Wie mijn vorige blog gelezen heeft en even door gescrollt
heeft zag dat ik in een kleine discussie terecht kwam met mijn schrijfmaatje
Jeroen. Jeroen vond dat ik er niet verstandig aan deed mijzelf zo te pijnigen
en bedacht dat het wellicht handiger was als ik rustiger activiteiten opzocht.
Ik schreef terug dat dat wat jullie hier lezen mijn uitspattingen zijn en dat
ik van mening ben dat als ik zou schrijven over wat ik daadwerkelijk doe op een
dag niemand mijn blog zou lezen. Voor Distortion was bijvoorbeeld de, tijdens die
hele erge storm van een paar weken geleden, omgevallen boom waar ik altijd
langsloop tijdens mijn rondje met Djoy, het hoogtepunt van mijn dag. Eens
kijken of ik gelijk heb en de teller blijft steken. Maar pas op, het wordt
saai.
* Wat ik normaal gesproken doe, of kan doen, op dagen dat ik
jullie niet mee laat kijken:
Jullie begrijpen dat ik na Distortion op zoek moest naar een nieuw hoogtepunt van de dag. De omgewaaide boom is inmiddels weggehaald en Djoy en ik vervelen ons tijdens onze wandelingetjes. Gelukkig schoot de gemeente mij te hulp afgelopen vrijdag en was er ineens een heleboel bedrijvigheid op onze route. Jasper meldde 's avonds bij thuiskomst dat er een boom omgezaagd was. Ik wist niet hoe snel ik Djoy aan moest lijnen terwijl ik heel zachtjes in haar oor fluisterde: "kom op wijffie, we gaan op avontuur!!"
Al dat ge-avonturier gaat me niet in de koude kleren zitten.
Het is nu een aantal dagen na het Distortionfest en ik voel me ziek. Natuurlijk
weet ik dat er altijd een nasleep zit aan de dingen die ik doe maar het valt me
elke keer weer tegen. In tranen zeg ik tegen Fred dat het zo demotiverend is om
iets te gaan ondernemen als je weet dat je het naderhand moet bezuren. En het
wrange is dat ik nooit van te voren weet hoe hard de klap zal zijn. Als dat wel
zo was dan had ik misschien nog een beetje het idee gehad dat ik er grip op had
omdat ik dan geweten had waar ik me op voor moest bereiden. Maar niets van dat
alles, mijn lijf doet pijn, ik heb nul energie, sta bij tijd en wijle te
trillen op mijn benen en in mijn buik is sinds zondagnacht een bankschroef
aangebracht die steeds een beetje strakker draait. Kortom, ik voel me niet zo lekker.
Maar gelukkig ben ik avonturier en kies ik er deze dagen
voor om mezelf te oefenen in het herstellen. Sinds zondag weet ik namelijk na
zes jaar eindelijk hoe ik me het beste voor kan bereiden op dit soort feestjes.
Het is net of ik een enorme puzzel op heb gelost en heel eerlijk gezegd ben ik
daar reuze trots op. Voor dat het zover was is het namelijk een behoorlijk
aantal keren mis gegaan door een verkeerde inschatting van mijn kant. Daar
krijg je nare situaties van die niet echt een opsteker zijn voor je
zelfvertrouwen. Midden in de Efteling een zouttekort oplopen, bijvoorbeeld, en
niets bij je hebben om dat op te vangen is geen aanrader en drukt de dag
behoorlijk. Een dagje uit staat of valt bij de voorbereidingen en na zes jaar
is het me eindelijk gelukt ze op zo’n manier te perfectioneren dat ik op het
moment supreme kan knallen. Jammer genoeg is het gebrek aan energie naderhand
de reden dat ik de ‘hoe-kan-ik-de-nasleep-zo-beperkt-mogelijk-houden’ nog niet
uitgevogeld heb en alle bijkomende ellende nog lijdzaam moet ondergaan.
En zo zijn de afgelopen dagen dagen geweest van
zelfonderzoek. Wat vind ik plezierig en waar ben ik bij gebaad als ik me zo
beroerd voel? Hoe kan ik het mijzelf zo comfortabel mogelijk maken? Dat ik ziek
ben van vermoeidheid is één ding, maar de kunst is dat te accepteren en niet te
bevechten merk ik. Het “niet willen” van de nasleep kost ontzettend veel
energie en veranderd niets behalve dan dat het nog langer duurt voor ik me weer
een beetje mens voel en dat was nou net niet de bedoeling. Ik wil efficiënt
herstellen. Niet mijn zorgvuldig bij elkaar geharkte energie verkwisten met
nutteloos gepieker over waarom het is wat het is. Me dat realiseren zorgt
ervoor dat ik ineens geconfronteerd word met mijn eigen gedachtes. Ik denk wel
heel vaak op een dag dat dit niet is wat ik wil. Maar nergens denk ik aan wat
het is wat ik wél wil. Ja, me beter voelen, maar voor het zover is moet ik het
dan misschien doen met een lijf dat even niet meer kan maar waar nog wel, zij het hele
beperkte, mogelijkheden inzitten. Misschien moet ik eens kijken naar wat de
mogelijkheden zijn (in plaats van wat de onmogelijkheden zijn) en die omzetten
in slow-recovery activiteiten. Zodat ik waarschijnlijk een beetje het idee heb
dat ik leef in plaats van overleef.
En zo vind ik mijzelf The-Day-After, en de dagen daar weer na, lekker in bed liggen.
Dit keer zonder mij schuldig te voelen dat ik Fred in de steek laat maar me
realiserend dat het bittere noodzaak is uit te rusten en bij te slapen. Schrijf
ik, welliswaar in de campingstand op de bank, een blog. Niet mijn allerbeste en
ik moet mezelf regematig verbeteren, maar toch. Ik probeer met mijn
bankschroefbuik toch zoveel mogelijk ritme te houden qua eten, al is het dan in
kleine beetjes gevolgd door medicijnen en heel veel laxeermiddelen. Ik hang een inspirerende tekst op de vriezer en loop zo lang als maar kan in mijn pyama rond. Ik kijk met
Jasper de 50th anniversary episode van Doctor Who (2x) en we besluiten (beide
keren), met kippenvel op de armen en tranen in de ogen, dat dit de allerbeste
aflevering ooit is. Verwen ik mijzelf met het paperloversboek van Flow en vind
ik mijzelf even later al kleurend terug aan de keukentafel (heel rustgevend ben ik achter). Maar bovenal kijk
ik om de haverklap op youtube de filmpjes terug van Satyricon en Papa Roach op
Distortionfest. Daar stond ik tussen, tussen al die feestende, springende
mensen. Was alles heel even normaal en had ik geen zorg in de wereld. En al
kijkend komt dat heerlijke trotse gevoel weer naar boven. Dat heb ik toch maar
mooi gedaan! Nu heel hard vasthouden dat gevoel.
En zo kon het dus gebeuren dat Jeroen mij op een grijze
herfstmiddag ophaalde om een stevig potje te gaan rocken in Eindhoven. Ik had
alles gedaan wat ik moest doen, ik had de organisatie verwittigd van mijn
komst, ik had al dagen van tevoren geen bedenkelijk voedsel gegeten uit angst
voor een stevig potje buikpijn op het moment supreme (en was zowaar een kilo
afgevallen), ik had afspraken afgezegd en was de avond ervoor heel vroeg naar
bed gegaan om er veertien uur later pas weer uit te komen zodat ik zo fit was
als ik menselijkerwijs maar zijn kon, Ik had mijn tassen gepakt, één voor in de
auto voor voor én na Distortion en één tas voor tijdens Distortion die ik kon
achterlaten in een kluisje, kortom: ik was er klaar voor!
Frevarometalpics
Volgens de routeplanner van de ANWB zou de rit naar Eindhoven
zo’n krappe anderhalf uur in beslag nemen maar dankzij Jeroens sportieve
rijstijl konden we de afstand in een ruim uurtje overbruggen. We parkeren de
auto en sluiten aan in de rij om gefouilleerd te worden voor we naar binnen mogen.
De beveiligingsman vraagt of hij misschien in mijn tas mag kijken. “Maar
natuurlijk”, antwoord ik, “al zal je
niets anders vinden dan schone kleren en stomamateriaal.” Daar jaag ik de arme
man de schrik mee in de benen en ik mag prompt ongefouilleerd doorlopen. Tot
grote hilariteit van Jeroen mag hij ook doorlopen zonder dat hij aan een
rigoureus onderzoek wordt onderworpen. “Das voor het eerst”, zegt hij
triomfantelijk, “dat komt door die tas van jou.” “Heel graag gedaan hoor”,
antwoord ik terug. Ik haal een sleutel voor een kluisje en vraag me, eenmaal
bij de kluisjes aangekomen, af of alles wat ik mee heb wel in dat piepkleine
kastje past. Maar na het nodige aandrukken gaat het deurtje dicht en kunnen we
op weg naar de zalen.
Frevarometalpics
Ik mag rustig wennen van Distortion want als wij de zalen
binnenlopen speelt er even geen band. We kuieren langs de merchandisestandjes
en proberen ons te oriënteren. Jeroen grijpt een flyer met de timetable mee, die
gaandeweg de dag zijn nut zal bewijzen. We kijken wanneer we waar moeten staan
en welke bands we willen zien. Het valt allemaal mee, we kunnen alles meepikken
als we dat willen. Is in de ene zaal een band klaar dan begint in de andere
zaal een optreden van een andere band. Heel handig, maar ik voorzie een drukke
dag met veel staan, iets wat ik niet lang vol kan houden zo zonder fatsoenlijke
buikspieren. We beginnen bij een band met een illustere naam die ik hier niet
neer durf te zetten. Die beginnen redelijk rustig, van mij mag het best wat
harder, ik ben niet voor niets gekomen toch? Alsof ze mijn gedachten via de
geluidstoren opgevangen hebben gaan de mannen los. Ik schiet er eerst van in de
lach om vervolgens met open mond te staren naar het tafereel dat zich voor mij
afspeelt. Ik kan niet anders dan met diep ontzag kijken naar wat er op het
podium gebeurt. Dit bevalt me wel, hier
kan ik wat mee. Als Jeroen besluit dat het voor mijn eerste kennismaking met
metal voor nu even genoeg is en we op weg gaan naar de volgende zaal om een
goed plekje te bemachtigen voor de volgende band, kan hij het niet nalaten en
vraagt: “En?” Ik kijk naar hem op en antwoord naar eerlijkheid: “Zo, dat lucht
lekker op!”
We staan in de andere zaal te wachten als ik mijn goede
vriend Ernst ineens ontwaar. Ernst is fotograaf en is veel bij metalconcerten
te vinden om de bands in hun volle glorie op de kiek te zetten. Ik vlieg hem om
de nek: “Ha, daar ben je, ik zocht je al!” zegt hij tegen me als hij me terug
knuffelt. We staan even te praten en ik zie ineens dat hij oordopjes in heeft.
“Hee speel jij vals?” vraag ik hem. “Nou, die zijn geen overbodige luxe”, antwoord hij. “Hier krijg je morgen last van
hoor als je ze niet hebt, volgens mij kun je ze bij die stand daar halen”, gaat
hij verder. Inmiddels speelt Hypocrisy en ik bedenk me dat hij wel eens gelijk
kan hebben vooral omdat mijn oren al aardig toeten. “Ik loop even die kant op”,
zeg ik tegen Ernst, “pas jij even op Jeroen?”
Frevarometalpics
Ik vraag heel vriendelijk om oordopjes en krijg een paar
stoere rode in een prachtig doosje in de handen geschoven. Als ik vraag wat ik
ervoor betalen moet is het service van de zaak. “Hartelijk bedankt hoor”, roep
ik vriendelijk. “U hebt mijn dag gered”, mompel ik erachteraan. Weer terug op
mijn plekje en met oordopjes in krijg ik weer een beetje grip op het geheel. Al
‘ja’-knikkend sta ik het eens te zijn met de zanger. Jeroen loopt wat naar
voren en ik besluit mijn energie te sparen en een plekje op te zoeken waar ik
even leunen kan, wat meer achterin de zaal. Van hieruit heb ik goed overzicht
op het hele gebeuren en het valt me op dat vooral de mensen die midden in de
zaal staan helemaal uit hun dak gaan bij deze band. Naar de linkerkant, waar wij staan,
is iedereen redelijk tam aan het luisteren. Als het optreden voorbij is komt Jeroen
enigszins teleurgesteld naar me toe lopen. “Ik had er toch wat meer van
verwacht”, zegt hij. Ik zeg hem dat ik denk dat hij verkeerd stond omdat ze
rechts naast mij helemaal los gingen. Een kwestie van beleving besluiten we
uiteindelijk. Door naar de volgende band…..
En zo wisselen we de uren daarna de ene zaal voor de andere
en staan we uiteindelijk naar Satyricon te luisteren. Een showmannetje volgens
Jeroen. Dat kan dan wel zijn, hij weet het publiek wel uit de startblokken te
krijgen en verrek begin ik daar mee te deinen en mijn handen in de lucht te
steken uit pure enthousiasme? Satyricon heeft er zin in en zo missen we
jammerlijk het begin van de band waar ik het meest naar uit heb gezien: Papa
Roach. Als de laatste tonen uit de versterkers gieren rennen wij al naar de
andere zaal om zoveel mogelijk mee te
krijgen. Satyricon heeft de mensen dan misschien uit de startblokken gekregen
maar Papa Roach brengt ons allemaal naar een heel ander niveau. Ik ben mezelf
heel erg dankbaar voor het leunen tegen alles wat mijn gewicht maar dragen kon
deze dag want ik heb nog energie. Dus ik kan knallen. Ik spring, rock, zing en
schreeuw enorm mee. Kennelijk ben ik redelijk makkelijk op te zwepen. Weer wat
geleerd. Jeroen vind dat we wat avontuurlijker moeten worden en neemt me mee
naar voren alwaar we aan de rand van een circle pit staan. Een tikkeltje eng
want ik ben altijd bang voor een klap op mijn buik, maar Jeroen gaat breed voor
me staan zodat ik niet geraakt zal worden. Ik probeer het geheel voor het nageslacht vast te leggen maar net
als ik sta te klungelen met mijn camera trekt Jeroen aan mijn arm en zie ik de
zanger de security gek maken door het publiek in te gaan en vlak langs ons heen lopen richting de pit. Het dak gaat eraf en ik ben erbij!! Na een, in mijn ogen,
veel te kort optreden is het tijd om de energie op te laden. Wat zoveel
betekend als: eten.
