maandag 17 maart 2014

De Downton Abbey Buikgriep

En zo werd ik niet zolang geleden midden in de nacht met knallende buikpijn wakker. Tot zover niets vreemds aan de hand, dit overkomt mij regelmatig. Maar toen ik eenmaal onder de medicijnen weer in bed lag en aan het puffen was alsof ik moest bevallen werd ik toch een tikkeltje angstig.
Dit was niet normaal. Fred was inmiddels gealarmeerd en samen hadden we het erover wat we doen moesten. We besloten het even aan te kijken en na een aantal minuten zakte de pijn wat en probeerde ik weer in slaap te komen. Dat ging echter niet al te best en dat kwam vooral omdat ik zo verrekte misselijk was. Inmiddels was het zinloos om een arts te bezoeken want ik had, zoals we dat in stomawereld noemen ‘output’. En zolang dat het geval is zal geen arts je midden in de nacht naar het ziekenhuis halen, want er is geen acute situatie. De volgende dag nam ik, zodra dat kon, contact op met mijn MDL-arts en kwam ik niet verder dan de verpleegkundige. En inderdaad, zolang ik output had hoefde ik niet langs te komen, tenzij mijn klachten verergerde. Dat was op dat moment nog niet het geval, ik was ‘enkel’ heel heel erg geschrokken en had de ernstige behoefte aan geruststelling.

Gaandeweg de dag werd ik zieker en zieker, wat zoveel wil zeggen als: ik kreeg koorts. En toen ging bij mij pas het lampje branden dat ik wel eens een buikgriep onder de leden kon hebben. Ik begrijp heel goed dat dat voor velen niet te bevatten is. Een buikgriep is moeilijk te missen, maar ter mijn verdediging, ik heb altijd buikpijn en slik medicijnen tegen de misselijkheid omdat ik anders niet eten kan.
Dan ontstaat er wel eens verwarring zullen we maar zeggen. En dus belde ik mijn eigen huisarts. Een stoma, koorts en diarree is namelijk een hele slechte combinatie en eentje waarvan ik maar zo in het ziekenhuis kan belanden. De schrik zat mij wederom in de benen. Ik kreeg de assistente en zij schrok ook en zou, zodra het kon, aan de huisarts doorgeven wat er loos was zodat er eventueel actie ondernomen kon worden. Enfin, nog geen tien minuten later heb ik mijn eigen huisarts aan de telefoon, hoe het met me gaat en wat de klachten zijn. Ik leg hem uit dat ik koorts heb en diarree en dat ik bijzonder misselijk ben. Zo misselijk dat ik amper kan drinken. Maar de beste man is niet onder de indruk. Hij verteld me dat ik toch moet proberen te blijven drinken, ORS of sportdrank en desnoods in hele kleine slokjes. Ook stelt hij me gerust, in principe ben ik niet slechter af dan iemand die nog wel in het bezit is van zijn/haar dikke darm. “Met een buikgriep hebben die mensen daar ook niets aan, daar verschil jij nu dus niet zoveel van”, zo verteld hij. Maar ik moet onmiddellijk bellen als ik het niet vertrouw, dan komt hij zo snel mogelijk kijken hoe het er voor staat en of ik verscheept moet worden naar het ziekenhuis voor een infuus. En zo zak ik gerustgesteld terug in de kussens en val in een diepe griepslaap.

Na een tijdje word ik wakker van een hoop gerommel. Nog daas van de slaap en de koorts schiet het door mijn gedachten dat het onweert. Maar als ik wat beter probeer te luisteren valt het me op dat het gerommel samenvalt met de krampen in mijn buik. En als ik echt goed wakker ben weet ik zeker dat het mijn buik is die zoveel decibellen produceert. In slaap vallen lukt niet meer met zoveel herrie en ik lig een tijdje naar het plafond te staren. Als dat begint te vervelen probeer ik  te bedenken wat het is dat ik kan gaan doen. “Kom op”, spreek ik mijzelf toe, “hier ben je goed in. Kijken wat er nog mogelijk is als je er zo beroerd bij ligt, al was het maar om de afleiding.” In gedachten begin ik af te strepen, ik heb de concentratie niet om te kunnen lezen en ik heb te veel hoofdpijn om muziek te kunnen luisteren. Al snel kom ik uit bij tv kijken maar ook hier loop ik tegen beperkingen op. Als ik de concentratie niet heb voor een boek heb ik dat zeker niet voor een ingewikkeld filmverhaal. En een actiefilm valt ook snel af omdat dat meestal samenkomt met een hoop geknal en explosies en ik heb nog steeds hoofdpijn. Nu zelfs iets meer van al dat nadenken. Gelukkig hebben wij Netflix en ik scroll een beetje door alles wat ik eventueel zou kunnen bekijken als ik blijf hangen bij Downton Abbey. Een kostuumdrama, zo beloofd de beschrijving en ik doe eens gek en klik op bekijken. En voor ik het weet zit ik midden in het verhaal.

