Het is midden in de nacht als we de kinderen wakker maken.
Het is de hele avond al bewolkt maar wij willen ze graag de sterrenhemel laten
zien en zij willen op zoek naar vallende sterren. Daar zijn ze vanavond extra
lang voor opgebleven. Maar jammer genoeg trok het niet open en dus dropen ze af
naar bed. Als mijn lief Djoy nog een keertje langs het meer trekt voor een
laatste plasje voor de nacht komt hij terug met de mededeling dat het
opengetrokken is en we besluiten onze schone slapers toch maar te wekken. Dat
gaat niet zonder slag of stoot maar uiteindelijk staan er twee slaapdronken
kinderen in de woonkamer klaar om te gaan. We nemen een kleed mee en zoeken een
donker plekje op het park om neer te strijken. Zodra we daar aangekomen zijn en
net goed en wel liggen trekt het weer dicht. We besluiten het even aan te zien,
net was het immers ook wolkenloos dus wie weet. Maar na een tien minuten liggen
kou kleumen vinden we het welletjes en pakken we ons boeltje weer in. Jammer,
morgen weer een dag.
Nu we de Barrage hebben gezien willen we eigenlijk wel een
stukje over het meer varen. Dat kan. In de vorm van de rode krokodil ofwel Le
Croc Rouge. We melden ons wederom bij het bezoekerscentrum en laten ons ook nu weer als makke lammetjes
meevoeren met de andere toeristen. Eerst krijgen we een filmpje te zien,
verplichte kost voor we überhaupt in mogen stappen. Daar zien we dat Le Croc
Rouge een amfibie bus is, één van de negen op de hele wereld.Hij kan op de weg
rijden en in het water varen. Dit is voor ons geen nieuws, we hadden hem al
zien staan, de verrassing was er al een beetje af. Als het filmpje is afgelopen
mogen we instappen, iedereen zoekt een plekje en we krijgen een koptelefoon op
om niets te missen. Het is een rare gewaarwording om in een bus te zitten waar
iedereen muisstil zit te luisteren naar de informatie die tot ons komt. En zo
rijden we langzaam richting de plek waar we te water gaan. Het is een ritje van
hooguit tien minuten. Als we op de schans staan krijgen we voor we de plomp
inrijden eerst nog te horen waar de reddingsvesten liggen, hoe die te gebruiken
en, voor het geval we echt mochten zinken, waar de reddingsboot zit. Heel
geruststellend allemaal……. De kapitein telt af, geeft vol gas en rijd zo het
meer in. Dat gaat met een enorme golf maar we drijven. Vervolgens moeten de
motoren neergelaten worden anders komen we nooit vooruit, en daar gaan we.
Tijdens de vaart horen we via de hoofdtelefoons hoe het meer
tot stand is gekomen. Ondertussen loopt de kapitein weg van het stuur terwijl
onze gids kinderen vraagt of zij misschien zin hebben om Le Croc Rouge te
besturen. De meesten laten die kans niet schieten en net als we denken dat
Jasper zich daar inmiddels te oud voor voelt wordt hij gevraagd en zegt hij ja.
Gelijk heeft hij, wanneer krijg je die kans? Het gekke is dat alles in stilte
gebeurd, iedereen zit ingespannen te luisteren naar de informatie die we horen
via de hoofdtelefoons.
Zo leer ik dat het meer 50 meter diep is op het diepste
punt, dat er ooit een kasteel heeft gestaan die ze met dynamiet hebben
opgeblazen omdat men bang was dat de duikers er in zouden verdwalen, en dat we
even later over een helicopter zullen varen die daar juist achter gelaten is om
het voor duikers aantrekkelijker te maken. Heel leerzaam allemaal. Na ruim een
half uur varen komen we aan de andere kant, tijd om uit het water te rijden.
Dat gaat iets soepeler dan het water inrijden. De rit is alweer bijna ten
einde, rest ons nog over de Barrage terug rijden naar het bezoekerscentrum.
“Jammer dat Amanda ineens dieptevrees heeft ontwikkeld”, zeggen we tegen elkaar
, “zo eng was het niet!”
’s Avonds is het helder en wij houden de vingertjes gekruist
dat dat zo zal blijven tot het echt goed donker is. Rond een uur of elf staan
we klaar, gewapend met een picknickkleed, een zaklamp en een verrekijker. We
lopen richting het hele donkere heuveltje en zijn voor het eerst blij dat
Amanda haar telefoon niet heeft thuisgelaten. Met haar zaklampfunctie kunnen we
de grote stenen, die niet zichtbaar zijn in het pikkedonker, goed zien. Het is
gelukkig niet zo koud als de avond ervoor. Als we eenmaal liggen wijs ik de
melkweg aan en laat ik ze zien hoeveel satellieten er eigenlijk langskomen,
gemiddeld drie per tien minuten. Dat zie je niet in de stad, in Apeldoorn is
teveel lichtvervuiling. We wachten rustig af, vandaag is de dag dat we door de
Perseïden-meteorenzwerm trekken met de aarde en zijn er veel vallende sterren
te zien. Amanda heeft er ooit in Apeldoorn al eens één gespot maar Jasper heeft
geen idee wat te verwachten. Ik heb er deze vakantie elke avond gemiddeld twee
gezien vanaf ons terras dus ik verwacht er veel van.
Maar hoe we ook turen en
hoeveel sterren we ook zien, er zit geen vallende ster bij. Jasper is enigszins
gedesillusioneerd en pakt de verrekijker. En je zal het zien he? Net als hij
door de verrekijker tuurt zien wij een prachtige vallende ster. “Ooh mooi”,
roepen we alle drie tegelijk. Wat Jasper doet denken dat wij hem in de maling
nemen. Maar na 5 minuten intensief speurwerk en vasthoudendheid is het voor hem
dan ook eindelijk zover, hij ziet zijn allereerste vallende ster. “Was dat
alles?” is zijn reactie en ik vraag me af wat hij er in zijn hoofd van gemaakt
had. Maar zoals met zoveel dingen, als je eenmaal de smaak te pakken hebt
vraagt het om meer. En zo liggen we daar met zijn vieren, volkomen gelukkig
naar de hemel te kijken tot het echt te koud wordt en wij te moe zijn.http://nl.wikipedia.org/wiki/Meteorenzwerm
Geen opmerkingen:
Een reactie posten