Over avontuur gesproken. Al maanden zijn de slaapkamers van
de kinderen mij een doorn in het oog. Ze zijn met recht flink aan het puberen en
dat uit zich met name in rotzooi om hun heen. Iedere poging tot opruimen en
schoonmaken wordt binnen een dag of twee, wat ik al heel ruim aanhoud, teniet
gedaan. Het betreden van hun slaapkamers was een avontuur op zich. Vooral de
vraag “hoe-tref-ik-het-nu-weer-aan?” bekroop mij elke keer als ik voor de deur
van één van beiden stond met de handen vol schone was. Soms viel het mee en kon
ik rechtstreeks naar hun klerenkast lopen maar even zo vaak moest ik
acrobatische toeren uithalen om de klerenkast te kunnen bereiken. Uiteindelijk
gaf ik maar op en legde ik de was op mijn eigen bed met de mededeling dat het
’s avonds als ik wilde slapen weg moest zijn. Wat dan ook wel het geval was,
eerlijk is eerlijk.
Maar sinds Jasper naar de middelbare gaat volstaat een
kinderkamer niet meer. Hij is toe aan zijn eigen ‘mancave’, dat was hij al een
tijdje maar ja, waar haal ik de energie vandaan? De gelegenheid deed zich voor
in de vorm van Amanda die met haar vriendje en zijn familie op vakantie ging.
Ik zag het aankomen in de agenda en greep de gelegenheid met beide handen aan.
Eén kamer extra vrij geeft toch iets meer speelruimte als het op opslag
aankomt. En zo begon de voorbereiding al weken van tevoren. Jasper had namelijk
nogal wat uitzoekwerk te doen. Lego, Playmobiel, radiografisch bestuurbare
auto’s en niet te vergeten zijn zorgvuldig bij elkaar gespaarde miniatuurtreinen.
Oude Donald Ducks, treinenencyclopedieën, zijn mecanoauto. Alles is bekeken,
even weggelegd, weggedaan, weggegeven of te koop aangeboden. Ik vond het net zo
moeilijk als hij, het is echt het einde van zijn kindertijd nu veel van zijn
speelgoed niet meer terug zou komen in zijn toekomstige nieuwe slaapkamer.
De voorbereidingen beperkten zich niet alleen tot Jaspers
kamer. Amanda uitte al tijden de wens van een ‘nieuwe’ kamer maar daar waren
wij niet zo voor. Dat zou namelijk de derde keer zijn dat we de muren zouden
verven alleen omdat onze dochter lichtelijke vandalistische trekjes vertoond
heeft de afgelopen jaren. Wij trokken de grens, dat wil zeggen openlijk naar
haar. De rest van haar omgeving was op de hoogte van een enorme verrassing die wij
gepland hadden als zij in Spanje verkeerde. En zo gingen we naar de IKEA
zogenaamd voor de kamer van Jasper maar kochten we ondertussen ook gordijnen
voor de kamer van Amanda. Die we vervolgens moesten verstoppen bij mijn
schoonouders om maar niet door de mand te vallen. En vroeg ik tijdens een
verjaardag mijn schoonvader om te helpen met schilderen op het moment dat
Amanda eventjes naar het toilet moest. Dat we het stil hebben weten te houden
tot ze weg was mag een wonder heten, ik kan namelijk geen geheimen bewaren.
We zwaaiden Amanda uit en diezelfde dag veranderde ons huis
in een waar slagveld. De kamer van Jasper had natuurlijk prioriteit, daar moest
het behang nog van de muren. Een ieder die dat ooit heeft moeten doen snapt de
verschrikking die wij tegen kwamen. Drie lagen van hetzelfde behang niet door
ons aangebracht maar nog van de vorige bewoners kan een enorme woedeaanval
opwekken. Maar we ploeterden door, maakten de muren schoon en verfklaar en
verplaatsten ook nog eens even alles uit Amanda’s kamer zodat beide kamers
gelijktijdig geverfd konden worden.
We hadden er ruim de tijd voor uitgetrokken
maar alles ging zo voorspoedig dat na één dag verven het grootste gedeelte
klaar was. Dat was maar goed ook, mijn energiepeil stond al ver in het rood na
het behangdebacle, wat zich vooral uitten in hilarische blunders zoals proberen
te verven met het plastic nog om de nieuwe kwast. Maar nu alles voor op schema
lag konden we het inrichten en ophangen van plankjes, kastjes en gordijnen in
een redelijk rustig tempo doen.
Na maanden de deuren niet durven openen, na dagen in de
troep, na het afkrabben, schuren, verven, boren, het op maat maken van de
gordijnen, het nogmaals uitzoeken van het speelgoed, schoonmaken, puinruimen,
om hulp vragen en heel veel aan een ander overlaten omdat ik niet meer kon was
het opeens klaar.
Ik kan het nog niet geloven, het was een enorme aanslag op
mijn lijf en een ieder die mijn blogs leest weet dat ik de komende weken niet
tot veel in staat ben, maar wat een resultaat! Jaspers kamer hebben we op zijn
verzoek legergroen met wit geverfd en hij heeft grijze meubels en gordijnen. Zijn
treinbaan is verdwenen, die moest plaatsmaken voor een bureau, maar zij hebben
hun eigen kastjes aan de muur gekregen alwaar zij prachtig uitgestald staan. Zijn
sterrenkijker staat prominent in zijn kamer en alles heeft een plekje en is
niet meer langs de muur opgestapeld . Hij heeft geen afscheid kunnen nemen van
zijn Lego en daar ben ik stiekem wel een beetje blij om, hij verzint geweldige
dingen en bouwt net zolang tot hij het voor elkaar heeft. Nutteloos te zeggen
dat zijn bouwsels niets te maken hebben met de bouwsels die Lego ooit verzonnen
heeft. Al dagen grijp ik elke gelegenheid aan om zijn kamer binnen te lopen. Ik
geniet als ik Jasper zie bouwen achter zijn nieuwe bureau.
En dan het moment waar ik de hele week al zenuwachtig voor
ben geweest, Amanda komt thuis en we proberen haar richting haar kamer te
krijgen zonder iets te verklappen. Dat
valt nog niet mee, Amanda kan je niet zomaar voor de gek houden en nog voor ze
haar deur open heeft weet ze al dat ook haar kamer een metamorfose heeft
ondergaan. “Je mag opa wel bedanken”, zeg ik tegen haar, “hij heeft jou hele
kamer geverfd.” Opa staat te glunderen, mijn schoonouders zijn speciaal voor de
onthulling overgekomen. Hij krijgt een dikke knuffel voor ze de deur open doet.
Nu mag ze dan eindelijk haar nieuwe ‘volwassen’ kamer in. Ze weet niet waar ze
kijken moet, de kamer is precies zoals ze me al zo vaak verteld had dat het
worden moest. Donkerbruin met wit, nieuwe gordijnen en vitrage en de
felbegeerde plank boven haar bed. Haar zelf in elkaar gepuzzelde schilderij,
die al twee jaar achter haar verwarming stond, heeft eindelijk zijn plekje
gevonden aan de muur en dat geld ook voor haar passpiegel, een onontbeerlijk
stuk in een meisjeskamer. ’s Avonds pak ik de zaklamp en schijn op het
schilderij. “Weet je nog dat het glow in de dark is?” vraag ik aan Amanda. Ze
doet het licht uit en als ik denk dat het schilderij genoeg opgeladen is doe ik
hetzelfde met de zaklamp. Samen kijken we naar de oplichtende lijnen. “Ik vind
het echt heel mooi geworden mam’, zegt ze.