donderdag 16 mei 2013

Room 24 (voor Freddy)


Het volgende verhaal is verzonnen en absoluut niet geschikt voor kinderen of mensen die niet van enge verhalen houden. Het is mijn boetedoening voor de prachtige secretaire die ik gekregen heb van mijn lief. Ik was op slag verliefd en vond het een koopje, hij vond hem te duur. De deal was dat ik de secretaire zou krijgen en op de terugweg van de kringloop naar huis Room 24 van Volbeat op volle sterkte aan zou moeten horen. Ik vond het een goede deal. Luisterend naar het lied hoorde ik het verhaal dat Fred er graag in zou willen lezen. Het gaat ongeveer zo:

Ik kwam haar tegen in een voor mij vreemde stad. Ik genoot van mijn vakantie, die welverdiende rust na de hectiek van de beurs. Ik ben beurshandelaar en de zaken gaan nou niet wat je zegt goed. Het is een gekkenhuis. Eentje waar ik graag, al is het maar voor een paar weken, afstand van neem. Als je wilt weten hoe de menselijke natuur in elkaar steekt dan is dit the-place-to-be, hier tref je de mens op zijn allerslechtst, en wordt het allerslechtste in mij naar boven gehaald. Geen deal zonder ellebogenwerk, vuile streken en sorry mensen, voorkennis. Zien en gezien worden en vooral rancuneus zijn, daar red je het op deze plek van de wereld mee, anders ga je kopje onder. Toen ik ook maar de kleinste mogelijkheid zag daar van weg te komen, nam ik die. Een vriend van mij heeft een huis in Haïti in een dorpje vlak bij Port-au-Prince. Hij zou er voorlopig geen gebruik van maken en bood mij aan daar een aantal weken te verblijven. Ik twijfelde geen seconde, het is niet de achterbakse manier van werken die mij eronder krijgt, ik leef daarvoor. Het is vooral de drukte, het geschreeuw, het geen moment je concentratie kunnen verliezen wat zijn tol eist. Omdat ik laat in de avond aan zou komen zou ik de nacht doorbrengen in de hoofdstad en de volgende dag een auto huren. Ik had haar in het restaurant al gezien. Ze zat een paar tafeltjes bij mij vandaan en was op zijn zachts gezegd een opvallende verschijning. Donkere haren tot over haar schouders en een bloedrode avondjurk. Ze vlamde tussen al deze mensen in dit drukke restaurant. Even later kwam ik haar weer tegen in de bar. Ik had in alle drukte op de een of andere manier toch een tafeltje weten te bemachtigen, een godswonder en zeker niet overbodig. Ik was bekaf van de reis naar dit voor mij vreemde land en zat te genieten van een koel biertje toen ik de menigte doorkeek en haar tegen de bar geleund zag staan. Ze keek mijn kant op een hief even het glas, ik knikte terug naar haar. Langzaam kwam ze mijn kant oplopen waarbij de mensen die ze moest passeren allemaal een stukje naar achteren deinsde. Ze zei niets, maar kwam, op wat de enige lege stoel in het café leek, naast me zitten en keek ontspannen om haar heen. Vanuit mijn ooghoeken begluurde ik haar. Ze had een strakke kaaklijn, felgroene ogen en een lippenstift op die de kleur van haar jurk had. Ik kon me niet van haar losrukken en bleef als gehypnotiseerd naar haar kijken. Hoewel het nog druk was in het café was het rondom ons tafeltje een stukje rustiger geworden. De mensen waren, alsof het zo afgesproken was, in een ruime kring om ons heen gaan staan. Ik voelde een vaag gevoel van onbehagen over me heen komen, het gevoel dat ik ook op de beursvloer heb als er een deal mis dreigt te gaan en mijn ‘collega’s’ ineens in geen velden of wegen te bekennen zijn. Het weten dat je de komende weken niet serieus genomen wordt en keihard afgerekend op je stommiteiten ook al waren het dan andermans stommiteiten en worden die jou in de schoenen geschoven. Dat is, als je je baan nog kan behouden. Mijn gevaarsensoren staan aan maar ik onderdruk ze onmiddellijk. Van deze vrouw hoef ik geen problemen te verwachten. Ze is beeldschoon, en ik verwijt mijn alarmsysteem overactief te zijn en maan mijn denkproces tot rust door een sussende mantra in mijn hoofd: “ik heb vakantie nu, ik heb vakantie nu.” Zo zitten we even in stilte en drinken ons drankje.

Ik weet niet meer wie er begon met praten, alleen dat haar stem zwoel en donker was. Volgens mij stelde ze een vraag maar heel eerlijk gezegd is alles nogal vaag sinds ze bij mij aan het tafeltje kwam zitten. Waarschijnlijk heb ik als een idioot alleen maar sterke verhalen over mijn werk en hoe goed ik daarin ben verteld. Het is een aloude versiertruc, zolang je maar duidelijk door laat schemeren dat je qua financieën niet onbemiddeld bent, ben je voor een bepaald slag vrouwen een ware magneet. Dat heeft niets met mij persoonlijk te maken en omdat dat juist de relatie is die ik voor een avondje aan wil gaan met een vrouw pas ik hem regelmatig toe als ik zin heb aan seks. Al begrijp ik niet waarom ik hem toepas op Helena. Ik voel me aangetrokken tot haar maar niet op een sexuele manier. De avond is razendsnel verstreken en het is tijd om mijn hotelkamer op te zoeken. Helena ,zo heet ze en dat is alles wat ik van haar weten wil, staat achter me als ik bij de receptie mijn kamersleutel ophaal. De receptie is verlaten en het duurt even voor er iemand reageert op de bel die ik als een irritante dronkenlap in blijf drukken. De man die na een tijdje achter de balie verschijnt kijkt mij verstoord aan en als ik in het kantoortje kijk waar hij vandaan komt zie ik waarom. Er staat een kleine televisie waarop een pornofilm te zien is. Dat zal ook de reden zijn waarom het even duurde voor hij op de bel reageerde. Ik hoop maar dat hij zijn handen gewassen heeft. Ik geef hem zo goed en zo kwaad als dat nog wil een veel betekende blik maar dan krijgt hij Helena in het oog en deinst geschrokken terug terwijl hij het kruisje wat om zijn nek hangt vast pakt en als een bezwering omhoog houd. Helena begint op een sussende manier tegen de man te praten en als in een trance laat hij het kruisje zakken, pakt hij mijn kamersleutel en overhandigd hem aan mij. Zijn blik is leeg en hij blijft staan alsof hij op een volgend commando wacht. Ik hoor Helena achter me giechelen en ineens heb ik kippenvel op mijn armen. Er is iets met deze vrouw, iets dat helemaal niet goed is. Maar zodra ik me omdraai en naar haar kijk is dat gevoel opslag verdwenen en werktuigelijk loop ik achter haar aan naar de liften. Helena gaat me voor en drukt op het knopje voor de tweede etage. Ik probeer haar te vertellen dat mijn kamer op de vijfde etage is maar ik stoot alleen een zucht uit. Het lijkt erop dat mijn lichaam een eigen wil heeft gekregen. De liftdeuren openen zich en als een schooljongetje volg ik Helena naar kamer 24. Helena gebruikt haar sleutel, opent de deur en doet de lichten aan. Het maakt geen verschil, de kamer lijkt aardedonker en ronduit kil. Dit is de vreemdste avond uit mijn leven, nergens heb ik deze vrouw aanleiding gegeven te denken dat het aan het einde op seks uit zou draaien. Nergens heeft ze mij aanleiding gegeven te denken dat een one-night-stand tot de opties zou behoren. Voor mijn gevoel was ze aangenaam gezelschap en niet meer dan dat. En toch sta ik in haar kamer en onderga ik een vreemde sensuele sensatie. Al mijn zintuigen staan op scherp maar niet op een plezierige manier. De erotische lading die hier heerst doet pijn tot in het diepst van mijn wezen. Het komt als een enorm verdriet op mij af, de leegte die in deze kamer heerst is kwaadaardig en vraagt om onmiddellijke bevrediging. Helena pakt mijn hand en leidt mij naar het bed. Ik kan alleen nog bij mijn hersenen, mijn denkvermogen draait op volle toeren maar mijn lijf weigert elke handeling die ik vanuit mijn bovenkamer naar beneden stuur. Ze gebaard dat ik op bed moet gaan liggen en ik volg haar instructies op, bang voor wat me te wachten staat. Terwijl ze mij aan blijft kijken opent ze het nachtkastje en haalt er handboeien uit die ze eerst om de reling van het bed maakt en vervolgens om mijn polsen klikt. Ik lig vast, maar zelfs zonder deze boeien zou ik niet in staat zijn geweest te bewegen. Ze opent mijn tot vuisten gebalde handen en stopt er het sleuteltje in. “Wat er ook gebeurd, goed vasthouden”’ krast ze, ‘het is je ticket weg van hier.” Mijn lichaam voelt zo zwaar, ik kan amper ademhalen. De lucht voelt als stroop en ik heb moeite het naar binnen te zuigen. Voorzichtig komt ze naast me op het bed zitten. “En nu gaan we een beetje lol maken”, fluistert ze in mijn oren. Ze had net zo goed met haar nagels over een schoolbord kunnen krassen.

Van haar zwoele stem is niets meer over, het lijkt alsof drie stemmen van verschillende toonhoogtes in één stem uit haar komen. Zodra ze zich opricht zie ik dat er van haar fraaie uiterlijk weinig over is, er verschijnen in rap tempo rimpels rond haar ogen. En haar prachtig donkere haar begint vanaf haar hoofdhuid grijs te worden, ik zie het grijs zich uitbreiden naar beneden. Haar perfect gemanicuurde handen veranderen, de aderen komen steeds verder omhoog haar botten worden steeds duidelijker zichtbaar. Ik kan niet gillen, mijn lichaam ligt als bevroren op het bed. De kamer wordt donkerder en donkerder maar haar kan ik nog steeds duidelijk zien. Haar ogen zijn gitzwart als ze me toe sist: “Jou lichaam is bij mij in goede handen.” Ze strekt zich op en haar vel scheurt alsof het papier is terwijl ze een ijzige kreet slaat. Mijn angstige voorgevoelens zijn inmiddels in doodsangst omgeslagen en mijn blaas kan de druk niet aan. Het kan het Helenawezen niet schelen, ze gaat onverstoorbaar verder haar lichaam van zich af te schudden. Ze trekt aan haar haren en haar hoofdhuid komt los van de schedel. Met haar klauwende handen graait ze naar haar nek, pakt het vel en scheurt het open alsof ze in één keer alle knoopjes van een jas openscheurt. Ze stroop haar vel over haar billen naar beneden en stapt eruit, niet anders dan iemand die zich ’s avonds omkleed voor het slapen gaan. Ik zou er alles voor over hebben om nu mijn bewustzijn te verliezen. Maar haar wezen zit al in mijn hoofd, neemt steeds verder bezit van mij. “Jij was echt een makkelijke jongen”, gorgelt ze en ze zakt ineen. Ik voel de druk op mijn borst toenemen en ben dankbaar voor de gedachte dat mijn hart nu besluit er mee op te houden en de rest mij bespaard zal blijven maar in mijn hoofd ontstaat een verschrikkelijk tafereel. Ik ben niet alleen, Helena heeft toegang tot mijn wezen. “De druk op je borst is geen hartaanval Josh, ik zoek alleen naar een zwakke plek om binnen te komen”, krast het Helenawezen in mijn hoofd. De druk neemt toe en zakt richting mijn buik. En ineens voel ik haar binnenglippen en neemt ze letterlijk bezit van mij. Ik verzet mij uit alle macht maar het heeft geen zin. Mijn lichaam voelt zwaar en onhandig en ik voel mijn handen zoeken naar de slotjes van de boeien. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het Helenawezen dit vaker heeft gedaan. Ik kan alleen maar toekijken als het wezen mijn hersenen gebruikt om mijn armen aan te sturen en over mijn polsen te wrijven. Het voelt donker en glibberig, als een slang die in mijn lichaam kronkelt, alleen nu heb ik geen controle meer over mijn lijf. Eén gedachte komt continue terug in mijn hoofd: nu ben ik van haar. Ik ben overgeleverd aan dit goddeloze wezen.

Nu het in mij zit zijn de gedachten van het wezen voor mij toegankelijk en vice versa. Het is een duister wezen dat al duizenden jaren over de aarde zwerft en alleen kan overleven door het lichaam van een willekeurige passant te bezitten. Ik ga dood. Zolang het wezen nog enig nut uit mijn lichaam kan halen ben ik veilig maar zodra dat voorbij is rest mij hetzelfde lot als Helena. Zodra de versnelde ouderdom is begonnen weekt het zich los en is de pijn en de dood van dit lichaam voor mij terwijl dit wezen vlucht in een volgend lichaam, zo de dood omzeilend. In een laatste uitputtingsslag probeer ik nog één keer de controle over mijn lichaam te krijgen. Met enorme kracht probeer ik te gaan staan en in mijn hoofd lacht het wezen mij uit. Ik sta krom als een oude kerel maar evengoed lukt het me, zij het met de nodige inspanning, de badkamer te bereiken. Het is de laatste keer dat ik mijn lichaam kan besturen, ik voel het en ik weet het. Het wezen gunt mij nog één blik in de spiegel. Ik knip de lamp aan en strompel naar binnen. “Al jou voorgangers, ze wilden het allemaal weten”, kraakt het monster in mij, “stuk voor stuk liepen ze naar de spiegel om te zien of de kwaadaardigheid van mijn wezen te zien was in hun ogen.” Ik kijk in de spiegel en zie mijzelf, alsof er niets gebeurd is. Hooguit zie ik eruit alsof ik een avondje doorgezakt ben. “Waarom?” is alles wat ik uit kan brengen. “Mensen zien wat ze willen zien”, glimlacht het monster, ”Ik maak daar misbruik van. Enjoy the ride!”
(This is a KoosjeOriginal)

http://www.youtube.com/watch?v=b3jT22SWju4

Geen opmerkingen:

Een reactie posten