Dat begint op het moment dat de Titanic gezonken is met aan boord twee erfgenamen van de aristocratische familie Crawley. Door het overlijden van deze twee komen de graaf en gravin in ernstige problemen. Door een wettelijke constructie dreigen zij nu hun fortuin kwijt te raken als er geen wettige erfgenaam is. Daar de familie enkel in het bezit is van dochters, gaat het beoogde fortuin aan hun neus voorbij en moet er met spoed gezocht worden naar wie er dan in aanmerking komt voor het grote geld. Dat is tevens het startsein voor een hoop manipulatie en intrige. Ik vergaap me aan de enorme rijkdom die voor mijn neus verschijnt en probeer de hiĆ«rarchie te ontdekken in de familie en het personeel. Ik zie dat de keuzes die de er binnen de familie gemaakt worden vooral gebaseerd zijn op wat er door het personeel wordt ingefluisterd maar dat dat uiteraard altijd gebracht wordt alsof ze zelf op dat idee zijn gekomen. Al snel weet ik aan wie ik een enorme hekel heb (Mary) en met wie ik graag een high tea zou willen (Violet, een glansrol van Maggie Smith) ik mopper hardop als Robert weer eens stug doet en wil een butler als Carson. Vol verbazing  en met afgrijzen hoor ik het vonnis aan van meneer Bates (iedereen weet toch dat zijn aanstaande ex hem er in wilde luizen!!) en sla mijn handen ten hemel als men weer eens in de trucjes van Thomas en O’Brien trapt. Ik kijk mijn ogen uit, er gebeurd he-le-maal niets en tegelijkertijd gebeurd er heel erg veel. Zo gaat de dag voorbij, ik slaap, drink kleine slokjes, probeer zo gemakkelijk mogelijk te liggen (waar ik niet in slaag, werkelijk alles doet me zeer) en kijk Downton Abbey.

 Midden in de nacht, als ik al een uurtje wakker lig van de buikpijn en de koorts en er in geen velden of wegen zicht is op slaap, zet ik de tv weer aan om nog een aflevering te kijken. Dat kan makkelijk, ik word tot mijn grote frustratie namelijk altijd ziek als Fred moet werken en hij heeft nu nachtdienst. En wederom word ik er in gezogen. Inmiddels is de familie Crawley alweer hard op weg naar een volgend bankroet maar wonder boven wonder krijgt de inmiddels opgesnorde erfgenaam via een achterdeur nog een erfenis in de schoot geworpen en besluit dat geld in Downton te stoppen. Gelukkig maar, aan mijn lijf te voelen ben ik nog wel even ziek en moet ik me de volgende dag ook nog zien te vermaken, maar nu Downton gered is zit ik geramd.


En zo lig ik een aantal dagen op de bank. Het goede nieuws dat Fred de laatste nacht vrij had genomen zodat ik uit kan zieken brengt bij mij een hoop rust. Hoef ik gelukkig niet met koortsbenen de hond uit te laten of boodschappen te doen en eten te koken om zo de hele familie aan te steken. Mijn lieverd sjouwt wat af met appelsap, biscuitjes en paracetamol.
In de spaarzame momenten dat hij vind dat hij even rustig kan zitten schuift hij aan op de bank. In eerste instantie om een spelletje op zijn telefoon te doen (ik heb immers de tv in gebruik) maar steeds vaker zie ik hem meegluren en het duurt dan ook niet lang voordat ik de eerste vragen op mij af gevuurd krijg. “Bij wie hoort die ook al weer?” en “waarom wilde hij eerst niet met haar trouwen en nu wel?” en voor hij het goed en wel in de gaten heeft zit ook Fred middenin Downton. En heeft hij ook een hekel aan Mary en wil hij ook een butler zoals Carson maar liggen we bovenal samen in een deuk om de strijd tussen Violet en Isobel. Terwijl wij de laatste afleveringen bekijken knap ik weer op en krijg ik dromen over broodjes gezond en tomatensoep. Iets wat prompt gekocht en klaargemaakt wordt door mijn lief. En heel langzaam houd de herrie in mijn buik op en wordt het weer stil in huis. Heerlijk wat een rust! En zo zit ik dan, vier dagen nadat ik bij de enkels afbrak, ineens weer lekker mee te eten aan de keukentafel. Kleine beetjes, dat dan weer wel, maar toch. Heel langzaam kom ik weer een beetje tot mezelf. En kom ik weer toe aan de dingen die ik zo graag doe. Ik ben blij dat ik beter ben, echt waar. Maar stiekem mis ik Downton.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten