werden
was het voorprogramma. Amanda vond het drie keer niks en Fred was laaiend
enthousiast. “Als die weer in Nederland komen ga ik erheen, ga je dan
mee?” vroeg hij. Natuurlijk zei ik ja,
ik vind Volbeat leuk dus hoe erg kan het voorprogramma dan zijn, dacht ik in al
mijn onschuld. En eerlijk is eerlijk, ik dacht ook dat het wel even zou duren
eer Iced Earth, want zo heet de band, weer in ons kikkerlandje verzeilt zou
raken. Ik zat gebakken……dacht ik. Ik had er echter niet meer naast kunnen
zitten. Fred ondernam een zoektocht op internet en kwam niet lang na mijn ‘ja,
ik wil’ al met de mededeling dat Iced Earth in januari op zou treden in
Hengelo. De kaartjes waren besteld en Jasper ging ook mee. Ik slikte even wat
weg.
En zo belandde de nieuwste cd van de jongens in onze
autoradio, kreeg iedereen te horen wat onze plannen waren en besloten onze
lieve vrienden Ernst en Marion mee te gaan. Ernst had Iced Earth al op de agenda
staan. Hij als beroepsfotograaf (her en der in mijn blogs staan zijn foto’s,
waarvoor dank) staat bij dit soort concerten vaak vooraan plaatjes te schieten
en is een hardcore metalfan. Marion houd
ook van stevige muziek en na een voorproefje op youtube van wat ons te wachten
stond was ook zij enthousiast.
De datum
van het concert kwam al snel dichterbij en ik ging weer in de
voorbereidingsmodus. Dat verliep niet zo succesvol als ik zou willen. Met een
dochter in de puberstand liepen de gemoederen in ons huis af en toe hoog op en
daar kwam nog eens bij dat ik de week voor het concert nieuws kreeg waar ik
behoorlijk van van mijn stuk was. Ik kreeg het niet voor elkaar om rustig op
bed te gaan liggen en heb de week boos, verdrietig en machteloos doorgebracht.
Maar ergens in mijn achterhoofd leefde ik toe naar het concert. Het is namelijk
heerlijk om te weten dat er ergens in de toekomst een moment komt dat je al je
frustraties en onbegrip van je af kan gaan schreeuwen. En zo werd het de dag
van het concert. Ik was doodop van alle ontwikkelingen en stond ’s morgens al
ziek op. Ik kwam niet verder dan het uitzwaaien van de kinderen en ben zo snel
als mijn lijf dat toeliet weer mijn bed in geklommen.
Maar een dagje slapen deed wonderen en ik was, met de nodige
pijnstilling, weer genoeg opgelapt om mee te gaan. Ik pakte een tas voor na het
concert (les geleerd na Distortion) en we stapten in de auto om Ernst en Marion
op te halen en een klein uurtje later uit te stappen bij het Metropool in
Hengelo. We waren ruim op tijd en konden kiezen waar we wilden staan, in de
zaal of toch op het balkon? Na beide opties overwogen te hebben kozen Marion en
ik voor het balkon. De mannen hadden daarin geen keuze, Ernst waren we al kwijt
en Fred en Jasper stonden t-shirtjes uit te zoeken. Ik verbaasde me over de
grootte van de zaal (klein) en dat we vanaf het balkon geweldig zicht hadden op
het podium. En omdat we zo vroeg waren stonden we prachtig vooraan.
Het wachten
kon beginnen. We zouden deze avond los van de hoofdact nog twee voorprogramma’s
te verstouwen krijgen dus we hadden een lange avond voor de boeg.
Bij de eerste band slaat de meligheid al toe, op de één of
andere manier raak ik met Marion altijd in het klierhoekje verzeilt. De zanger
van de band praat zoals hij zingt, iets wat houd tussen praten, schreeuwen en
grunten. Het moet er denk ik quasi stoer uitzien maar mij werkt het vooral op
de lachspieren. Dat komt omdat ik me, met mijn veel te grote fantasie, afvraag
of hij ook zo praat tegen zijn kinderen, mocht hij die hebben, of met de juf
van school tijdens een tienminutengesprek. Als deze jongens klaar zijn worden
onze oren mishandeld door band nummer twee. Ze kunnen mij niet bekoren en het
hoogtepunt van hun optreden is het moment dat de zanger na een (dronken??)
