maandag 2 september 2013

Het kunstproject (een tussendoortje)


En zo lopen wij vandaag door de stad op zoek naar een kadootje voor mijn jongste die later deze week verjaart. We vinden het allemaal niet gemakkelijk een cadeau te vinden voor een jongen die veertien wordt maar hij heeft ons met een duidelijke omschrijving van wat hij graag hebben wil op pad gestuurd. Na enig kinderachtig gedrag in de parkeergarage alwaar Amanda verzucht: “kunnen jullie nou nooit eens normaal doen?”, lopen we via het raadhuisplein richting de hoofdstraat.
Op het raadhuisplein zie ik vanuit mijn ooghoek iets interessants gebeuren en ik houd in. Er zitten mensen op een krukje met hun voeten in een teil met water. Ik grap nog naar Fred dat dokter Fish er nu ook werkelijk alles aan doet om klanten te trekken maar als ik even verder kijk zie ik drie schildersdoeken op de grond liggen. Een meneer is druk bezig zijn schoenen uit te trekken terwijl er een jongedame hem de hand reikt voor hij in de verf stapt. Ik ben geïntrigeerd.
“Wie van jullie wil ook een keertje?”, vraagt een opmerkelijk uitziende  jongen met gitzwarte haren en een zonnebril op. “Nou dat zal ik zijn”, hoor ik mezelf zeggen en ik kijk naar Fred en Amanda “dat wil zeggen, als ik even mag.” Daarbij kijk ik zo aandoenlijk mogelijk en overhandig mijn handtas aan mijn lief die hem braaf aanpakt terwijl Amanda wat op afstand gaat staan waarbij duidelijk moet worden aan de winkelende mensenmassa dat ze niet bij ons hoort. Ze weten al hoe laat het is. Sinds ik avonturier ben geworden kan ik bijna niets opmerkelijks of onverwachts weerstaan. Fred pakt zijn mobieltje alvast uit zijn broekzak en zet hem op filmen terwijl ik mijn schoenen uittrek en mijn broek opkrul. De opmerkelijk uitziende jongen geeft mij een arm en ik stap in de verf. Het is glibberig en kriebelt tussen mijn tenen. En zo stap ik met goed lichtblauw gekleurde voeten op het schildersdoek. “Ik wil wel daar lopen waar nog niemand gelopen heeft hoor”, roep ik vol enthousiasme, waarmee ik de opmerkelijk uitziende jongen op mijn beurt intrigeer. “Dat vind ik nou leuk”, zegt hij terwijl hij mijn uitspraak nog eens voor zichzelf herhaalt. 


Aangezien ik nog twee keer met de voetjes in de verf en over een schildersdoek moet begin ik een praatje en treuzel ik zo lang als maar enigszins kan. Ik wil de ervaring maximaal uitbuiten. Zo leer ik dat de doeken in het Coda museum komen te hangen, dat de verf waar ik in sta acrylverf is en dat ik de eerste en waarschijnlijk de enige ben die daar wil lopen waar nog niemand gelopen heeft. Ik realiseer me dat ik de opmerkelijk uitziende jongen iets meegegeven heb waar hij vanavond waarschijnlijk nog even over nadenkt, missie geslaagt. Ik ga achtereenvolgend in lichtblauw, iets donkerder blauw en nog donkerder blauw staan voor ik ook bij de teilen aanbeland om mijn voeten te wassen. Ik krijg een schone handdoek aangereikt en wordt bedankt voor de moeite. Waarop ik op mijn beurt hun bedank voor de ervaring. En natuurlijk ga ik binnenkort naar de Coda om op zoek te gaan naar mijn voetafdrukken!











Geen opmerkingen:

Een reactie posten