Frevarometalpics
We gaan voor de pizza, schreeuwend duur en heel erg
onverantwoord, dit ga ik morgen bezuren maar vooruit. Jeroen vind een plaatsje
en we strijken neer aan een picknicktafeltje. Ik heb echt even tijd nodig om te
eten maar Jeroen heeft, voor ik ook maar een stukje op, heb zijn hele pizza al
achter de kiezen. “Heb je het wel geproefd?” vraag ik hem. Als ik ein-de-lijk
klaar ben met eten pakken we nog een klein stukje Death mee maar lopen eigenlijk
vrij snel naar de hekkensluiter van de dag ‘My Dying Bride’. Jeroen wijst mij
op een vrijstaande paal maar ik vertel hem dat ik me goed genoeg voel om zonder ondersteuning vooraan
te staan. Dat kan want we zijn vroeg en het is nog aardig rustig. Ik weet dat
hij hier de hele dag naar uit heeft gekeken, ik kan hem niet afschepen met een
plekje achteraan. Precies op tijd beginnen ze te spelen maar ik ben heel
eerlijk als ik zeg dat ze mij niet weten te overtuigen. Ik heb sterk de indruk
dat de zanger in zijn depressieve periode zit. Het is ook een showmannetje,
overduidelijk, maar in dit geval niet in de goede zins des woords. Het is mij
iets te veel drama. Jeroen maakt er voortijdig een eind aan, “we gaan naar
huis”, zegt hij. Kennelijk heeft My Dying Bride hem ook niet weten te
overtuigen……
LIFESAVERS
Op de terugweg door Eindhoven houd Jeroen zich
verbazingwekkend goed aan de snelheid. “Dat komt omdat ze hier van dié dingen
hebben”, zegt hij terwijl hij wijst op een flitspaal. Ik wijs hem op een mooi
aandenken aan deze dag mocht de bekeuring op de mat vallen. We rijden wederom
op een sportieve manier terug naar huis. Onderweg zie ik lichten aan de hemel,
volgens mij zijn het van die lasers maar zekerheidshalve check ik even of de
radio het doet en vraag ik Jeroen of de auto normaal functioneert. We bespreken
dat als we dan toch door aliens ontvoerd worden deze avond, we dan wel de
ervaring willen zoals in de X-files gezien natuurlijk. En we praten over nog
veel meer, over andere tv-series, muziek en schrijverij enzo. Voor ik het weet heeft
Jeroen me weer veilig thuis afgezet. Ik geef hem een knuffel en bedank hem voor
de geweldige dag! Volgend jaar weer? (mits de programmering goed is uiteraard)
Een paar maanden geleden plaatste collegaschrijver Jeroen (die
toevallig vandaag jarig is, jullie kunnen hem hier àJ en hier feliciteren àJarige Job )een oproep op facebook. Distortionfest
Eindhoven: wie gaat er mee? Ik had werkelijk geen idee waar hij het over had
maar als avonturier kan je natuurlijk geen nee zeggen op dit soort open
uitnodigingen dus schreef ik me in en mocht zowaar mee. Ik blij natuurlijk, het
is al jaren een grote wens van me een festival mee te maken. En als die gelegenheid
dan langs komt is het fijn dat je mee mag. Fred vond het hilarisch. “Weet je
wel waar je ‘ja’ op hebt gezegd?” “Nee
eigenlijk niet, maar ik heb wel een donkerbruin vermoeden”, antwoorde ik. En
jawel hoor, na een kleine googlesessie was mij een hoop duidelijk: dat wordt
een heftig dagje. Maar ik ben niet voor één gat te vangen én ik houd wel van
een uitdaging.
Even voor de mensen die nu denken: ‘waar gaat het eigenlijk
over?’ Distortion betekend volgens
de wikipedia: (lett. vervorming) is een
speciaal geluidseffect dat voornamelijk wordt gebruikt voor de elektrische
gitaar en de elektrische basgitaar. Ook voor zang gebruikt men vaak overdrive
en distortion om het stemgeluid te verrijken of om een radiostem na te bootsen.
Het woord komt uit het Engels, maar omdat het een zeer bekend woord is onder
gitaristen, wordt het tegenwoordig ook wel als een term beschouwd. Distortion
wordt voornamelijk gebruikt door muzikanten uit het Rock/Punk/Metal genre. En dat wordt dan weer vrij vertaald door
verschillende bands in, als ik even Jeroens vrouw Nanda mag quoten:
pokkeherrie.
Tijdens één van onze filmavondjes met Nanda en Jeroen (die jullie
al eens eerder tegen zijn gekomen in één van mijn blogs namelijk hier --> gardens avontuur) vertelde Nanda dat ze
het heel dapper van mij vond dat ik meeging. “Want”, zo zei ze, “van mij hoeft
het niet meer.” En omdat ik nou eenmaal graag bewondering oogst werd mijn zin
in het festival alleen maar groter. Niet dat ik nou zo’n fan ben van het genre,
maar dat even terzijde.
De weken daarop gaf Jeroen muziekles. (Hoe dat ging lees je hier --> Muziekles van Jeroen ) Dat was in dit geval
geen overbodige luxe, ik weet echt niets van de subcultuur metal. En ik voelde
me een tikkeltje vereerd, iemand die eens een blog voor mij schreef. Maar echt
geruster werd ik er niet op. En de filmpjes afkijkend kwam Nanda’s omschrijving
toch als ‘right on the money’ in me op. Maar je groeit erin he? Dat kwam dan
weer voornamelijk door Fred. Die vond dat als ik toch naar Distortion kon, ik
thuis ook wel deze muziek kon verstouwen. En daar kon ik hem geen ongelijk in
geven, wie A zegt…….En zo luister ik al weken naar heftige muziek en merk ik
dat ik mee begin te deinen als er een interessant liedje langs komt. Ging ik
eerst mee omdat ik dit als avonturier toch gedaan wilde hebben, nu heb ik er
hele erge zin in. En kan ik niet wachten om sommige bands live te zien. Dat ik
de drumpartijen en het grunten eigenlijk een kunst op zich vind waar ik me best
een dag aan kan vergapen, is een mooie bijzaak.
En zo konden deze week de voorbereidingen beginnen. Bij mij
is dat toch iets bewerkelijker dan
‘heb-ik-geld-en-de-kaartjes-bij-me?-Oke-we-kunnen-gaan.’ En liep ik tegen één
klein dingetje aan, nou ja een paar kleine dingetjes. Zoals: hoe ga ik dit
feest energietechnisch overleven, waar laat ik in hemelsnaam mijn extra spullen
voor calamiteiten en wat doe ik mocht ik onverhoopt toch een lekkage krijgen?
Vragen die best makkelijk op te lossen zijn als je contact hebt met degene die
je daar antwoorden op kan geven.
Dacht ik eerder deze week nog dat het één en
ander makkelijk opgehelderd kon worden door een simpel telefoontje naar het
Klokgebouw in Eindhoven, alwaar de festiviteiten plaats gaan vinden, kom ik
daar op terug nu zij mij doorverwezen hebben naar de organisatie van Distortion
en ik de grootste moeite heb om daarmee in contact te komen. Jammer, het
energietechnische stuk kan ik makkelijk oplossen door de komende dagen in bed
te blijven er alleen uit te komen als het echt noodzakelijk is. Maar het stuk
daar in Eindhoven….daarin ben ik toch afhankelijk van de welwillendheid van
anderen. Of moet ik ineens zelf een
heleboel vindingrijkheid aan de dag gaan leggen. Ik had kunnen raden dat de
stress hem niet zou zitten in het type muziek dat ik voorgeschoteld krijg maar
wederom in dit lijf wat met zo’n gebruiksaanwijzing komt.
Daar is het dan, een writersblock. Ik vroeg me al af hoelang
het zou duren eer ik daar tegenaan zou lopen. Ik wilde een blog schrijven over
mijn laatste avontuur, beleefd met mijn lieve hartsvriendin Marion. Ik wilde
vertellen over de geweldige dag die wij samen hadden in de sauna. Maar hoe ik
ook mijn best deed, het lukte niet om een leuke vrolijke blog te schrijven. Je
houd hem van me te goed, want hij komt er uiteraard, maar pas op een moment dat
ik die dag eer aan kan doen en niet alles zie door een donkere waas. Want het
was een geweldige dag en wat heb ik gelachen met die lieve Marion.
Een writersblock dus. Op dit moment geen joligheid en
avonturisme in mijn hartje maar een grote zwarte bal. Zelfs mijn schamele
vermogen tot tekenen en zelfspot is even ver te zoeken. Maar wat veroorzaakt
dat zwarte gat? Ik zou bijna roepen: “Stephen Hawking”, maar die heeft hier
niets mee te maken. De afgelopen dagen
waren niet de leukste, vooral omdat ik gepest werd door een
bijholteontsteking en als klap op de vuurpijl volgens de huisarts daarbovenop
best de griepprik kon ontvangen. Mijn lijf was het daar niet mee eens en dus
lag ik veel op bed bij te komen van de overdosis ziektekiemen die ik te
verwerken kreeg. Soms is ziek zijn heel handig, zeker als je niet weet waar dat
nare gevoel waar je al weken mee rond loopt toch vandaan komt. In mijn overuren
aan slaap droomde ik namelijk maar over één ding…..mijn ouderlijk huis.
Ik droom dat de kamers nog niet leeg gehaald zijn en dat
mijn vader, mijn zus en ik te midden van alle dingen die we nog uit moeten
zoeken de ene schat na de andere vinden. Ik droom dat de kamers groter zijn dan
ze in werkelijkheid waren en dat ik ze al lopend met mijn zus uit meet terwijl
we er proberen achter te komen hoe dat nou toch kan. Ik droom dat ik ronddool
in het huis en moeite heb de deur te vinden. Ik droom dat ik rondloop in het
huis terwijl ik weet dat het al verkocht is en ik er eigenlijk niet meer binnen
mag zijn. Ik word al twee weken lang
leeg en verdrietig wakker. Vorige week waren we met z’n allen bij elkaar
en ik vertelde mijn vader van mijn dromen. Mijn zus viel me bij, zij had ze
ook. Ik was zo opgelucht dat ik niet de enige was die moeite heeft met de
verkoop van het huis waarin ik mijn jeugd heb doorgebracht en dat altijd een
deel is geweest van mijn leven.
Ik voel me ontheemd. Als jullie je afvragen waar bij mij de
hang naar avontuur vandaan komt dan kan ik jullie vertellen dat dat daar op dat
kleine plekje van de wereld is ontstaan. Om dat te kunnen begrijpen moet je de
plek een beetje kennen. Daarom een klein, saai, maar heel belangrijk, stukje
geschiedenis:
Het huis of de grond, heeft namelijk nogal een historie. In
1924 toen er nog een boerderij stond en een watermolen ging alles verloren in
een grote brand. De historie van de plek gaat nog veel verder terug. Ergens in
Heerde in de bossen ontstaan sprengen en die zijn doorgetrokken tot de wijerd
achter de molen. Die wijerd monde uit in een waterval waaraan een waterrad
bevestigd zat. Van oudsher werd er middels
een waterrad graan gemalen voor het brood, voedsel voor de dieren bij de boeren
enz. Ik heb mij laten vertellen dat je de geschiedenis terug kan lezen tot aan
1600. Maar goed, de grote brand.
Het huis en de molen zijn herbouwd maar het
waterrad bleef achterwege. Mijn opa was in dienst van meneer Willemsen, een
molenaar. En toen Willemsen er mee ophield kocht mijn opa het huis en de molen.
Mijn vader heeft er praktisch zijn hele leven gewoond en kwam in dienst van
zijn vader om het huis en de molen over te nemen toen mijn opa de
pensioengerechtigde leeftijd bereikt had. Ik zal anderhalf geweest zijn toen
dat gebeurde en wij verhuisden naar het Molenpad. Tot zover de geschiedenisles.
Iedereen die er ooit geweest is zal het met mij eens zijn
dat ik, hoewel we het financieel niet breed hadden, in grote rijkdom ben
opgegroeid. Vanuit mijn kamertje keek ik uit over de wijerd en als ik de
voordeur uitliep zag ik de waterval en de enorme kastanjeboom die er bij stond.
Ik ken niemand met een waterval in zijn voortuin. Ik realiseerde me nooit
hoezeer ik aan dat geluid gewend was tot ik met Fred ging samenwonen en ’s
avonds in slaap probeerde te komen. Ik heb leren schaatsen op de wijerd, ik kon
als de beste over het amper één meter brede bruggetje naar de molen fietsen. En
avontuurlijk als kinderen zijn hadden mijn zus, mijn nicht en ik binnen no-time
de grot onder de waterval ontdekt. Ontelbare foto’s zijn er gemaakt van de
waterval als de winter zijn intrede had gedaan en de waterval verstopt ging
achter een enorme hoeveelheid ijs. Een magistraal gezicht.
En wij maar met z’n
allen van de heuvel af sleeën als de sneeuw hoog genoeg was. Tot we op onze
sokken nat waren. Met een rubberbootje varen. Visjes vangen met een schepnetje.
Lopen door het hoge gras op zoek naar mooie bloemen. Van de heuvel afrollen. Picknicken onder de
kastanjeboom. In de oude Bedford van mijn vader spelen, of gered worden door de
brandweer die de winkel (de molen was inmiddels verbouwd tot dierenspeciaalzaak) een uitstekende locatie vonden voor een oefening.
Onbevangen kind kunnen zijn. Onder de kastanjeboom in de oude Ford mijn
allereerste zoen van Fred.
Niet alle herinneringen aan de plek zijn even leuk of
zorgeloos. Het huis en zijn bewoners hebben de nodige klappen te verwerken
gehad. Zo was er bijvoorbeeld de blikseminslag, pal boven mijn slaapkamertje.
Cynisch is het wel dat het allereerste liedje dat ik hoorde toen de radio het
weer deed ‘Thunderstruck’ was van ACDC. Er is meermalen ingebroken, wat een
aanranding is voor je gevoel van privacy en veiligheid. Het is ook het huis
waar ik zo ziek werd, waarin ik nachtenlang alleen in het donker en de kou op
de wc me zat af te vragen wat er nou in hemelsnaam mis was met mijn lijf. En we
hadden geen wc boven. Op mijn top moest ik dat hele enge huis tien tot twaalf keer
per nacht door.
Het is het huis waar mijn moeder overleed. Borstkanker, ze had
geen schijn van kans ook al wilde ze nog zo graag. Hier sprak ik haar voor de
laatste keer en zei ze de woorden die mijn leven veranderde. In dit huis verzorgde mijn zus en ik haar
voor de allerlaatste keer, hielden we haar nog één keer vast. En konden we in
de dagen na haar dood nog even rustig bij haar gaan zitten als we de behoefte
hadden. We zagen vanuit dit huis mijn vader in de rouwauto stappen, bij zijn
vrouw. Een ontluisterend gezicht en een intriest moment als je weet dat het
vanaf nu zo zal zijn, je vader zonder je moeder. De winkel sloot en mijn vader
verhuisde.
Vorige week is de
akte gepasseerd bij de notaris, zoals dat zo mooi heet. De sleutels zijn
ingeleverd. Ik zal er nooit meer binnen lopen. Toen we het huis aan het
leeghalen waren voor de verkoop heb ik uren doorgebracht met het rondlopen door
het huis, in elk hoekje zit wel een herinnering. En ik probeerde ze wanhopig in
me op te slaan uit angst ze te vergeten. Onbegonnen zaak. Ik weet dat menigeen die
dit nu leest denkt: “het is maar een huis”, en je hebt gelijk. Het zal wel
slijten, maar hier ligt ém nu juist mijn angst. Hoewel het huis al geruime tijd
te koop stond kon ik nog altijd even terug. Even ruiken, even luisteren, even
proeven. Het was een grote bron van inspiratie voor mij. Als ik een
writersblock had (de afgelopen maanden tijdens mijn avonturierscarriere) of
even vast zat in mijn leven dan hoefde ik maar langs te gaan om de
onbevangenheid in me op te nemen en ik kon er weer tegen. Dan stroomde ik weer.
En vanaf nu moet ik dat ergens uit mijzelf gaan halen. Dat wordt nog wat……..
Ik heb een haat/liefde verhouding met dingen die ik niet
begrijp. Aan de ene kant intrigeert het me verschrikkelijk en aan de andere
kant irriteert het me als ik het niet snap. Er is echter één uitzondering en
dat is het heelal. Ik vind het heelal een prachtig, mysterieus gegeven. Ik kan
uren naar een sterrenhemel kijken op zoek naar planeten, satellieten en
sterrenbeelden. Ook start ik regelmatig de dvd op van de Hubbletelescoop en zit
vol verwondering te kijken naar alles wat er boven ons hoofd hangt. Het heeft
vrij lang geduurd voor ik mijn allereerste vallende ster zag en pas deze zomer
heb ik, tijdens onze vakantie, voor het eerst de melkweg gezien. En heugelijk
moment. Het heelal is een ding dat ik niet hoef te begrijpen. Ik ken mijzelf zo
onderhand redelijk goed, iets willen begrijpen en daar uitleg over krijgen
roept bij mij alleen maar meer vragen op. En aangezien het heelal voor iedereen
een mysterie is zal ik nooit antwoord krijgen op alles wat ik weten wil…….wat
weer irritatie oplevert.
Maar sinds een paar dagen knaagt het aan mij. Wij hebben
namelijk netflix, een online database waar vanuit je films, series en
documentaires kan streamen. Geweldig!
Wij houden op druilerige zondagmiddagen een ‘Lost’-marathon, kijken
films en de complete Doctor Who serie staat erop. Nou dan heb je me! Vorige
week, toen we klaar waren met de slaapkamers en ik dringend toe was aan rust,
liggen en low-impact input, startte ik netflix op, op zoek naar een licht
verteerbaar programma. En dus stuitte ik in al mijn onschuld op Stephen
Hawkings Universe. Lekker al liggend het
heelal op mij af laten komen, kijken naar de geboorte en dood van een ster,
vliegen langs de nevels, ik zat geramd. Dacht ik. Vooral omdat Stephen Hawking
himself de boel aan elkaar kletste (voor zover hij dat kan dan) Ik was van
mening dat deze astrofysicus mij een knip en klaar verhaal met mooie plaatjes
voor zou schotelen, maar nee. Of eigenlijk ja, dat deed hij wel, het was meer
mijn hoofd dat op de loop ging met de informatie die mij ter ore kwam.
The Story of Everything (link), zo heette de documentaire die ik
lag te kijken. Meneer Hawking nam mij mee naar het begin van het universum, de
oerknal. Van daaruit gingen we verder en verder tot we in het nu waren. Het was
allemaal even fascinerend en, wat ik heel knap vond van mijzelf, ik begreep
precies wat hij mij uitlegde. Ik begreep het ontstaan van alles, ik snapte het
precies toen hij vertelde dat alles eigenlijk bij toeval en stom geluk is
ontstaan. “Als het allemaal net even anders was geweest”, zo vertelde meneer
Hawking mij, “dan was er van het hele universum niets terecht gekomen.” Ergens
aan het einde viel ik in slaap, ik kan nou eenmaal maar zoveel informatie per
keer verwerken en het ontstaan van alles verwerken vraagt veel energie. Het
gesodemieter begon toen ik weer wakker werd. Ik dacht na over wat Stephen zei over het dopplereffect.
Dat kennen jullie wel toch? Heel in het kort betekend het volgens de Wikipedia
dit: Het dopplereffect is de waargenomen
verandering van frequentie van geluid, licht of andere golfverschijnselen, door
een snelheidsverschil tussen de zender en de ontvanger. Volgens Youtube
klinkt dat zo:
En volgens Stephen Hawking (en zijn vriendjes) weten
we dankzij het dopplereffect dat alles in het universum zich van ons af
verwijderd en dus dat het heelal zich uitdijt. Het dopplereffect is namelijk
ook zichtbaar, zouden wij hele goede ogen hebben dan zouden we kunnen zien dat
dingen die zich naar ons toe bewegen een blauwachtige kleur hebben en dingen
die zich van ons af bewegen een roodachtige kleur hebben.
Aangezien
elk sterrenstelsel dat we, tot op heden, ook maar onder de hubbletelescoop
gehad hebben een roodachtige kleur heeft weten we dus dat alles van ons weg
beweegt. Hier bleef ik niet hangen, dit snap ik en ik mag wel zeggen vrij
gemakkelijk. Maar als ik me niet vergis is het dopplereffect tweeledig, voor
alles wat zich nu van ons af beweegt is er ooit een moment of tijd geweest dat
het op ons afkwam. Volgens wetenschappers begonnen we met een oerknal maar, zo
lig ik daar al dagen over na te denken in bed, was de oerknal niet gewoon een
op ons afkomend/imploderend of uit elkaar scheurend universum? Ik kan er namelijk niet bij dat er voor
de oerknal he-le-maal niets was, er is namelijk altijd wel iets. Zitten wij
niet vast in een golfbeweging met ons hele universum? We dijen uit, we krimpen
in, we dijen uit, we krimpen in…..zoiets? Het is wel eens moeilijk hoor om met
mijn hoofd te leven.
Hier ben ik dus nog niet uit en dat zal waarschijnlijk ook
wel nooit gebeuren maar als jullie denken dat dit het enige vraagstuk is dat
mij wakker houd dan hebben jullie het behoorlijk mis. Ik denk, sinds ik dat
programma gekeken heb, ook veel na over zwaartekracht. Iedereen weet wat
zwaartekracht is, namelijk een aantrekkende kracht die twee massa’s op elkaar
uitoefenen. Mocht dit principe je vreemd zijn denk dan maar aan de laatste keer
dat je tegen de grond viel, dat is zwaartekracht in werking. Volgens een oude
bekende van mij, Albert Einstein, is zwaartekracht in het heelal een vervorming
van het ruimte-tijd continuüm. Dat ziet er zo uit:
Wij maken, als we
weer eens een ruimteschip ver het heelal in willen slingeren, gebruik van de
zwaartekracht van een planeet die dan, door middel van zijn zwaartekracht, dat
ruimteschip een zwengel de goede kant op kan geven. Om nu precies aan te geven
wat nou mijn probleem is met zwaartekracht is het misschien handig om even dit
filmpje te kijken. Het kost je hooguit iets meer dan een minuutje.
Klaar? Nou daar gaat ie: Zoals je gezien hebt vervormt de zwaartekracht ‘the
fabric of space and time’ ofwel de ruimte om de planeet, ster of
sterrenstelsel. Hoe meer massa hoe groter de vervorming. Je hebt ook gezien dat
je niet kan zien dat dit gebeurd, maar we weten zeker dat het er is. Ik vraag
me af waarom we in een rechte lijn het universum in kijken en roepen we dat het
oneindig is terwijl we weten dat er enorme vervormingen zijn door zwaartekracht.
Dat je niet kan zeggen wat boven, onder, links, of rechts is dat snap ik. Dat
je niet precies aan kan geven waar we ons bevinden in het heelal (niet de
melkweg, we weten precies waar we in de melkweg zitten ) kan ik ook nog in
komen. Maar dat ik in geen enkel gerenommeerd natuurkundig blad tegenkom dat we
hoogstwaarschijnlijk met z’n allen om een hoekje zitten te kijken vind ik
jammer. Ik had dat namelijk graag geweten. Nu moet ik zelf het internet op, op
zoek naar antwoorden en ik kan je melden dat die niet te vinden zijn.
Nou nog eentje en dan houd ik op. Ik krijg er hoofdpijn van.
Wij leven met ons planeetje ergens in een arm van de melkweg. In het middelpunt
van de melkweg zit een enorm zwart gat. Zo heb ik me laten vertellen door mijn
grote vriend Stephen Hawking. Dat zwarte gat heeft een enorme zwaartekracht en
dat is de reden dat wij met de totale melkweg heel langzaam in rondjes daar
omheen draaien. Als je goed kijkt naar plaatjes van de melkweg dan zie je dat
onze melkweg, maar eigenlijk alle sterrenstelsels, wel wat weg hebben van
orkanen. Let op, nou komt het: Orkanen hebben op aarde twee draairichtingen. Op
het noordelijk halfrond draaien ze tegen de wijzers van de klok in en op het
zuidelijk halfrond draaien ze met de wijzers van de klok mee. En ik vraag me
dan af of dat ook zo is met sterrenstelsels. Draaien sterrenstelsels in het
heelal allemaal dezelfde kant op of hebben zij ook verschillende
draairichtingen? En waar zijn die draairichtingen van afhankelijk? En zouden
wij misschien aan de draairichtingen van de sterrenstelsels kunnen zien waar we
ons in het universum bevinden, net als dat je aan een orkaan kan zien of je op
het noordelijk of zuidelijk halfrond bent?
In plaats van dat ik knip en klaar weet wat er speelt in ons
universum heb ik er dankzij de heer Hawking ineens een heleboel vragen bij.
Vragen waar ik, en hoogstwaarschijnlijk wij allemaal, nooit een antwoord op
zullen krijgen. En een heleboel mensen geen antwoord op hoeven, de bofkonten. Ik kan dat niet. En dus snap ik ineens de mans gedrevenheid in zijn zoektocht naar de antwoorden.
Ik wilde dat ik wat beter opgelet had bij wiskunde en natuurkunde. Maar ik kon
op mijn 14e toch ook niet voorzien dat ik in mijn latere leven zo’n
interesse zou ontwikkelen voor astrofysica? Nu ik veertig ben en niet meer op
een middelbare school zit durf ik best toe te geven dat ik nerd-achtige trekjes
vertoon. Maar de oplettende lezer wist dat waarschijnlijk al. En sorry voor de
opkomende hoofdpijn.