Mijn vriendin Angelique maakte mij al dagen nieuwsgierig. Of
ik wat te doen had de komende week en of ik even mijn agenda door wilde geven
want ze had snode plannen.Ik kon alleen maar raden wat die plannen waren. In
mijn hoofd sloeg de fantasie al op hol, daar heb ik nogal eens last van. Zo
sprongen we uit een vliegtuig, hadden we een high tea maar boven al hoopte ik
op de Thelma and Louise dag waar ik haar vorig jaar over geschreven had.
Angelique en ik, wij kennen elkaar sinds de kleuterschool en
nu we zo langzamerhand richting de veertig kuieren mogen wij dus zeggen dat dat
al ons hele leven is. Ze verhuisde
richting het noorden vlak nadat we hadden leren rekenen en schrijven maar we zijn elkaar, zij het met tussenpozen,
nooit uit het oog verloren.
En als we dan eenmaal weer contact hadden was het
dikke mik tot het leven soms weer vat op ons kreeg en het contact weer minder
werd tot de volgende opleving. Vorig jaar kreeg ik desastreus nieuws over haar,
Angelique was ernstig ziek. We hadden contact via de sociale media en telefoon omdat
de afstand tussen ons misschien niet zo heel groot is voor iemand die gezond is
maar voor ons was het ineens een wereldreis. Ik wilde graag wat voor haar doen
en begon brieven te schrijven vol met dingen die ik meemaakte met mijn gezin,
verpakte het in een komisch jasje en ik tekende erbij. De brieven werden,
eenmaal bij haar op de deurmat bezorgd, met zorg en liefde bewaard tot er een
rustig momentje was voor haar om ze te lezen. In één van die brieven liet ik mijn fantasie
de vrije loop en vond dat we best wel eens een Thelma and Louise dag konden
hebben. Alles wat we nodig hadden was een bloemetjesjurk, een sjaaltje om het
hoofd, goed weer, een grote zonnebril en
een cabriolet, bij voorkeur een Ford LTD 1972. Angelique was na het lezen van
de brief gelijk enthousiast. “Dit gaan
we echt doen hoor”, zei ze de volgende keer
dat ik haar sprak. Maar eerst wachtte haar een zware risicovolle
operatie.
Onze Thelma and Louise dag kwam zo op de lange baan.
Angelique had flink wat tijd nodig om te herstellen en daarna werd het weer te
slecht om in een cabrio te rijden. Wij waren allebei van mening dat we dan
misschien de uitgestippelde route best in een ‘gewone’ auto zouden kunnen doen
maar dat dat niet hetzelfde was. In een cabrio had het hele gebeuren toch net
wat meer cachet.
Alles wat we nodig hadden ........ |
Op zaterdagavond krijg ik uiteindelijk het definitieve
berichtje: morgen om 10.00 uur sta ik bij jou op de stoep. De weerberichten
zijn goed, het wordt prachtig weer. “Ze zal toch niet…..?”, vraag ik me ’s
morgens hardop af voor de spiegel. Zekerheidshalve trek ik toch maar mijn
mooiste jurk aan en terwijl ik mijn telefoon check op een appbericht zie ik dat
ze me schrijft dat het misschien ook wel handig is me in te smeren. Ik doe
braaf wat me opgedragen wordt. Ik zit als een gespannen veer ruim op tijd klaar
en even later hoor ik een voor mij vreemde auto in de straat. Ik spring op om
te kijken en zie een Audi TT cabrio voor de deur staan. Angelique zit als een
diva achter het stuur en ik barst in gillen uit terwijl ik de deur zowat uit de
sponning trek in mijn haast om naar buiten te komen. ”Hoe kom je hier nou weer
aan?”, schreeuw ik Angelique toe. Mijn vermogen tot normale communicatie was
verdwenen op het moment dat ik haar in deze auto zag zitten en me realiseerde
dat we vandaag echt gaan doen wat we elkaar al zolang beloofd hebben. “Ja gaaf
he?”, gilt ze lachend terug. Gelukkig is haar vermogen tot normale communicatie
ook even verdwenen bij het zien van mijn enthousiasme, en sta ik niet in mijn
eentje te gillen en te lachen. Als we weer in een normaler volume kunnen
spreken verteld ze me dat ze deze auto mocht lenen van een collega van haar
man. Ik ben deze mensen op slag erg dankbaar. “Heb je je gezicht ook
ingesmeerd?”, vraagt Angelique, “je voorhoofd verbrand zo hoor”, waarschuwt ze.
Ik smeer nog wat extra zonnebrand op mijn neus en voorhoofd en ren nog even naar
boven om een sjaaltje te halen. En dan vertrekken we.
Als eerste rijden we naar Heerde, het dorp waar we elkaar
hebben leren kennen. We rijden langs haar oude huis en even later langs de
mijne. Vervolgens rijden we richting de Dellen, achterlangs naar de Knobbel. We
rijden door ’t Harde, Oldebroek en Wezep. We lunchen in Zwolle.
Als we achter
een club sandwich en een italiaanse bol met zalm zitten zegt Angelique ineens
dat het eigenlijk wel in de stijl van Thelma and Louise is als we zonder af te
rekenen wegrijden.We grinniken ervan, zoiets zouden we toch nooit doen? Toch?
Als ze terug komt van het toilet en andere mensen treft aan het tafeltje waar
wij zojuist nog zaten, slaat de paniek even toe. Tot ze mij bij die ontzettend
stoere bolide ziet staan en vraagt: “Had jij al afgerekend?” Ja dus, ik durf
dat echt niet hoor! Angelique haalt opgelucht adem terwijl ze zegt dat ze al
bang was hard weg te moeten rennen toen ze andere mensen aan ons tafeltje trof.
We stappen in en rijden verder naar Deventer. De zon straalt en onze haren
wapperen in de wind. We worden flink nagestaard, twee dames in een Audi TT
trekt veel bekijks komen we achter. Ik film regelmatig en dan met name omhoog,
gewoon omdat het kan. We stoppen nog één keer, bij Starbucks waar ik nog nooit
geweest ben. En al koffie drinkend rijden we via Twello weer terug naar
Apeldoorn. De dag gaat veel te snel voorbij, dat gaat zo met dingen waar je zo
intens van geniet.
Als we weer thuis zijn en even napraten dank ik Angelique
voor een geweldige dag. “Jij hebt het verzonnen hoor”, zegt ze. Dat is waar,
bedenk ik me. “We doen gauw weer eens zoiets, eens kijken wat ik nu weer kan
verzinnen”, zeg ik tegen haar met mijn blik alweer op snode plannen deel 2. Ik
knuffel haar en zwaai haar uit tot ik haar niet meer kan zien. Een beetje
verdrietig loop ik naar binnen. “Was het niet leuk?”, vraagt mijn dochter, die
de blik in mijn ogen ziet. “Het was geweldig”, zeg ik tegen haar terwijl de
tranen over mijn wangen biggelen.