misstap zowat bij de drummer op schoot beland en het hele optreden bijna in de
soep beland. Ik kom niet meer bij. De volgende dag thuis krijg ik tijdens het
eten (?!) te horen dat de zanger ook even zijn neus leegde richting het publiek
en ben ik dankbaar dat ik dat gemist heb en boos dat, van alle momenten dat dit
vieze nieuwtje mij verteld had kunnen worden, mijn mannen er voor kiezen dit
onder het eten te doen. En dan gaan de gordijnen dicht en wordt het podium
opgebouwd voor de hoofdact. Wij wachten en wachten en ik en dankbaar voor ons
plaatsje op het balkon. Zo kan ik tenminste even hangen en leunen als ik moe
word. Na bijna drie kwartier gaan eindelijk de gordijnen open, het gaat beginnen!
Iced Earth, hun nieuwste cd had ik al opgedrongen gekregen
in de auto. En ik moet bekennen dat ik die best goed vond. Ik had zelfs al een
liedje bedacht waarmee ik vond dat ze het concert prima konden beginnen. En dat
doen ze dan ook, dus de sfeer zit er gelijk in. En aangezien ik nogal wat van
me af te schreeuwen heb sta ik gelijk maar mee te brullen. Tot grote verbazing
van man, kind en vriendin. Ja, dit meisje kent de tekst! Er passeren nog meer
liedjes die ik woordelijk mee kan zingen en dan komt het klad erin. Ik ben moe
van de hele week en daar bovenop nog een avond staan en mijn ellende eruit
schreeuwen. Maar om me heen kijkend zie ik dat ik niet de enige ben. Veel van
mijn omstanders vinden drie bands op een avond teveel van het goede. Ik duik
het toilet in, blij dat ik even zitten kan. Het Metropool is waarschijnlijk één
van de weinige concertzalen waar dat kan omdat de toiletten spik en span zijn,
en ik ben een kenner. Eémaal een beetje bekomen ga ik weer terug naar de zaal.
De nummers die nu langskomen ken ik niet dus ik verleg mijn aandacht naar de
pit die onder ons is ontstaan. Het is een gekkenhuis en ik ben wederom blij dat
we voor het balkon gekozen hebben. Mensen duwen en trekken aan elkaar en ik
vraag me af of ik wel de enige was met een rotweek. Inmiddels komen er weer
nummers langs die ik ken en aangezien ik weer een beetje energie heb sta ik
weer leuk mee te doen. En geloof het of niet, ik heb een piepklein momentje met
de zanger die er eindelijk achter komt dat er ook nog een balkon is. Het kan
ook aan mijn drie-jaren-sjaal liggen die ik over de balustrade heb gehangen en
die erg in het oog springt maar terwijl hij mij aankijkt steekt hij zijn hand
op om het publiek op te zwepen. Ik steek mijn hand naar hem op en wijs hem aan
en die actie brengt een lach op zijn gezicht. Is toch een dingetje dat ik
gemeld wil hebben in mijn blog.
Als we na het concert teruglopen naar de auto komen we langs
de tourbus. Een chique geval met geblindeerde ramen. Ik grap tegen Marion dat
we zo in onze eigen tourbus stappen, ik heb namelijk nog een achter-de-handje.
Als Fred de deuren van de auto opent pak ik de tas die ik thuis al had ingepakt
voor de terugweg. Marion en ik kruipen op de achterbank en ik tover een
dekentje tevoorschijn (wederom les geleerd na Distortion). We kruipen er lekker
onder. “Wil er iemand wat te drinken?” vraag ik en ik deel flesjes drinken de
auto door. Daarna kom ik met snoep op de proppen en als onze vocht en
zoetbalans weer op peil is, is het tijd voor de zoutbalans en haal ik chippies
uit de tas. Het is goed toeven in onze auto en ik kom een beetje tot rust. We
kijken uit het raam en zuchten als we langs Deventer rijden. Dat stadje aan de
IJssel is zo’n mooi gezicht. Marion houd mijn hand vast. Wat staat de stilte
die op dat moment heerst in de auto haaks op het gekkenhuis waar we vandaan
komen.