maandag 4 november 2013

Stephen Hawkings Universe (en hoe ik jullie hoofdpijn bezorg)

Ik heb een haat/liefde verhouding met dingen die ik niet begrijp. Aan de ene kant intrigeert het me verschrikkelijk en aan de andere kant irriteert het me als ik het niet snap. Er is echter één uitzondering en dat is het heelal. Ik vind het heelal een prachtig, mysterieus gegeven. Ik kan uren naar een sterrenhemel kijken op zoek naar planeten, satellieten en sterrenbeelden. Ook start ik regelmatig de dvd op van de Hubbletelescoop en zit vol verwondering te kijken naar alles wat er boven ons hoofd hangt. Het heeft vrij lang geduurd voor ik mijn allereerste vallende ster zag en pas deze zomer heb ik, tijdens onze vakantie, voor het eerst de melkweg gezien. En heugelijk moment. Het heelal is een ding dat ik niet hoef te begrijpen. Ik ken mijzelf zo onderhand redelijk goed, iets willen begrijpen en daar uitleg over krijgen roept bij mij alleen maar meer vragen op. En aangezien het heelal voor iedereen een mysterie is zal ik nooit antwoord krijgen op alles wat ik weten wil…….wat weer irritatie oplevert.

Maar sinds een paar dagen knaagt het aan mij. Wij hebben namelijk netflix, een online database waar vanuit je films, series en documentaires kan streamen. Geweldig!  Wij houden op druilerige zondagmiddagen een ‘Lost’-marathon, kijken films en de complete Doctor Who serie staat erop. Nou dan heb je me! Vorige week, toen we klaar waren met de slaapkamers en ik dringend toe was aan rust, liggen en low-impact input, startte ik netflix op, op zoek naar een licht verteerbaar programma. En dus stuitte ik in al mijn onschuld op Stephen Hawkings Universe.  Lekker al liggend het heelal op mij af laten komen, kijken naar de geboorte en dood van een ster, vliegen langs de nevels, ik zat geramd. Dacht ik. Vooral omdat Stephen Hawking himself de boel aan elkaar kletste (voor zover hij dat kan dan) Ik was van mening dat deze astrofysicus mij een knip en klaar verhaal met mooie plaatjes voor zou schotelen, maar nee. Of eigenlijk ja, dat deed hij wel, het was meer mijn hoofd dat op de loop ging met de informatie die mij ter ore kwam.

The Story of Everything (link), zo heette de documentaire die ik lag te kijken. Meneer Hawking nam mij mee naar het begin van het universum, de oerknal. Van daaruit gingen we verder en verder tot we in het nu waren. Het was allemaal even fascinerend en, wat ik heel knap vond van mijzelf, ik begreep precies wat hij mij uitlegde. Ik begreep het ontstaan van alles, ik snapte het precies toen hij vertelde dat alles eigenlijk bij toeval en stom geluk is ontstaan. “Als het allemaal net even anders was geweest”, zo vertelde meneer Hawking mij, “dan was er van het hele universum niets terecht gekomen.” Ergens aan het einde viel ik in slaap, ik kan nou eenmaal maar zoveel informatie per keer verwerken en het ontstaan van alles verwerken vraagt veel energie. Het gesodemieter begon toen ik weer wakker werd. Ik dacht na over wat Stephen zei over het dopplereffect. Dat kennen jullie wel toch? Heel in het kort betekend het volgens de Wikipedia dit: Het dopplereffect is de waargenomen verandering van frequentie van geluid, licht of andere golfverschijnselen, door een snelheidsverschil tussen de zender en de ontvanger. Volgens Youtube klinkt dat zo:   


En volgens Stephen Hawking (en zijn vriendjes) weten we dankzij het dopplereffect dat alles in het universum zich van ons af verwijderd en dus dat het heelal zich uitdijt. Het dopplereffect is namelijk ook zichtbaar, zouden wij hele goede ogen hebben dan zouden we kunnen zien dat dingen die zich naar ons toe bewegen een blauwachtige kleur hebben en dingen die zich van ons af bewegen een roodachtige kleur hebben.

Aangezien elk sterrenstelsel dat we, tot op heden, ook maar onder de hubbletelescoop gehad hebben een roodachtige kleur heeft weten we dus dat alles van ons weg beweegt. Hier bleef ik niet hangen, dit snap ik en ik mag wel zeggen vrij gemakkelijk. Maar als ik me niet vergis is het dopplereffect tweeledig, voor alles wat zich nu van ons af beweegt is er ooit een moment of tijd geweest dat het op ons afkwam. Volgens wetenschappers begonnen we met een oerknal maar, zo lig ik daar al dagen over na te denken in bed, was de oerknal niet gewoon een op ons afkomend/imploderend of uit elkaar scheurend universum? Ik kan er namelijk niet bij dat er voor de oerknal he-le-maal niets was, er is namelijk altijd wel iets. Zitten wij niet vast in een golfbeweging met ons hele universum? We dijen uit, we krimpen in, we dijen uit, we krimpen in…..zoiets? Het is wel eens moeilijk hoor om met mijn hoofd te leven.

Hier ben ik dus nog niet uit en dat zal waarschijnlijk ook wel nooit gebeuren maar als jullie denken dat dit het enige vraagstuk is dat mij wakker houd dan hebben jullie het behoorlijk mis. Ik denk, sinds ik dat programma gekeken heb, ook veel na over zwaartekracht. Iedereen weet wat zwaartekracht is, namelijk een aantrekkende kracht die twee massa’s op elkaar uitoefenen. Mocht dit principe je vreemd zijn denk dan maar aan de laatste keer dat je tegen de grond viel, dat is zwaartekracht in werking. Volgens een oude bekende van mij, Albert Einstein, is zwaartekracht in het heelal een vervorming van het ruimte-tijd continuüm. Dat ziet er zo uit:  

Wij maken, als we weer eens een ruimteschip ver het heelal in willen slingeren, gebruik van de zwaartekracht van een planeet die dan, door middel van zijn zwaartekracht, dat ruimteschip een zwengel de goede kant op kan geven. Om nu precies aan te geven wat nou mijn probleem is met zwaartekracht is het misschien handig om even dit filmpje te kijken. Het kost je hooguit iets meer dan een minuutje.


Klaar? Nou daar gaat ie: Zoals je gezien hebt vervormt de zwaartekracht ‘the fabric of space and time’ ofwel de ruimte om de planeet, ster of sterrenstelsel. Hoe meer massa hoe groter de vervorming. Je hebt ook gezien dat je niet kan zien dat dit gebeurd, maar we weten zeker dat het er is. Ik vraag me af waarom we in een rechte lijn het universum in kijken en roepen we dat het oneindig is terwijl we weten dat er enorme vervormingen zijn door zwaartekracht. Dat je niet kan zeggen wat boven, onder, links, of rechts is dat snap ik. Dat je niet precies aan kan geven waar we ons bevinden in het heelal (niet de melkweg, we weten precies waar we in de melkweg zitten ) kan ik ook nog in komen. Maar dat ik in geen enkel gerenommeerd natuurkundig blad tegenkom dat we hoogstwaarschijnlijk met z’n allen om een hoekje zitten te kijken vind ik jammer. Ik had dat namelijk graag geweten. Nu moet ik zelf het internet op, op zoek naar antwoorden en ik kan je melden dat die niet te vinden zijn.

Nou nog eentje en dan houd ik op. Ik krijg er hoofdpijn van. Wij leven met ons planeetje ergens in een arm van de melkweg. In het middelpunt van de melkweg zit een enorm zwart gat. Zo heb ik me laten vertellen door mijn grote vriend Stephen Hawking. Dat zwarte gat heeft een enorme zwaartekracht en dat is de reden dat wij met de totale melkweg heel langzaam in rondjes daar omheen draaien. Als je goed kijkt naar plaatjes van de melkweg dan zie je dat onze melkweg, maar eigenlijk alle sterrenstelsels, wel wat weg hebben van orkanen. Let op, nou komt het: Orkanen hebben op aarde twee draairichtingen. Op het noordelijk halfrond draaien ze tegen de wijzers van de klok in en op het zuidelijk halfrond draaien ze met de wijzers van de klok mee. En ik vraag me dan af of dat ook zo is met sterrenstelsels. Draaien sterrenstelsels in het heelal allemaal dezelfde kant op of hebben zij ook verschillende draairichtingen? En waar zijn die draairichtingen van afhankelijk? En zouden wij misschien aan de draairichtingen van de sterrenstelsels kunnen zien waar we ons in het universum bevinden, net als dat je aan een orkaan kan zien of je op het noordelijk of zuidelijk halfrond bent?

In plaats van dat ik knip en klaar weet wat er speelt in ons universum heb ik er dankzij de heer Hawking ineens een heleboel vragen bij. Vragen waar ik, en hoogstwaarschijnlijk wij allemaal, nooit een antwoord op zullen krijgen. En een heleboel mensen geen antwoord op hoeven, de bofkonten. Ik kan dat niet. En dus snap ik ineens de mans gedrevenheid in zijn zoektocht naar de antwoorden. Ik wilde dat ik wat beter opgelet had bij wiskunde en natuurkunde. Maar ik kon op mijn 14e toch ook niet voorzien dat ik in mijn latere leven zo’n interesse zou ontwikkelen voor astrofysica? Nu ik veertig ben en niet meer op een middelbare school zit durf ik best toe te geven dat ik nerd-achtige trekjes vertoon. Maar de oplettende lezer wist dat waarschijnlijk al. En sorry voor de opkomende hoofdpijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten